Geloven in...

Hans Kruisman • 84 - 2008 • Uitgave: 21
In een serie van drie artikelen schrijft Hans Kruisman over geloven. Vorige keer ging het over ‘geloven is…’.

Geloven in…

Wij dienen te geloven in Zijn naam!
In deze eindtijd waarin wij leven zien wij een sterke misleiding van satan die de wereld een religie geeft die naar het ‘eeuwig verderf’ voert. De naam van onze Here wordt beperkt tot de aardse naam ‘Jezus’ waardoor het woord ‘geloven’ een andere inhoud krijgt. Wij gaan op een praktische manier, middels een vraag, hierover nadenken.

Welke naam wordt in uw gemeente of kerk gebruikt voor onze Here?
Het valt mij op dat er zo weinig voorgangers zijn die de naam van onze Here volledig uitspreken. Ook in mijn gemeente spreekt de voorganger over ‘Jezus’ en zingen wij liederen die dikwijls alleen over ‘Jezus’ gaan. Natuurlijk mogen wij over ‘Jezus’ spreken, maar dienen die naam alleen te gebruiken wanneer dat past in ons onderwerp. Het is een ernstige ontwikkeling dat er zo slordig met de naam van onze Here wordt omgegaan. De inhoud van het zaligmakend geloof wordt hiermee versluierd. Dit ‘geloof in God’ zou wel eens de toets van de Schrift niet meer kunnen doorstaan. U zou, wanneer u voor Hem komt te staan, de afschuwelijke ontdekking doen dat dit geloof een misleidende weg bleek te zijn.

Hoe kunnen wij die misleidende weg vermijden? De Schrift spreekt over ‘In Hem geloven’ (Joh. 3:16). Dat betekent niet een geloven zoals Hij. Jezus Christus zelf dient de inhoud van mijn geloof te zijn. En alleen de naam ‘Here Jezus Christus’ geeft die inhoud duidelijk en volledig weer. Daarom spreekt het zaligmakend geloof over het geloof in Zijn naam. ‘…allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven’ (Joh. 1:12-13). En dit zaligmakend geloof kent een onveranderlijke inhoud omdat Christus, onze Here, onveranderlijk is. ‘Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid’ (Hebr. 13:8). Wat is de inhoud van die naam?

‘In Zijn naam’ d.w.z. in de naam van ‘Here’, want Hij is de Zoon van God. De eeuwige, de getrouwe, de ‘Ik ben’. Alleen Hij is aanbidding waardig (Matt. 4:8-10). Hem dienen wij te gehoorzamen (Joh. 3:36). Hij is het Woord dat in den beginne was (Joh. 1:1-4). En wie Hem kent, zal naar dat Woord luisteren, (1Joh. 4:1-6).
‘In Zijn naam’ d.w.z. in de naam van ‘Jezus’, want Hij is het die het volk Israël en de heidenen zal redden van hun zonden. Matt. 1:21-22; Jes. 49:6; 1Tim. 4:10. Daarom moest Jozef Hem die naam geven. Als ik geloof in de Redder, mijn Zaligmaker, die mij kan verlossen van mijn zonde, ben ik behouden.
‘In Zijn Naam’ d.w.z. in de naam van ‘Christus’,/i>, want Hij is de Gezalfde. Daarom is Hij, onze Hogepriester, mijn Middelaar die mij door Zijn bloed heeft gekocht en betaald. Hij is ook mijn borg. ‘…wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven…’ (Joh. 5:24); ‘…doch Hij heeft, juist doordat Hij in eeuwigheid blijft, een priesterschap, dat op geen ander kan overgaan. Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven…’ (Hebr. 7:24-26). Hij, onze Profeet, opent ons verstand en leidt en troost ons door Zijn Geest. Zijn naam is de openbaring van Wie Hij is.

Laten wij het bovenstaande nog eens kort samenvatten. Door te geloven in Zijn naam belijd ik de volgende woorden:
• Hij is mijn God
• Hij alleen is aanbidding waardig
• Hij alleen is gehoorzaamheid waardig
• Hij is het Woord
• Hij is mijn Zaligmaker
• Hij is mijn Middelaar die mij gekocht en betaald heeft door Zijn bloed
• Hij is mijn borg
• Hij opent mijn verstand

Alleen in die Naam wenst Paulus Hem te kennen. ‘Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, zou mogen komen tot de opstanding uit de doden…’ (Fil. 3:8-11).

Wij eren God met deze naam. ‘Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus’ (2Tess. 1:12 - Statenvertaling, helaas is de NBG-51 vertaling, onder invloed van de gnostiek, niet volledig) ‘Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten, dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die gij gekruisigd hebt’ (Hand. 2:36).

Laten wij geen genoegen nemen met het geloof dat zich beperkt tot Jezus, de Christus. Een ieder moet getuigen dat Hij ook Heer is. Hiermee erkennen wij de van toepassing zijnde sleutelwoorden: God; Woord; aanbidding en gehoorzaamheid.

Wij spreken alleen van een zaligmakend geloof waarvan de inhoud overeenkomt met de naam die de Vader aan Zijn Zoon heeft gegeven.
Alleen dit geloof zet ons in beweging waardoor wij Hem aannemen en ons bekeren. De satan heeft geen problemen met de mens die ‘gelovig of religieus’ is, maar wel met de mens die door het ‘zaligmakend geloof’ de enige weg tot behoud heeft gevonden.

Hans Kruisman