Geef het nooit op!

Marianne Glashouwer-van der Lugt • 79 - 2003/04 • Uitgave: 19
- ‘Voor ons is de boodschap van deze moedige vrouwen nog steeds belangrijk: geef het nooit op en voeg je nooit in het onvermijdelijke, ook al sta je tegenover geweld en onderdrukking, ook al schijnt de situatie nog zo uitzichtloos.’ Joschka Fischer, Minister van Buitenlandse Zaken van Duitsland, in zijn Voorwoord bij het boek "Widerstand des Herzens" van Nathan Stoltzfus, 1996.
- ‘Het geheim van succes? Geef het nooit, nooit, nooit op’. Winston Churchill, in een interview na de Tweede Wereldoorlog.


Daar staan we dan,vijf vrouwen uit Nederland, een uit België en een uit Duitsland. Het is een druilerige, sombere dag in Berlijn. We staan in de Rosenstrasse en bekijken het monument ter herinnering aan die moedige vrouwen uit Berlijn. We zijn er allemaal stil van en we proberen ons in te leven in wat hier gebeurde in 1943. Het is maar een kleine straat, en in gedachten zien we duizend vrouwen staan. Het lijkt onmogelijk dat ze daar allemaal een plekje konden vinden. Toch is het gebeurd en luidkeels klonk het uit vele kelen: "Geef ons onze mannen terug!"

Maart 1943. Het Duitse leger heeft een dramatische nederlaag geleden in Stalingrad. De stemming onder het Duitse volk is al veel minder positief ten aanzien van de oorlog en het Nazi-regime. Er heerst honger en armoede onder grote delen van de bevolking. In veel gezinnen valt een vader of zoon te betreuren die omgekomen is in Rusland.

Protesten vanuit de kerk waren er al in 1936. Bisschop von Galen uit Münster verzette zich tegen maatregelen die Hitler tegen de kerk wilde nemen. Hij kreeg duizenden gelovigen achter zich en zijn verzet slaagde. Zo bleek dat men zich met succes tegen het regime kon verzetten als er een gesloten front gevormd werd. Ook de "Bekennende Kirche" - de Belijdende Kerk - tekende protest aan tegen de maatregelen die Hitler tegen de kerk nam. Een van de oprichters, ds. Martin Niemöller, heeft zijn protest moeten bekopen met zeven jaren concentratiekamp. Maar wie nam het op voor de Joden? Wie ging de straat op om te protesteren tegen het wegvoeren van Joodse stads- en dorpsgenoten? Wie deed zijn mond open toen zijn Joodse buurman met zijn hele gezin op een vrachtwagen geladen werd en weggevoerd naar….. Waar naar toe? Ds. Martin Niemöller heeft na de oorlog gezegd dat de christenen in Duitsland tegenover God een grotere verantwoordelijkheid hadden dan het Nationaal-Socialisme en de Gestapo. Omdat ze hun stem niet verheven hebben tegen de verdrukking van onschuldige mensen. Ze bleven volkomen apathisch bij de arrestaties van Joden, en hadden niet de moed om het voor hen op te nemen.

Er was echter één groep die het wél opnam voor de Joden. Dat waren de niet-Joodse Duitse vrouwen die getrouwd waren met een Joodse man. Zij volgden de stem van hun hart door met een Joodse man te trouwen, vaak tegen de zin van hun familie in. Er werd door het Nazi-regime sterke druk op hen uitgeoefend om zich van hun mannen te laten scheiden. Zij zouden anders het lot van hun mannen zeker delen. Maar zij bleven trouw. Zij vonden hun huwelijk belangrijker dan de rassenwetten van Hitler.

Joodse mannen, die met een niet-Joodse Duitse vrouw getrouwd waren, werden niet meteen gedeporteerd. Dat lot bleef hen nog even bespaard. Hitler was bang voor de publieke opinie. Bang dat Duitse familieleden van deze Joodse mannen in opstand zouden komen, en er zodoende in het hele land onrust zou ontstaan. Het stond vast dat deze mannen ook gedeporteerd zouden worden, maar dat zou pas op het allerlaatst gebeuren. Als er verder geen Joden meer over waren in Duitsland. In maart 1943 is het dan toch zover. Dan zet de Gestapo ’s morgens om 4 uur de "Schlussaktion Berliner Juden" in. In alle vroegte trekken de vrachtwagens erop uit om uit de huizen en fabrieken de laatste Joden van Berlijn op te halen. Zeventienhonderd mannen worden opgepakt. Ook een enkele Joodse vrouw is erbij, die met een Duitse man getrouwd is. Ze worden bij elkaar gedreven en opgesloten in het gebouw van de Joodse Gemeente aan de Rosenstrasse. Hun vrouwen zijn ontsteld en radeloos.

Zonder het van elkaar te weten, gaan enkele vrouwen op weg naar de Rosenstrasse, om te informeren of hun man er ook bij is. Ze ontmoeten elkaar voor het gebouw. De volgende dag komen er nog meer vrouwen. De volgende dag nog meer. Elke dag opnieuw staan ze voor het gebouw en kijken naar de ramen om een levensteken van hun man op te vangen. Uiteindelijk zijn er wel duizend vrouwen bij elkaar. De hele dag klinkt het uit hun monden: "Laat onze mannen vrij. Wij willen onze mannen terug!". Iedere dag, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, staan ze in de kou te protesteren. Ze vechten voor het leven van hun mannen.

Aan het eind van de week zijn de bewakers van het gebouw ten einde raad. Ze stellen zich voor de vrouwen op met hun geweren in de aanslag. In paniek valt de menigte uiteen. Is nu ook hun laatste uur geslagen? Dan gebeurt het onvoorstelbare: de bewakers gaan weg en hun mannen worden vrijgelaten!

De vrouwen van de Rosenstrasse hebben met hun moedig gedrag het leven van hun mannen gered. Ze zijn in protest gegaan "met de moed der wanhoop". Uit liefde voor hun man hebben zij hun eigen leven op het spel gezet. Al deze mannen hebben de oorlog overleefd. Door de bombardementen op Berlijn, en de chaos die daarvan het gevolg was, konden zij aan de slachting te ontkomen.

Ook in onze tijd is het nodig om op de bres te staan voor het Joodse volk. Overal steekt het antisemitisme de kop weer op. Joodse mensen kunnen niet meer rustig naar de synagoge gaan op sabbat. Op sommige scholen in Amsterdam is het onmogelijk geworden om les te geven over de Jodenvervolging. Leerlingen gaan staan en brengen de Hitlergroet, er wordt geschreeuwd en gescholden. Joodse leraren krijgen van alles naar hun hoofd geslingerd. Kunnen we dit over onze kant laten gaan? Wij moeten het kwaad de voet dwars zetten, en het nooit opgeven om de goede strijd te strijden. Dan hebben we de Here aan onze zijde en dan zal Hij ons helpen!

Marianne Glashouwer-van der Lugt