Geheimenissen van het koninkrijk der hemelen (7)

Henk Schouten • 82 - 2006/07 • Uitgave: 13
Een parel van grote waarde (Matt. 13:45 ev.).
Bij het studeren op de gelijkenis van de schat in de akker zagen we in grote trekken wat de waarde was van de zielen van mensen waarvoor Christus zichzelf heeft overgegeven. Hij gaf alles op, met als doel ons mensen als Zijn schat te verzamelen. Bij een schat denken we meer aan een verzameling van kostbare artikelen, bij een parel gaat het meer om een eenheid waarin grote waarde geconcentreerd aanwezig is. Anders gezegd, bij een schat denken we aan de verzameling van geredde zielen, bij de parel denken we aan het lichaam dat gevormd wordt, de bruidsgemeente (1Kor. 10:17), of misschien zelfs aan de individueel geredde ziel.
In de gelijkenis van de parel krijgen we een nog dieper inzicht in de rijkdom van Zijn heerlijkheid, de erfenis bij de heiligen (Ef. 1:18).

We moeten weer eenzelfde moeilijkheid overwinnen, namelijk die van de gangbare uitleg. In die gangbare uitleg wil men in de parel de Here Jezus zien, de mens wordt dan voorgesteld als de koopman, die de fraaie parel zoekt en koopt. Ik geloof niet dat de mens in zijn oude natuur parels zoekt, ook zal hij niet alles verkopen om die éne parel te kunnen kopen. Onze behoudenis is op geen enkele manier door koop te realiseren. Dat was juist aanleiding tot de reformatie, het aflaatsysteem van Rome wekte groot ongenoegen. Het is onze Heer die de parel van grote waarde zocht en vond. Hij heeft alles verkocht om die parel te ontvangen. Al het zilver en goud was niet genoeg om de prijs te betalen. De vrijkoop van de mens gebeurde door de enige losprijs te betalen die voldoende was, onze Heer gaf Zijn eigen bloed, zijn eigen kostbaar leven. In 1 Petrus 1:18,19 lezen we: “wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam.”

De gelijkenis van de koopman is een oosters beeld, dat is voor de hand liggend. We moeten denken aan een oosters vorst, hij wil gesierd worden met die grote mooie parel.

Wat de gemeente is en heeft, heeft ze te danken aan het feit, dat Christus alles heeft verlaten wat Hij bezat, zelfs de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, voordat de wereld er was. Hij is mensenzoon geworden om de diepte van de dood in te gaan en zo de parel van grote waarde te zoeken en te vinden. We kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken van wat dat betekent, maar straks zullen we meezingen, het lied zoals we dat in Openbaring 5:9,10 vinden: “En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: ‘Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde.’”

Hoe ontstaat een parel?
De parel heeft haar bestaan aan een bijzondere ontwikkeling te danken. Er komt een verontreiniging in de schelp van de pareloester. Dat kan een zandkorrel zijn, of iets anders. Daardoor wordt het leven van de oester in de schelp bedreigt, de oester is niet in staat de indringer te verwijderen. Daarop volgt een eigenaardig proces: de oester begint van zijn eigen levenssappen af te scheiden, om daar het zandkorreltje mee in te wikkelen, steeds wordt een nieuw laagje om de indringer gesponnen. Dat wat de verontreiniging bracht is na verloop van lange tijd een parel geworden. De oester heeft de onreinheid met zijn eigen levenssappen tot een parel gemaakt.
De geestelijke les daaruit getrokken is eenvoudig, maar mooi. De zonde maakte de mens onrein. Onze Heer kwam in de wereld om de zonde als zodanig in zich op te nemen. Hij is tot zonde gemaakt; door de zonde in zich op te nemen heeft Hij onze gerechtigheid gerealiseerd. Hij heeft ons gemaakt tot koningen en tot priesters, doordat Hij ons heeft liefgehad en ons van onze zonden door Zijn bloed heeft schoongewassen. Zoals de parel zijn schoonheid ontving door de oester, zo ontvangt ook de gelovige zijn schoonheid door de Heiland. De positie van de gelovige is heel uniek, zelfs de engelen zullen daarbij achter blijven, geen van de engelen is gewassen door het bloed van het Lam.
Belangrijk is de vraag, weet u zich gekocht en betaald door die grote koopman?

De parel is een koningssieraad. Ze was bedoeld voor de oosterse vorst. Ze is een uniek exemplaar onder de sieraden. De parel is namelijk niet zoals de andere edelstenen als een mineraal aan de aarde onttrokken, maar uit een levend, dierlijk organisme ontstaan. Daarom is ze ook zo’n prachtig beeld van de gemeente. Hij is arm geworden, opdat gij rijk zoudt wezen (2Kor. 8:9). Hij heeft zich vernederd tot de dood, ja tot de dood aan het kruis, opdat Hij ons uit de duisternis zou trekken en brengen in zijn wonderbaar licht.

De gemeente wordt dus vergeleken met een kostbare parel. Bij parels is het van belang de goede transparante kleur te hebben. Daarom moet de gemeente en moeten de gelovigen zichzelf reinigen en zuiver bewaren, ze moet doorschijnend zijn. Dat wil zeggen, de heerlijkheid van Christus moet aan ons gezien kunnen worden. We zijn bedoeld om straks als koningssieraad te glanzen, maar hier en nu zijn we geroepen een levende brief van Christus te zijn, een geur van Hem, die onze Heiland is.

Straks daalt het nieuwe Jeruzalem af. De poorten van die stad zullen uit grote parels bestaan. Iedere keer wanneer we door zo’n paar’len poort naar binnen zullen gaan, zullen we beseffen wat het de Heiland gekost heeft, om ons de toegang tot die Godsstad te geven.
Lof zij het Lam, glorie aan God.

Ds. Henk Schouten