Geduld en volharding

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 5
Profeten hebben geen gemakkelijk leven. Hun boodschap botst tegen de muur van onwil van mensen die niet willen horen. Enkelen komen tot bekering, maar de meeste maken het de profeten verschrikkelijk moeilijk. Zij spraken in de Naam van de Heer. Wie God verwierp, verwierp ook hen. Zij waren, net als wij, vreemdelingen en bijwoners (Ef. 2:19) die werden afgewezen en vermoord (Matt. 23:31). Mozes, David, Elia, Jeremia, Ezechiël, Daniël, Johannes de Doper en vele anderen, ondergingen het lot van verwerping en misbruik. Veel geloofshelden kregen hoon en geselslagen te verduren, zijn gevangen genomen, gestenigd, zwaar op de proef gesteld, doormidden gezaagd, vermoord, hebben rondgezworven, onder ontbering, verdrukking en mishandeling (Hebr. 11:36-37). Hun geduld is een bemoediging om de wedloop met volharding te lopen (Hebr. 12:1).

Volharding brengt zegen. Iedereen die de Bijbel leest kan zien dat God volharding aanmoedigt en prijst. Volharding moet doorwerken (Jak. 1:4), pas dan verwerven wij wat God heeft beloofd. De grootste zegen in het eeuwig leven wordt niet beloofd aan hen die spectaculaire wonderen hebben gedaan of die een bewonderenswaardige zichtbare bediening hebben gehad. De hoop van de zegen is voor hen die volharden.

Job verloor op één dag alles wat hij bezat. Al zijn kinderen kwamen om. Alles was hij kwijt, inclusief zijn gezondheid en reputatie. Het ergste van alles was dat hij Gods aanwezigheid niet meer ervoer. Zijn vrienden waren slechte raadgevers en zijn vrouw hield hem voor gek omdat hij toch op God bleef vertrouwen. De woorden: “Wil Hij mij doden, ik blijf op Hem hopen” (Job 13:15), zijn een fantastische geloofsverklaring.

Jef De Vriese