Gelijkenissen van het koninkrijk der hemelen (8)

Henk Schouten • 82 - 2006/07 • Uitgave: 14
Het visnet (zie Matt. 13:47-50)

Met deze gelijkenis sluit ik deze serie van gelijkenissen af. Had de eerste gelijkenis als thema het zaaien van het goede zaad, het woord van God. Bij deze laatste gelijkenis gaat het om de voleinding van de wereld. In de tussenliggende gelijkenissen hebben we gezien hoe satan er steeds op uit was om het werk van de Heer te frustreren en mensen van de Heiland vandaan te houden. Veel van dat werk van de boze gebeurde in het geniep, op verborgen en versluierde wijze, alleen door het geloof werd dit boze werk doorzien. Velen zien het niet, helaas.



Het voorbeeld van het visnet is er één uit het dagelijks leven. Juist de discipelen begrepen dit goed, het was hun vak. Het visnet was in de eerste eeuwen een bekend beeld en tot op vandaag is de vis een herkenningsteken voor christenen, ook door de letters van het Griekse woord voor vis. De letters staan voor de afkorting I-ch-th-u-s, in onze taal, Jezus-Christus-Gods-Zoon-Verlosser.

In de gelijkenis zien we viswater, vissers, vissen en de sortering van goede en slechte vissen. Het viswater, de zee staat voor de volkenmassa’s. Het net is het evangelie waardoor mensen samengebracht worden, de vissers doen als evangelieverkondigers hun werk. De engelen tenslotte verzorgen de sortering van de vis.



We zien dus een vermenging. Door de verkondiging van het evangelie worden veel mensen samengebracht. We zagen dat al eerder in het onkruid dat gezaaid werd, de gelijkenis van het zuurdeeg en het mosterdzaadje. De verborgenheid houdt in deze gelijkenis op. Nu wordt door het sorteren openbaar wie werkelijk bij de Heer hoort en wie niet.



De wederkomst van de Heer zal dat grote moment van schifting brengen. De Heer zelf zegt het zo: “In die nacht zullen er twee in één bed zijn, de één zal aangenomen, de ander zal achtergelaten worden. Twee vrouwen zullen samen bezig zijn met malen, de éne zal aangenomen, de andere achtergelaten worden” (Luc. 17:34,35).



Het net kan slechts een klein deel van de vissen vangen. De vissen die in het net komen, blijken dan ook nog tweeërlei te zijn. De zegen van het evangelie bereikt slechts een deel van de wereldbevolking. Velen zijn in de achterliggende eeuwen gestorven zonder ooit de blijde boodschap te hebben gehoord. Anderen zullen in diezelfde onwetendheid sterven. De Here God heeft zich vooral op de heidenen gericht, om uit hen een volk te verzamelen. Daarna zal de Here zijn werk weer via Israël voortzetten (Hand. 15:14), waarna de volkeren de Here zullen zoeken.



Deze gelijkenis heeft dus te maken met de voleinding van de wereld. Onze wereld heeft een doel, een bestemming. Het is geen eindeloze cyclus waarin mensen gevangen zitten, het gaat naar de voleinding. In de wederkomst van onze Heer zal alles verklaard worden. Zelfs de schepping ziet reikhalzend uit naar deze dingen (Rom. 8:19). Onze God zal komen en niet zwijgen (Ps. 50:3). Ik begrijp niet goed waarom ik dikwijls mensen spreek die over die toekomst niet willen nadenken. Dikwijls vlucht men in algemeenheden: we weten dag noch uur. Het kan nog wel duizend jaar duren en meer van die vrijblijvende onzin. Het laat alleen maar zien dat mensen feitelijk geen belang hebben bij de wederkomst en de ontmoeting met de Here Jezus. Een bruid zonder verlangen naar de bruidegom zou mijn bruid niet zijn. En de bruidegom zelf? De Hebreeënschrijver zegt het zo: ”Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, die, om de vreugde welke voor Hem lag, het kruis op zich genomen heeft” (Hebr. 12:2). Zal een bruid ooit tegen haar aanstaande echtgenoot zeggen, ik kijk nu nog niet naar je uit, kom maar over een jaar of tien, of nog beter, kom maar als ik dood ben. Toch leven veel kerkgangers zo.

Abraham, we noemen hem de vader van alle gelovigen, leefde ongeveer 4000(!) jaar geleden. Horen we bij Abraham iets over de toekomst en over de gemeenschap die er zijn zal met God en onze Here Jezus? Abraham had alle reden om te zeggen, daar houd ik me niet mee bezig, dat duurt nog zo verschrikkelijk lang. Het is echter anders, Abraham leefde met sterke verwachting, ”Hij verwachtte de stad met de fundamenten waarvan God zelf de ontwerper en bouwmeester is” (Hebr. 11:10).



De ondeugdelijke vis wordt weggeworpen. Deze mens wacht de eindafrekening, de vurige oven. Dit is een vreselijk woord. Dit woord is zo ernstig dat veel mensen het op allerlei manieren ontkennen. Soms gewoon botweg: ‘Er is geen eeuwige straf, geen poel die van vuur en zwavel brandt.’ Anderen stellen dat ongehoorzame mensen, na hun sterven gewoon ophouden te bestaan. Weer anderen raken gecharmeerd van de gedachte van reïncarnatie. ‘Je komt terug in het leven en hebt een kans het dan beter te doen, totdat je mogelijk na ontelbare kansen uiteindelijk het heerlijke bereikt.’

Een vrouw zei kortgeleden tegen me: “Ik wil mijn kinderen niet bekeren. Straks in de hemel is er geen herkenning, dan mis ik ze ook niet.”
Deze vrouw ging de confrontatie uit de weg. Hoe dikwijls ontlopen wij onze verantwoording. Ter wille van de lieve vrede zwijgen we, terwijl gesproken moet worden, want er is een eeuwig afgrijzen.

Ik geloof dat er wel herkenning is in de hemel. Ik zal de Heer kennen en Hij mij. Ook Mozes en Elia leefden en mochten Jakobus, Petrus en Johannes op de berg der verheerlijking ontmoeten; en herkenning was er!



De goede vis wordt in vaten verzameld. Dat is een beeld van de heerlijkheid, de zegen die er zijn zal voor ieder mens die zijn hart en leven aan Christus toevertrouwd. Bent u zo’n mens en hebt u die heilszekerheid. Er is geen andere weg waardoor mensen behouden moeten worden.



Ds. Henk Schouten