Geestelijk erosie

ds. J.H. Velema • 78 - 2002/03 • Uitgave: 21
Over de hele lengte van het christelijke leven in ons land is er sprake van geestelijke erosie. Erosie is volgens het woordenboek afslijting van het land onder invloed van zware regenval, ijs, zee etc. Zo is er ook een afslijting van het christelijke leven te constateren Het is belangrijk, ja noodzakelijk daar aandacht aan te geven.

Wat is die afslijting? Die afslijting bestaat uit het feit dat langzaam, zonder opzet en speciale bedoeling, standpunten worden losgelaten of na verloop van tijd andere standpunten worden ingenomen dan voorheen het geval was: standpunten, die voorheen met kracht werden verdedigd. Er vindt een geestelijk afslijtingsproces plaats onder invloed van allerlei factoren, die net als in de natuur in de regel van buitenaf komen, maar die binnendringen en die men niet direct opmerkt, z'n gang laat gaan, zodat ze op een gegeven moment een duidelijk effect hebben en je moet constateren: het is niet meer zoals het geweest is.

We leven in een open cultuur. Er staan geen hekken en schotten rondom het geestelijke land. Meningen van anders denkenden worden ook in onze huis- en studeerkamers geventileerd. Je wilt en moet op de hoogte blijven, nietwaar? Je neemt kennis van andere standpunten en onwillekeurig blijft er iets hangen, dat gaat werken. Het is altijd erg moeilijk geweest om onderscheid te maken en dat onderscheid vast te houden in de stroom van de tijd en de geest van de tijd. Bijna twee eeuwen geleden heeft Da Costa reeds op dit onderscheid gewezen. Met de stroom van de tijd gaan we allen mee, zelfs de meest conservatieve mens - denk maar aan kleding en woninginrichting, technische hulpmiddelen en mobiliteit om niet meer te noemen. Doch met de stroom van de tijd komt onwillekeurig de geest van de tijd mee: een nieuwe benadering van het leven; een verandering van denken; een ander levenspatroon, dat meer past bij de stroom van de tijd.

Waarin merkbaar?
Deze geestelijke erosie is helaas in ons christelijke leven merkbaar op allerlei manieren. Het betreft zowel leer als leven. De jaren zestig van de vorige eeuw zijn in dat opzicht cruciaal geweest voor deze afslijting. In de gereformeerde wereld begon het. De moderne theologie drong door in het bolwerk, dat een eeuw daarvoor was opgericht tegen het modernisme en liberalisme: de Vrije Universiteit. De A.R.Partij ging door de bocht; de NCRV werd breed oecumenisch en Trouw werd in veler oog ontrouw aan het vroegere uitgangspunt. Het slijtage proces werd opgemerkt. Er kwam verzet: de EO werd opgericht; het RD en Koers lieten van zich horen; een nieuwe kleine christelijke partij trad aan. Een Refo-zuiltje ontstond terwijl de drie andere zuilen werden gesloopt. Maar we zijn dertig, vijf en dertig jaar verder. De ontwikkelingen op allerlei gebied zijn razend snel gegaan.

De stroom van de tijd sleept ieder ongewild mee. En wat in wezen de geest van de tijd is, wordt afgedaan als je moet toch met je tijd meegaan'; er moet toch een geestelijk draagvlak zijn? Het is te merken in kerken en groepen. De Chr. Geref. Kerken en de Geref. Kerken Vrijgemaakt ontkomen er niet aan. Er worden meningen geventileerd, die tien jaar geleden krachtig zouden zijn weersproken. Het betreft de leer over het gezag van de heilige Schrift; bepaalde essentiële leerstukken als uitverkiezing en verzoening, die nu aan erosie onderhevig zijn.

We komen het verschijnsel tegen in de media. De Evangelische Omroep heeft ermee te maken op meer dan één gebied, waarin het opening gevende standpunt m.b.t. homofilie er uitspringt, maar het is net zo goed te merken bij de keuze van muziek. Het christelijk onderwijs ontkomt er niet aan; zelfs in kringen van het Reformatorische onderwijs worden dingen gezegd en gedaan, die enkele jaren geleden nog taboe waren.

Elke organisatie, zeer principieel en antithetisch opgesteld, krijgt er mee te maken. Besturen en redacties kunnen nog zo principieel zijn - de medewerkers en -werksters moeten het beleid uitvoeren. Zijn ze allen diep overtuigd van dezelfde uitgangspunten? We leven snel. Een klein beetje anders, een beetje soepeler kan toch ook wel? En daar ga je.

Hoe gaat het?
Hoe gaat dit proces? Voor mijn besef is het een zeven-stappen-proces.

Eerste stap of fase:
Krachtig en overtuigd tegen; we gaan de vijand met vliegende vaandels tegemoet; wij zijn diep overtuigd van ons gelijk.

Tweede stap:
Tegen een bepaald standpunt of levensinstelling, maar de toon is minder militant.

Derde stap:
Men zwijgt. Waar men vroeger op de ketting sprong daar laat men het nu aan anderen over. Je kunt toch ook niet altijd in de contramine zijn?

Vierde stap:
Twijfel - zijn we vroeger toch niet te scherp, te rechtlijnig geweest? Waren we niet erg trots op ons flinke standpunt en hebben we de mens achter het toen o.i. verkeerde standpunt niet vergeten?

Vijfde stap:
Versterkte twijfel - men is hoe langer hoe gevoeliger voor de tegenargumentatie van mensen, die toch ook niet dom en niet antichristelijk zijn. Je kinderen zeggen er ook het hunne van.

Zesde stap:
Wat men vroeger afwees, tolereert men nu en gaat men onderschrijven als ook een mogelijkheid. En tenslotte de

Zevende stap:
- de één maakt die vlugger dan de ander — nu is men voor een opvatting, waar men een paar jaar geleden fel tegen was.
Als men zo'n zwenking maakt van 180 graden en je hebt het gevolgd, zeg je bij je zelf: ook gij Brutus; ook jullie al verkeerd bekeerd?

Wat te doen?
We staan allen bloot aan hetzelfde afslijtingsproces. We hebben geen redenen om ons boven anderen te verheffen. Voor we het weten gaan we zelf ook mee. Hoe nodig is het dagelijks gebed: "theere, dat ik, dat mijn kerk, mijn organisatie staande mag blijven. Laat nooit de boze vijand toe dat hij ons enig hinder doe."

Daarnaast is het nodig onszelf steeds weer te onderzoeken: staan we nog op ons standpunt of is er bij ons ook sprake van afslijting van standpunten en overtuigingen. Uiteraard is het mogelijk dat we moeten veranderen op bepaalde punten van gedachten en houding, maar dan weloverwogen en niet onder de druk van de geest van de tijd of het postmoderne levensgevoel.

Tenslotte zullen we het afslijtingsproces moeten ontmaskeren; de achtergronden moeten blootleggen - niet hoogmoedig en betweterig; maar ootmoedig en bewogen. De pers heeft hier een belangrijke taak. We moeten geen gemeenschap hebben met de onvruchtbare werken noch met gedachten en standpunten, die een duistere oorsprong hebben, maar we zullen die ook moeten bestraffen - aan de kaak stellen; er tegen in gaan (Et. 5:14).

Onlangs preekte ik over Openb. 2:4: de eerste liefde verlaten. En daarop volgt: Gedenk waarvan gij uitgevallen zijt en bekeer u en doe de eerste werken. De eerste werken - terug naar de eerste
fase!

En zo niet: de kandelaar zal van zijn plaats worden genomen. De nacht valt over Nederland, waar het licht van het Evangelie zo helder heeft geschenen. Ter overdenking in reformatorische kazematten en evangelische tenten!

ds. J.H. Velema