Getuigen zijn (1)

Henk Schouten • 78 - 2002/03 • Uitgave: 11
In deze serie een zevental typeringen van het karakter van ons dienen van de Here Jezus. Misschien helpt het ons om te zien hoe Gods Woord ons aanspoort om de Here Jezus vandaag in onze wereld te volgen. Vandaag de eerste: “getuigen”.

1. Getuigen
2. Dienstknechten
3. Medearbeiders
4. Evangelisten
5. Strijders
6. Vissers
7. Priesters


Het zal u wellicht niet onbekend zijn dat ons Nederlands woord 'getuige' een vertaling is van het Griekse woord 'martus'. Vervolgens herkennen we daar weer heel eenvoudig het woord 'martelaar in. Deze samenhang komen we al in het Nieuwe Testament tegen, bijvoorbeeld in Handelingen 22:20. Daar zien we hoe Paulus Stef anus 'uw getuige' noemt in verband met diens dood door steniging. Dezelfde dingen komen we tegen bij Antipas in Openbaring 2:13 en bij de twee getuigen in Openbaring 11:3.

Tenslotte noem ik hier de tekst uit Openbaring 17:6, daar zien we de vrouw 'dronken van het bloed der getuigen van Jezus'. Er is maar één conclusie mogelijk en dat is dat het niet meevalt om een getuige van Jezus te zijn, dit in weerwil wat vandaag soms naar voren lijkt te komen. Wie daadwerkelijk een getuige van Jezus zijn wil, zal dat al snel ervaren. Daarom is het zo geweldig dat de Here Jezus zelf ons Zijn Geest geschonken heeft, zoals Hij in Handelingen 1:8 had beloofd. 'Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt'. Ieder die een getrouw getuige wil zijn zal steeds deze kracht nodig hebben, want steeds zal de reactie van de wereld vijandschap zijn, wanneer we getuigen van onze Zaligmaker. De satan geeft niets om •_ godsdienstige toespraakjes, niets om boeken vol theologie waar nota bene dikwijls juist het kruis en het kruis dragen wordt ontkend. Satan wordt ook niet onrustig wanneer we maar een beetje napraten wat anderen ons hebben voorgezegd. Maar het is een slag in zijn gezicht wanneer we vrijmoedig spreken van het werk dat onze Heiland in ons leven gedaan heeft. Zo iemand was bijvoorbeeld de apostel Paulus. Hij had opdracht gekregen om als getuige van de Here Jezus aan te treden voor allerlei mensen, Joden en heidenen, hooggeplaatsten en eenvoudigen. Zijn leven heeft de littekens van dit getuige zijn op vreselijke wijze gedragen, in 2 Corinthe 12 vanaf vers 5 lezen we daar iets van.

We zien vandaag hoe dikwijls gelovigen rustig en stil over allerlei bijbelse items kunnen praten, maar zodra we als gelovige een persoonlijk getuigenis willen geven van wat de Here Jezus aan ons persoonlijk gedaan heeft, dan schiet er een brok in de keel en dan stokt de adem, alsof de trawanten van de satan hun hand op onze mond leggen en om met vreselijke dingen bedreigen als we toch wagen te getuigen.

Moeten we dan maar zwijgen? Natuurlijk niet, er is meer te zeggen. We mogen ons de woorden van Openbaring 12:10 en 11 herinneren. Daar staat de geweldige bemoediging: 'Nu is verschenen het heil en de kracht van onze God en de macht van Zijn Gezalfde; want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is nedergeworpen. En zij hebben hem overwonnen, door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis'.

Laten we , terwijl we uitzien naar die heerlijke verschijning van onze Here Jezus, getrouw zijn in het getuigen.

Hem wijd ik mijn liefde, mijn leven;
Hem dien ik, 't zij vreugd brengt of leed,
Zijn dienst schenkt een hemel op aarde;
Zorg toch dat ieder het weet.

(Zangbundel Joh. de Heer 689:4)

ds. Henk Schouten