God is getrouw

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 25
In onze tijd is de term ‘godsverduistering’ steeds verder ingeburgerd geraakt. Door de snelle secularisatie is men in de theologie gaan zoeken naar andere, naar men meent, meer oorspronkelijke, fundamenten van het christelijk geloof. Hierbij komt men vaak uit bij de Joodse traditie. Misschien is daardoor de term ‘godsverduistering’ opgekomen. Voor de bekende Joodse theoloog en filosoof, Martin Buber, is de God van Israël immers de grote Afwezige, of liever de grote Verborgene. Hij is er (misschien) wel, maar Hij laat zich niet zien of opmerken. Juist ook in de moderne theologie, waarbij de Bijbel de neerslag is van het geloof van mensen van vroeger, en niet de openbaring van de levende God, blijft Hij inderdaad de grote Afwezige. Als de zondagse preek niet meer is dan een verhaaltje van medemenselijkheid wordt de dagelijkse praxis niet meer dan het ‘hier en nu’. Dan is de mens aan zichzelf overgelaten.

Nu is ook het Nieuwe Testament in de eerste plaats een Joods boek. Jezus en de apostelen waren Joden. De eerste drieduizend gelovigen waren Joden. Paulus zegt: “Ik ben een Jood”. Het christelijk geloof is geboren in Jeruzalem, op de eerste Pinksterdag. Daarom zijn hun geschriften, ook de brieven van het Nieuwe Testament, door-en-door Joods, hoewel geïnspireerd door de Heilige Geest. Het is daarom altijd zeer verrijkend op zoek te gaan naar de oorspronkelijk bedoeling van wat staat geschreven en vanuit die Joodse achtergrond en vanuit het Joodse verstaan van de dingen de tekst te belichten. Als we in het Nieuwe Testament lezen over ‘het koninkrijk van God’ dat komt, dan was er geen enkele Joodse hoorder van deze boodschap, die dacht aan een geestelijk koninkrijk ergens in de onzichtbare wereld. Immers, alle profeten spreken juist van die aardse dimensies van dit koninkrijk, met Jeruzalem als centrum ervan. Daarom is het herstel van Israël en de herbouw van Jeruzalem, voor de komst van de Messias, van fundamentele betekenis. In deze zin is het van groot belang die Joodse achtergrond van het Nieuwe Testament te verstaan.

Maar juist dan komen we niet in de ‘Godsverduistering’ terecht, maar zien we duidelijk Gods handelen in deze wereld. Zijn Woord gaat letterlijk in vervulling. Hij doet wat de profeten van oudsher hebben verkondigd. De woorden van hoop en verwachting van Jesaja en Jeremia, van Daniël en Micha, worden in onze dagen, dwars door moeite, oorlog en strijd en ondanks alle terreur en haat tegen Israël, zichtbaar en tastbaar. Hoezeer dit ook door sommige kerkelijke leiders wordt bestreden, niemand kan om het profetisch Woord en de vervulling ervan in onze tijd, heen. Hoe vaak men allerlei bijbelse begrippen op één hoop gooit, om er een zogenaamde christelijke theologie van te maken, Gods werk gaat zichtbaar en tastbaar door, naar de Schriften. Onlangs nog verklaarde een theoloog van naam in ons land, dat Israëls terugkeer naar het land, als daad van God, alleen mogelijk geweest zou zijn als Israël zich aan het Verbond gehouden zou hebben. Deze geleerde ging daarmee op Gods rechterstoel zitten om Israël te veroordelen (verbondsbreuk) en ze Gods beloften te ontzeggen. Hij verklaarde Gods straf over het Joodse volk. Wat een hoogmoed! Zegt Gods Woord niet dat ook wij ontrouw zijn, maar dat God getrouw is (2 Tim. 2:13). Als de vervulling van Gods beloften van onze trouw zou afhangen, zou ons eeuwig behoud nimmer zeker zijn. Alle dingen liggen echter vast in Gods hand en in Gods beloften. Hij zal het doen, ondanks onszelf. Voor Israël, noch voor de Gemeente van Christus, hangt het van mensen af. Zo leren we steeds meer kennen van Gods genade, Zijn trouw aan Israël en daarom ook aan ons, heidenen.

Namens de Redactie
ftv