Galgal - de werveldistel

Gieneke van Veen-Vrolijk • 81 - 2005/06 • Uitgave: 17
GALGAL

De werveldistel

Jesaja gebruikt in zijn profetieën vaak (natuur)beelden. Zo lezen wij in Jesaja 17:13-14 over de bedreiging van grote, machtige vijanden die Israël beangstigen. Jesaja beschrijft hen als de ‘galgal’. “…dreigt Hij… ze worden … als een ‘galgal’/werveldistel voor de storm…”

Dit Hebreeuwse woord ‘galgal’ is afgeleid van het werkwoord ‘galal’ = (weg)rollen, draaien, (af)wentelen. Hiervan is ook de plaatsnaam ‘Gilgal’ afgeleid, waar God ‘de smaad van Egypte van Israël afwentelde’ (Joz. 5:9).

‘Galgal’ duidt op iets dat draait, rolt, wentelt. Slechts tweemaal komt ‘galgal’ voor in de bijbeltekst, als stekelplantnaam. Waarom deze naam? Waarom dit beeld?

Het beeld van de ‘galgal’ sprak aan, omdat men deze stekelplant kende.
De ‘galgal’ is een treffend beeld van de vijanden waarmee Israël werd geconfronteerd. De oud-oosterse mens, vertrouwd met de natuur, snapte wat de Here hiermee bedoelde.

De ‘galgal’ is een plant die in maart in Israël opkomt, als een klein, onbeduidend spruitje. Na enkele weken is dit onschuldig ogende ‘galgal’-plantje uitgegroeid tot forse stekelplant, om zich al spoedig te manifesteren als immens stekel- en doornenmonster. Echter, naarmate de zomer vordert begint de ‘galgal’ op/uit te drogen, hoewel hij nog altijd even sterk, reusachtig en dreigend oogt. Maar wanneer de ‘galgal’ het hoogtepunt van zijn omvang en groei heeft bereikt, treedt onzichtbaar, onder de grond (wortel),verzwakking in. Ondergronds, tussen de stengel en de wortels van de ‘galgal’, beginnen de cellen van de plant los te laten. En dan… een licht zomerbriesje kan die hele stekelreus wegblazen... en wervelt de hulpeloze reuzendistel door de lucht als kaf. In de avond leek de ‘galgal’ nog sterk, dreigend, vóór de ochtend wervelde hij door de lucht… (Jes. 7:14).

Jesaja’s ‘galgal’-boodschap, was/is duidelijk: Israëls vijanden, groot en dreigend, hebben geen echte sterke wortels en zullen als de ‘galgal’ machteloos worden weggeblazen.

Ook Asaf spreekt met het ‘galgal’-beeld over de vijanden van God en Zijn volk (Ps. 83:14).

Deze bemoedigende, troostvolle ‘galgal’-les geldt ook ons. Hoewel de vijand dreigt, wij weten: “Niets… kan ons scheiden van de liefde Gods… in Christus Jezus…” (Rom. 8:35-39).

Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk