God deed een wonder aan mij!
Klaas van der Heide (66) wordt geboren in gereformeerd gezin en opgeleid tot scheepstimmerman. Later gaat hij werken in het gevangeniswezen, vooral in Veenhuizen. In 1973 komt de diagnose: reuma. Gaandeweg loopt hij krom van de pijn. Op zijn 50e jaar moest hij wel worden afgekeurd.
De ziekte bezorgt hem hevige pijnen en de medicijnen worden steeds sterker. Maar op een dag, tijdens zijn dagelijkse fietstochtje wordt hij als ’t ware aangeraakt, de pijn vloeit uit zijn lichaam. Klaas wordt terstond genezen. Hij vertelt.
In het gevangeniswezen zat ik ook bij de mobiele eenheid voor de begeleiding van zware criminelen. Maar de reuma heeft mijn leven getekend. Het begon toen ik 27 jaar was. De pijn werd steeds heviger over mijn hele lichaam. Ik kreeg uiteindelijk portiersdiensten en werkte in de centrale meldkamer, aangepast aan mijn situatie. Ondanks alle pijn ging ik door, ik voetbalde in het eerste elftal van Veenhuizen. Ik wilde hardlopen, in beweging blijven. Ik zette me in voor het voetballen, ook in besturen en allerlei vormen van werk.
In de gereformeerde kerk waren we allebei actief, ook als ouderling. We hebben drie kinderen, maar één van hen, een dochter, verloren we toen ze zestien maanden oud was. Op zondagmorgen vonden we haar dood in haar bedje. Hersenvliesontsteking. Dat was een diep verdriet. Toch merkten we dat de Here in die tijd dichterbij ons was. Zeven jaar geleden is ook een kleinkind van ons overleden, aan een hartgebrek. Dan is het verdriet dubbel, bij jezelf en voor je kinderen, die hun kindje moesten afstaan. Op veel vragen krijg je nooit een antwoord.
Ik bleef midden in het leven staan. Maar als ik ’s morgens uit mijn bed kwam was ik zo stijf en had zo veel pijn. Ik heb allerlei behandelingen gehad, maar niets hielp. Je moet steeds meer loslaten. Even voetballen met de kinderen ging niet meer. Ik ben van nature erg sportief: schaatsen, voetballen, judo. Ik was altijd heel energiek en deed van alles. Een reuma-arts in het ziekenhuis zei: “Man wat heb jij een energie, Ik denk dat de reuma jou er nooit helemaal onder krijgt.” Ik bleef lopen, fietsen, sporten. Ik probeerde alles met doorzetten, maar de pijn was soms ondraaglijk.
De kinderen waren al de deur uit, toen het met ons geloofsleven allemaal anders werd. Mijn vrouw kwam uit de Pinkstergemeente van ds. Jan van Petegem in Zwaagwesteinde. Maar ik wilde gereformeerd blijven. Mijn vrouw schikte zich daarin. Ik wilde nooit naar een Pinkstergemeente. Ik vond het allemaal té …allemaal halleluja-gedoe. Ik had wel eens een doopdienst meegemaakt van mijn aanstaande schoonvader. Hij was katholiek, maar is tot levend geloof gekomen in een tentcampagne. Daar ging hij op een dag naar voren en werd later gedoopt in die Pinkstergemeente. Ik was van die doopdienst toch wel een beetje onder de indruk. Ze zongen daar een lied met het refrein: “Aan Uw voeten Heer, leg ik mijn leven neer.” Dat werd op zijn verzoek gezongen. Dat heeft mij veel gedaan. Maar het duurde heel lang voordat het dieper tot mijn hart doordrong. Ik was grootgebracht in de gereformeerde kerk en daar wilde ik blijven.
We stonden ook wel een beetje met een been in de wereld: uitgaan, lekker stappen, feesten, zo af toe tot diep in de nacht. Alcohol verzachtte de pijn. We wilden wel het goede voorbeeld geven aan onze kinderen. We lazen uit de Bijbel, ze gingen naar de christelijke school. We praatten er ook wel over met onze kinderen. Later ging onze dochter naar een evangelische kerk. Zij had een heel moeilijke periode van echtscheiding na ruim een jaar huwelijk. Ze zijn later gelukkig weer opnieuw getrouwd. God had een wonder in hun leven gedaan.
In die tijd gingen wij met haar mee naar haar gemeente. Een keer sprak daar een enthousiaste jongeman. Het leek alsof hij voor mij alleen preekte. Kort daarna was er een speciale dienst met als thema Groeien in het geloof. Ik werd opnieuw diep aangeraakt door het Woord van God. Wedergeboorte, groeien in het geloof… ik had zulke dingen nooit gehoord. Ik las dit ook in de Bijbel, maar ik had dit nooit eerder gehoord. Ik zat vastgeroest in mijn traditie. Ik kende die blijdschap ook niet. Een keer sprak iemand over totale overgave. Ik heb toen tegen de Here gezegd: “Raakt U mij aan. Ik wil u volgen, hier ben ik.” Toen ik van mijn knieën opstond viel er een last van mijn schouders en ik voelde dat ik een ander mens was geworden. De kracht van de Heilige Geest maakte dat allemaal mogelijk.
Ondanks alles had ik nog steeds onvoorstelbare pijnen. Maar mensen op straat, in de voetbalkantine en in de sporthal zeiden: “Man, wat ben jij veranderd. Wat is er met je gebeurd?” Ik zat vol van het vuur van de Geest. Ik hoefde niets te zeggen, de mensen zagen het aan me. Ik had een diep verlangen om steeds weer naar die evangelische gemeente te gaan. Ik ben toen naar de Bijbelschool geweest. Ik vroeg: “Here, zegt U maar wat ik moet.” Vijf maanden later droomde ik. Ik werd wakker en de Here legde de droom uit. Ik had gedroomd dat ik in een kelder was met een steile trap. Er stond een lange tafel met allemaal mensen eraan. Ze maakten allemaal een tekening. Ik pakte er een van die tafel en keek wat het was. Die tekening veranderde van kleur en wat uiteindelijk overbleef was een stuk zilverpapier. Van bovenaf viel er een soort regenwater op dat zilverpapier. Toen begon het ook nog te waaien en mijn zilverpapier waaide weg, door de luchtkoker naar buiten. Ik snapte er niets van. Maar de Here legde het mij uit. Ik nam Gods Woord in mijn hand, die tekening, maar de Geest besprenkelde het Woord en het werd zilverpapier, het zuivere Woord van God! Toen nam de Here het over en mijn zilverpapier was ik kwijt. “Ik doe het werk nu verder”, zei de Here. “Jij hebt het klaar.” Ik moest huilen, want de Here sprak zo diep tot mijn hart. Ik las in de Bijbel het verhaal van Abraham die zijn zoon offerde. Ik wist dat ik de weg moest opgaan om het Woord te brengen aan anderen. Dat doe ik nu! Ik voel soms zo een diepe liefde in mijn hart voor al die verloren mensen. Soms vluchten mensen weg voor het Woord.
Ik hoorde veel over genezing van zieken en ik bad er ook om. Ik was ook wel naar een genezingsdienst geweest, in de eigen gemeente met olie gezalfd, naar voren gegaan, maar de pijn bleef. ’s Morgens loop ik altijd een half uur en ’s middags ga ik fietsen. Ik ga over smalle paadjes en daar kan ik hardop bidden en de Here loven en prijzen, midden in weilanden en bos. Vaak stroomt Gods liefde dan in mijn hart. Op een keer, op dat smalle weggetje, het Smitslaantje, doorstroomde ineens Gods warme liefde mijn hele lichaam. Alle pijn vloeide mijn lichaam uit. Ik stapte van de fiets en wist dat ik was genezen. 38 Jaar reuma en nu plotseling alles weg! “Niemand zal het geloven”, dacht ik direct. Maar ik liep, sprong, danste. “Geen pijn, geen pijn, totaal niets”, riep ik hardop!
Na tien maanden ging ik voor controle naar de reumatoloog. Ik had hem niks gezegd. Hij kwam na de onderzoeken: “Ik snap hier niets van, alles is weg, de bloedbezinksels zijn normaal.” Toen zei ik: “Ja ik ben genezen.” Ik had er wel meer met hem over mijn geloof gesproken, maar hij moest daar niets van hebben. Ik had het verder nog steeds niet veel mensen verteld, maar toen wist ik dat ik het mocht vertellen aan iedereen! Alle medicijnen weg, hardlopen en springen zonder pijn. “Here, wat bent u goed!” Mijn huisarts zei: “Man, dit gebeurt nooit. Ik geloof niet, maar dit is wel een wonder!” Mijn familie, broers en zusters, reageerde heel koeltjes met: “O, dat is mooi”; ze draaiden zich om en begonnen gewoon over andere dingen. Ik was erg teleurgesteld.
Ik kom in allerlei kerken en kringen en getuig van wat God heeft gedaan. Ik schrijf brieven naar kerken over een kinderproject in Soedan, via Open Doors, en dan heb ik ook gelegenheid om te getuigen. God geeft open deuren in de kerken in de wijde omgeving. In een kerk hier hadden ze veel geld opgehaald voor Soedan, maar ik mocht niets vertellen over mijn genezing. Maar dat kon wel in de koffiepauze. Want mensen zien mijn ernstig vergroeide handen en vragen er dan naar. Dan mag ik weer getuigen van mijn Heiland!
Feike ter Velde
De ziekte bezorgt hem hevige pijnen en de medicijnen worden steeds sterker. Maar op een dag, tijdens zijn dagelijkse fietstochtje wordt hij als ’t ware aangeraakt, de pijn vloeit uit zijn lichaam. Klaas wordt terstond genezen. Hij vertelt.
In het gevangeniswezen zat ik ook bij de mobiele eenheid voor de begeleiding van zware criminelen. Maar de reuma heeft mijn leven getekend. Het begon toen ik 27 jaar was. De pijn werd steeds heviger over mijn hele lichaam. Ik kreeg uiteindelijk portiersdiensten en werkte in de centrale meldkamer, aangepast aan mijn situatie. Ondanks alle pijn ging ik door, ik voetbalde in het eerste elftal van Veenhuizen. Ik wilde hardlopen, in beweging blijven. Ik zette me in voor het voetballen, ook in besturen en allerlei vormen van werk.
In de gereformeerde kerk waren we allebei actief, ook als ouderling. We hebben drie kinderen, maar één van hen, een dochter, verloren we toen ze zestien maanden oud was. Op zondagmorgen vonden we haar dood in haar bedje. Hersenvliesontsteking. Dat was een diep verdriet. Toch merkten we dat de Here in die tijd dichterbij ons was. Zeven jaar geleden is ook een kleinkind van ons overleden, aan een hartgebrek. Dan is het verdriet dubbel, bij jezelf en voor je kinderen, die hun kindje moesten afstaan. Op veel vragen krijg je nooit een antwoord.
Ik bleef midden in het leven staan. Maar als ik ’s morgens uit mijn bed kwam was ik zo stijf en had zo veel pijn. Ik heb allerlei behandelingen gehad, maar niets hielp. Je moet steeds meer loslaten. Even voetballen met de kinderen ging niet meer. Ik ben van nature erg sportief: schaatsen, voetballen, judo. Ik was altijd heel energiek en deed van alles. Een reuma-arts in het ziekenhuis zei: “Man wat heb jij een energie, Ik denk dat de reuma jou er nooit helemaal onder krijgt.” Ik bleef lopen, fietsen, sporten. Ik probeerde alles met doorzetten, maar de pijn was soms ondraaglijk.
De kinderen waren al de deur uit, toen het met ons geloofsleven allemaal anders werd. Mijn vrouw kwam uit de Pinkstergemeente van ds. Jan van Petegem in Zwaagwesteinde. Maar ik wilde gereformeerd blijven. Mijn vrouw schikte zich daarin. Ik wilde nooit naar een Pinkstergemeente. Ik vond het allemaal té …allemaal halleluja-gedoe. Ik had wel eens een doopdienst meegemaakt van mijn aanstaande schoonvader. Hij was katholiek, maar is tot levend geloof gekomen in een tentcampagne. Daar ging hij op een dag naar voren en werd later gedoopt in die Pinkstergemeente. Ik was van die doopdienst toch wel een beetje onder de indruk. Ze zongen daar een lied met het refrein: “Aan Uw voeten Heer, leg ik mijn leven neer.” Dat werd op zijn verzoek gezongen. Dat heeft mij veel gedaan. Maar het duurde heel lang voordat het dieper tot mijn hart doordrong. Ik was grootgebracht in de gereformeerde kerk en daar wilde ik blijven.
We stonden ook wel een beetje met een been in de wereld: uitgaan, lekker stappen, feesten, zo af toe tot diep in de nacht. Alcohol verzachtte de pijn. We wilden wel het goede voorbeeld geven aan onze kinderen. We lazen uit de Bijbel, ze gingen naar de christelijke school. We praatten er ook wel over met onze kinderen. Later ging onze dochter naar een evangelische kerk. Zij had een heel moeilijke periode van echtscheiding na ruim een jaar huwelijk. Ze zijn later gelukkig weer opnieuw getrouwd. God had een wonder in hun leven gedaan.
In die tijd gingen wij met haar mee naar haar gemeente. Een keer sprak daar een enthousiaste jongeman. Het leek alsof hij voor mij alleen preekte. Kort daarna was er een speciale dienst met als thema Groeien in het geloof. Ik werd opnieuw diep aangeraakt door het Woord van God. Wedergeboorte, groeien in het geloof… ik had zulke dingen nooit gehoord. Ik las dit ook in de Bijbel, maar ik had dit nooit eerder gehoord. Ik zat vastgeroest in mijn traditie. Ik kende die blijdschap ook niet. Een keer sprak iemand over totale overgave. Ik heb toen tegen de Here gezegd: “Raakt U mij aan. Ik wil u volgen, hier ben ik.” Toen ik van mijn knieën opstond viel er een last van mijn schouders en ik voelde dat ik een ander mens was geworden. De kracht van de Heilige Geest maakte dat allemaal mogelijk.
Ondanks alles had ik nog steeds onvoorstelbare pijnen. Maar mensen op straat, in de voetbalkantine en in de sporthal zeiden: “Man, wat ben jij veranderd. Wat is er met je gebeurd?” Ik zat vol van het vuur van de Geest. Ik hoefde niets te zeggen, de mensen zagen het aan me. Ik had een diep verlangen om steeds weer naar die evangelische gemeente te gaan. Ik ben toen naar de Bijbelschool geweest. Ik vroeg: “Here, zegt U maar wat ik moet.” Vijf maanden later droomde ik. Ik werd wakker en de Here legde de droom uit. Ik had gedroomd dat ik in een kelder was met een steile trap. Er stond een lange tafel met allemaal mensen eraan. Ze maakten allemaal een tekening. Ik pakte er een van die tafel en keek wat het was. Die tekening veranderde van kleur en wat uiteindelijk overbleef was een stuk zilverpapier. Van bovenaf viel er een soort regenwater op dat zilverpapier. Toen begon het ook nog te waaien en mijn zilverpapier waaide weg, door de luchtkoker naar buiten. Ik snapte er niets van. Maar de Here legde het mij uit. Ik nam Gods Woord in mijn hand, die tekening, maar de Geest besprenkelde het Woord en het werd zilverpapier, het zuivere Woord van God! Toen nam de Here het over en mijn zilverpapier was ik kwijt. “Ik doe het werk nu verder”, zei de Here. “Jij hebt het klaar.” Ik moest huilen, want de Here sprak zo diep tot mijn hart. Ik las in de Bijbel het verhaal van Abraham die zijn zoon offerde. Ik wist dat ik de weg moest opgaan om het Woord te brengen aan anderen. Dat doe ik nu! Ik voel soms zo een diepe liefde in mijn hart voor al die verloren mensen. Soms vluchten mensen weg voor het Woord.
Ik hoorde veel over genezing van zieken en ik bad er ook om. Ik was ook wel naar een genezingsdienst geweest, in de eigen gemeente met olie gezalfd, naar voren gegaan, maar de pijn bleef. ’s Morgens loop ik altijd een half uur en ’s middags ga ik fietsen. Ik ga over smalle paadjes en daar kan ik hardop bidden en de Here loven en prijzen, midden in weilanden en bos. Vaak stroomt Gods liefde dan in mijn hart. Op een keer, op dat smalle weggetje, het Smitslaantje, doorstroomde ineens Gods warme liefde mijn hele lichaam. Alle pijn vloeide mijn lichaam uit. Ik stapte van de fiets en wist dat ik was genezen. 38 Jaar reuma en nu plotseling alles weg! “Niemand zal het geloven”, dacht ik direct. Maar ik liep, sprong, danste. “Geen pijn, geen pijn, totaal niets”, riep ik hardop!
Na tien maanden ging ik voor controle naar de reumatoloog. Ik had hem niks gezegd. Hij kwam na de onderzoeken: “Ik snap hier niets van, alles is weg, de bloedbezinksels zijn normaal.” Toen zei ik: “Ja ik ben genezen.” Ik had er wel meer met hem over mijn geloof gesproken, maar hij moest daar niets van hebben. Ik had het verder nog steeds niet veel mensen verteld, maar toen wist ik dat ik het mocht vertellen aan iedereen! Alle medicijnen weg, hardlopen en springen zonder pijn. “Here, wat bent u goed!” Mijn huisarts zei: “Man, dit gebeurt nooit. Ik geloof niet, maar dit is wel een wonder!” Mijn familie, broers en zusters, reageerde heel koeltjes met: “O, dat is mooi”; ze draaiden zich om en begonnen gewoon over andere dingen. Ik was erg teleurgesteld.
Ik kom in allerlei kerken en kringen en getuig van wat God heeft gedaan. Ik schrijf brieven naar kerken over een kinderproject in Soedan, via Open Doors, en dan heb ik ook gelegenheid om te getuigen. God geeft open deuren in de kerken in de wijde omgeving. In een kerk hier hadden ze veel geld opgehaald voor Soedan, maar ik mocht niets vertellen over mijn genezing. Maar dat kon wel in de koffiepauze. Want mensen zien mijn ernstig vergroeide handen en vragen er dan naar. Dan mag ik weer getuigen van mijn Heiland!
Feike ter Velde