Gedreven door Gods Geest
Gedreven door Gods Geest
De Openbaring van Johannes
Als we over profetie spreken, denken we vooral aan de profeten van het Oude Testament. Maar ook het Nieuwe Testament bevat profetie, hoewel het slechts één profetisch boek kent: De Openbaring van Johannes. Het onthult een deel van de Raad Gods over de Eindtijd, hoewel versluierd in beelden van toen *).
*) Dat geldt ook de zeven brieven aan de Gemeenten. Deze hebben weliswaar ook een historische betekenis, maar geven daarnaast een profetische schets van de toestand van de christelijke kerk door de eeuwen heen.
Openbaring is een bijzonder boek, dat door velen niet begrepen wordt. Het spreekt voornamelijk over toekomstige rampen tijdens de Grote Verdrukking en over de triomf van Jezus Christus op de antichrist en de satan. In die strijd gaat het om Israël en Jeruzalem. Dat past helaas niet in de theologie van veel kerken. Daarom heeft Openbaring eeuwenlang een omstreden status gehad. Zelfs zijn er pogingen ondernomen om het boek uit de canon*) te verwijderen. Toch heeft het zich gehandhaafd. Dat is geen toeval, want God liet Openbaring 22:18-19 in de tekst opnemen: Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie hoort: Indien iemand hier aan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.
Wel, zwaarder geschut kan haast niet ingezet worden. Dat én de zekerheid dat het boek door de apostel Johannes geschreven werd - in opdracht van Jezus Christus (!), Openbaring 1:1 - heeft het een onaantastbare status verleend.
*) De boeken die door de meerderheid van de christelijke kerk uitgekozen werden om in de Bijbel opgenomen te worden.
Nu de wederkomst van Jezus Christus nabij is, gaat Openbaring steeds duidelijker spreken, tot heil van de Gemeente. Maar er is nog een tweede reden voor de toenemende kennis. We naderen de Eindtijd en daarom, zoals Daniël 12:4 voorzegt, geeft God toenemend inzicht in de Eindtijdprofetie.
Openbaring handelt voor een belangrijk deel over gebeurtenissen die na de opname van de Gemeente zullen plaatsvinden. Direct na die opname is er geen ware christen op aarde meer over. Toch zullen er dan nog zeer velen tot geloof komen. Voor hen zal een juiste uitleg van het boek Openbaring (en Daniël) van levensbelang zijn. Zo zullen gelovigen, mede dankzij Daniël 8:13-14 en 12:11-12, in staat zijn op de dag af te bepalen, wanneer God een einde maakt aan de macht van de antichrist. Dat gebeurt 2300 dagen nadat de antichrist de tempel en offers zal ontheiligen.
Ik denk dat velen in die tijd een meetlint boven hun bed zullen hebben. En op elke dag van die verschrikkelijke tijd zal er een getal worden afgeknipt. Nog 80, nog 30, nog 5 dagen. Nog even volhouden ; dan komt Christus ons verlossen; Maranatha!
Paulus, de profeet
De apostel Paulus wordt zelden onder de profeten geteld, maar hij was het wel. Zijn brieven bevatten op diverse plaatsen profetie. Indien dat het geval is, dan geeft hij dat duidelijk aan. Bijvoorbeeld als Paulus geheimen van God meedeelt over de Gemeente van Christus (Rom. 11:25 en 16:25, 1Kor. 2:7, 4:1 en 15:51). In al die gevallen is sprake van een boodschap van God (wijsheid Gods of geheimenissen Gods genoemd).
Zo doet Paulus in 1 Tessalonicenzen 4:15-18 een belangrijke mededeling over de opname van de Gemeente. Die boodschap is zo gewichtig, dat de profetie wordt voorafgegaan door de zin: Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: (1Tess. 4:15a) en dat verleent ook deze boodschap het hoogste gezag.
Jezus, de profeet
Ook Jezus was een profeet (Matt. 13:57). Hij voorzegt Zijn lijden en sterven (Matt. 16:21, 17:22-23, 20:18-19 en 26:2). Hij voorziet het verraad van Judas (Matt. 26:21) en de verloochening van Petrus (Matt. 26:34). En Hij spreekt ook over de Eindtijd en de komst van het Koninkrijk (Matt. 24-25).
Jezus was de grootste profeet, want in en door Hem vindt de vervulling van alle profetie plaats (Ef. 1:8b-10). Hij is de vreugdebode van de toekomst (zie Lucas 4:17-21, waar Jezus de profetie van Jesaja 61:1 op Zichzelf toepast). En Hij vervult ook de profetie uit Jesaja over de lijdende knecht des HEREN (Luc. 22:37).
Gedreven door Gods Geest
Een openbaring dwong een profeet gewoonlijk tot grote haast om de opdracht, of boodschap van God, uit te voeren. Die drang was zo sterk, dat Jeremia het als een last ervaart en zich erover beklaagt: HEER, u hebt mij verleid, en ik ben bezweken, u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen. Dag in dag uit lachen ze om mij, iedereen bespot mij. Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen: Ik word mishandeld, onderdrukt! Want de woorden van de HEER brengen mij dag in dag uit schande en vernedering. Als ik denk: Ik wil Hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet (Jer. 20:7-9 NBV).
Profetie tegen wil en dank
Sommigen profeteren zonder het te weten, zoals de hogepriester Kajafas: Maar één van hen, Kajafas, de hogepriester van dat jaar, zeide tot hen: Gij weet niets, en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat één mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat. Doch dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk (Joh. 11:49-51).
Perfectum profeticum
Voor God is een toekomstprofetie - dus een besluit uit de Raad Gods - even vast, alsof het reeds gebeurd was. Vandaar dat profeten vaak spreken over de toekomst, alsof deze al vervuld is. Dat is een manier van profeteren die de onwrikbaarheid van de profetie benadrukt. We noemen dat: Perfectum profeticum (de voltooide tijd van de profeten). Voorbeelden vinden we in Psalm 2 en 22 en Jesaja 40:1-2, Lucas 1:46-56, 1:67-79 en Lucas 2:29-32.
Er is nog een tweede vorm van spreken in de voltooide tijd van de profeten. Soms werd de profeet naar de toekomst verplaatst. Hij beschrijft dan wat hij ziet als toeschouwer, terwijl het nog niet gebeurd is. Voorbeelden vinden we in Ezechiël 43:1-5 en Ezechiël 47. In het Nieuwe Testament betreft dat zelfs een groot deel van het boek Openbaring. Ook daar wordt de profeet Johannes in de geest naar de toekomst verplaatst. Openbaring 4:1-2a zegt het zo: Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geestes.
Profetische lofprijzing
Een onmisbaar onderdeel van de profetische bediening is de lofprijzing van God. Hoewel we dat in de Bijbel niet zo prominent beschreven vinden, vormt dat een belangrijk onderdeel van de taak van profeten (tot op de huidige dag).
Gert van de Weerd
Uit: God bepaalt de tijd; uitgave Zoeklicht.
De Openbaring van Johannes
Als we over profetie spreken, denken we vooral aan de profeten van het Oude Testament. Maar ook het Nieuwe Testament bevat profetie, hoewel het slechts één profetisch boek kent: De Openbaring van Johannes. Het onthult een deel van de Raad Gods over de Eindtijd, hoewel versluierd in beelden van toen *).
*) Dat geldt ook de zeven brieven aan de Gemeenten. Deze hebben weliswaar ook een historische betekenis, maar geven daarnaast een profetische schets van de toestand van de christelijke kerk door de eeuwen heen.
Openbaring is een bijzonder boek, dat door velen niet begrepen wordt. Het spreekt voornamelijk over toekomstige rampen tijdens de Grote Verdrukking en over de triomf van Jezus Christus op de antichrist en de satan. In die strijd gaat het om Israël en Jeruzalem. Dat past helaas niet in de theologie van veel kerken. Daarom heeft Openbaring eeuwenlang een omstreden status gehad. Zelfs zijn er pogingen ondernomen om het boek uit de canon*) te verwijderen. Toch heeft het zich gehandhaafd. Dat is geen toeval, want God liet Openbaring 22:18-19 in de tekst opnemen: Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie hoort: Indien iemand hier aan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.
Wel, zwaarder geschut kan haast niet ingezet worden. Dat én de zekerheid dat het boek door de apostel Johannes geschreven werd - in opdracht van Jezus Christus (!), Openbaring 1:1 - heeft het een onaantastbare status verleend.
*) De boeken die door de meerderheid van de christelijke kerk uitgekozen werden om in de Bijbel opgenomen te worden.
Nu de wederkomst van Jezus Christus nabij is, gaat Openbaring steeds duidelijker spreken, tot heil van de Gemeente. Maar er is nog een tweede reden voor de toenemende kennis. We naderen de Eindtijd en daarom, zoals Daniël 12:4 voorzegt, geeft God toenemend inzicht in de Eindtijdprofetie.
Openbaring handelt voor een belangrijk deel over gebeurtenissen die na de opname van de Gemeente zullen plaatsvinden. Direct na die opname is er geen ware christen op aarde meer over. Toch zullen er dan nog zeer velen tot geloof komen. Voor hen zal een juiste uitleg van het boek Openbaring (en Daniël) van levensbelang zijn. Zo zullen gelovigen, mede dankzij Daniël 8:13-14 en 12:11-12, in staat zijn op de dag af te bepalen, wanneer God een einde maakt aan de macht van de antichrist. Dat gebeurt 2300 dagen nadat de antichrist de tempel en offers zal ontheiligen.
Ik denk dat velen in die tijd een meetlint boven hun bed zullen hebben. En op elke dag van die verschrikkelijke tijd zal er een getal worden afgeknipt. Nog 80, nog 30, nog 5 dagen. Nog even volhouden ; dan komt Christus ons verlossen; Maranatha!
Paulus, de profeet
De apostel Paulus wordt zelden onder de profeten geteld, maar hij was het wel. Zijn brieven bevatten op diverse plaatsen profetie. Indien dat het geval is, dan geeft hij dat duidelijk aan. Bijvoorbeeld als Paulus geheimen van God meedeelt over de Gemeente van Christus (Rom. 11:25 en 16:25, 1Kor. 2:7, 4:1 en 15:51). In al die gevallen is sprake van een boodschap van God (wijsheid Gods of geheimenissen Gods genoemd).
Zo doet Paulus in 1 Tessalonicenzen 4:15-18 een belangrijke mededeling over de opname van de Gemeente. Die boodschap is zo gewichtig, dat de profetie wordt voorafgegaan door de zin: Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: (1Tess. 4:15a) en dat verleent ook deze boodschap het hoogste gezag.
Jezus, de profeet
Ook Jezus was een profeet (Matt. 13:57). Hij voorzegt Zijn lijden en sterven (Matt. 16:21, 17:22-23, 20:18-19 en 26:2). Hij voorziet het verraad van Judas (Matt. 26:21) en de verloochening van Petrus (Matt. 26:34). En Hij spreekt ook over de Eindtijd en de komst van het Koninkrijk (Matt. 24-25).
Jezus was de grootste profeet, want in en door Hem vindt de vervulling van alle profetie plaats (Ef. 1:8b-10). Hij is de vreugdebode van de toekomst (zie Lucas 4:17-21, waar Jezus de profetie van Jesaja 61:1 op Zichzelf toepast). En Hij vervult ook de profetie uit Jesaja over de lijdende knecht des HEREN (Luc. 22:37).
Gedreven door Gods Geest
Een openbaring dwong een profeet gewoonlijk tot grote haast om de opdracht, of boodschap van God, uit te voeren. Die drang was zo sterk, dat Jeremia het als een last ervaart en zich erover beklaagt: HEER, u hebt mij verleid, en ik ben bezweken, u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen. Dag in dag uit lachen ze om mij, iedereen bespot mij. Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen: Ik word mishandeld, onderdrukt! Want de woorden van de HEER brengen mij dag in dag uit schande en vernedering. Als ik denk: Ik wil Hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet (Jer. 20:7-9 NBV).
Profetie tegen wil en dank
Sommigen profeteren zonder het te weten, zoals de hogepriester Kajafas: Maar één van hen, Kajafas, de hogepriester van dat jaar, zeide tot hen: Gij weet niets, en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat één mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat. Doch dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk (Joh. 11:49-51).
Perfectum profeticum
Voor God is een toekomstprofetie - dus een besluit uit de Raad Gods - even vast, alsof het reeds gebeurd was. Vandaar dat profeten vaak spreken over de toekomst, alsof deze al vervuld is. Dat is een manier van profeteren die de onwrikbaarheid van de profetie benadrukt. We noemen dat: Perfectum profeticum (de voltooide tijd van de profeten). Voorbeelden vinden we in Psalm 2 en 22 en Jesaja 40:1-2, Lucas 1:46-56, 1:67-79 en Lucas 2:29-32.
Er is nog een tweede vorm van spreken in de voltooide tijd van de profeten. Soms werd de profeet naar de toekomst verplaatst. Hij beschrijft dan wat hij ziet als toeschouwer, terwijl het nog niet gebeurd is. Voorbeelden vinden we in Ezechiël 43:1-5 en Ezechiël 47. In het Nieuwe Testament betreft dat zelfs een groot deel van het boek Openbaring. Ook daar wordt de profeet Johannes in de geest naar de toekomst verplaatst. Openbaring 4:1-2a zegt het zo: Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geestes.
Profetische lofprijzing
Een onmisbaar onderdeel van de profetische bediening is de lofprijzing van God. Hoewel we dat in de Bijbel niet zo prominent beschreven vinden, vormt dat een belangrijk onderdeel van de taak van profeten (tot op de huidige dag).
Gert van de Weerd
Uit: God bepaalt de tijd; uitgave Zoeklicht.