Geloofswerken

Jef de Vriese • 82 - 2006/07 • Uitgave: 22
Geloofsbelijdenis zonder heiliging dient nergens voor. Kijk naar Abraham, de vader van alle gelovigen (Rom. 4:11). Hij werd door God uitverkoren (Gen. 15:6). Zijn geloof was meer dan een intellectuele overstap van veelgodendom naar de ene ware God. Het offer van zijn zoon nam menselijk gesproken alle hoop weg, maar desondanks vertrouwde Hij God (Rom. 4:18). Zijn rechtvaardiging werd bewezen in zijn gehoorzaamheid. Indien dat bij ons ook zo is, zijn wij zonen van Abraham (Joh. 8:39; Gal. 3:7). Want net zoals Abraham een vriend was van God (2Kron. 20:7; Jes. 41:8), zijn wij vrienden van Jezus, indien ons geloof zich uitdrukt in gehoorzaamheid (Joh. 15:14), in werk van geloof (1Tess. 1:3). Werken demonstreren de volle ontplooiing van het geloof. Gebrek aan geloofswerken demonstreert vriendschap met de wereld. Maar onderwerping aan de wil van God, maakt dat Hij tot ons nadert (Jak. 4:8). Hij woont bij wie Zijn Woord bewaren (Joh. 14:23).

Zelfs een immorele vrouw als Rachab, een heiden, hoer en leugenaar, tegengesteld aan Abraham, werd de overgrootmoeder van David (Matt. 1:5) en staat in de rij van de geloofshelden (Hebr. 11:8, 17, 31). Zij verborg de spionnen en stuurde de achtervolgers de verkeerde weg op. Zij was gerechtvaardigd, omdat zij geloofde dat God de ene ware God was (Joz. 2:9-12). Haar geloof droeg vrucht in het feit dat zij bereid was voor Hem een risico te lopen en haar leven op het spel te zetten. Haar geloof drukte zich uit in werken.

Gebrek aan werken is het kenmerk van zondaars die in de zonde blijven.



Jef de Vriese