Image

God laat de zijnen nooit los 

Roelof Ham • 98 - 2022 • Uitgave: 9

‘Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel’ (Psalm 73:26). 

Ooit gebeurde er iets heel bijzonder tijdens een bidstond waaraan ik deelnam. Een broeder die dementeerde en die steeds meer zichzelf kwijtraakte in deze verschrikkelijke ziekte, bad een gebed waar alle aanwezigen diep van onder de indruk waren. Hij sprak woorden vol geestelijke diepgang, passie voor de Heer en wijsheid. Het leek of hij ineens even weer terug was als zijn oude zelf.  

Na zijn ‘amen’ stonden bij mij de tranen van ontroering in de ogen. Het was zo bijzonder, mooi en puur. Extra speciaal was dat het gebeurde in een fase van zijn ziekte waarin het juist allemaal steeds moeizamer werd en steeds zwaarder om te dragen voor hemzelf en voor zijn omgeving. Dit bijzondere moment was voor ons een concreet bewijs van de waarheid dat God de zijnen nooit loslaat. Dat ervoeren we allemaal.  

De worsteling van ziekte 
Ziek zijn is heel ingrijpend. Het kan mensen ontzettend diep raken en ons voor veel vragen zetten. De zieke zelf, maar ook zijn of haar omgeving. Voor velen immers is het nog moeilijker om geliefden te zien lijden dan om zelf te lijden. En als daarbij iemand van wie je houdt dan ook nog eens lijdt aan een ziekte waarbij ze zichzelf kwijtraken, waarbij wie ze altijd waren langzaamaan verdwijnt en ten onder gaat in het ziektebeeld, dan is dat extra zwaar. Het is alsof je al rouwt bij het leven, want je moet steeds weer opnieuw stukje bij beetje afscheid nemen, zowel de zieke van zijn of haar mogelijkheden als de naasten in het loslaten van delen van wie iemand was. Het verdwijnt voorgoed en komt niet weer terug. 

Dat dit vragen oproept is logisch en begrijpelijk. Waarom gebeurt dit? Waarom treft dit ons? Waarom nu? Waarom moet hij of zij deze zware weg gaan? Er kunnen ook vragen komen omtrent het geloof en soms zelfs omtrent het behoud van een persoon. Zeker als iemand niet meer zichzelf is en het persoonlijke geloof dat ze altijd hebben gehad, lijkt te zijn verdwenen. Of wanneer er sprake is van een verandering in persoonlijkheid waardoor dingen die men vroeger nooit voor mogelijk had gehouden nu opeens wel door iemand gedaan worden. Dingen soms die niet passen bij een kind van God. Hoe moet je dat duiden?   

Geloof door genade alleen 
De Bijbel leert ons dat geloven een gave van boven is en niet ons eigen werk. Romeinen 3 stelt heel duidelijk dat alle mensen zondig zijn en daarom Gods nabijheid ontberen, maar dat de liefde van God zo groot is dat Hij Zijn Zoon gaf door Wie wij gered worden. We worden ‘om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus’, zegt Romeinen 3 vers 24 even schitterend als duidelijk!  Dit gegeven moet niet onderschat worden. Het betekent dat wij werkelijk part noch deel hebben aan onze verlossing. God heeft ons gekocht en betaald met het bloed van zijn Zoon. Wij zijn verlost en worden gered. In Jezus worden we aldus opnieuw geboren.

Dat betekent dat daarmee het fundament van geloof is gelegd voor allen die werkelijk Gods kinderen zijn geworden. Dit is niet alleen een zekerheid voor ons als we worden aangevallen door de duivel in de geestelijke strijd, het is evenzo een zekerheid op de rest van onze levensweg. Wat er ook gebeurt, op deze verlossing mogen we ons beroepen. Hebreeën 12 leert ons in dit verband dat Jezus de Leidsman en Grondlegger, maar ook de Voltooier en Voleinder van ons geloof is. We lezen in het tweede vers van dat hoofdstuk deze passage: ‘…terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof.’ Wat hier met Leidsman is vertaald is in het Grieks archegos. Leidsman is een correcte en mogelijke vertaling, maar dit Griekse woord heeft ook de betekenis van ‘grondlegger’ in zich (wat bijvoorbeeld de NBV heeft). Het woord waarvan het is afgeleid betekent namelijk ‘beginnen’ en archegos duidt in die zin op degene die de eerste is, die iets begon, die het maakte en schiep en die aldus een leider is die voorgaat. Jezus is dus de Grondlegger van ons geloof en gaat ons voor als Eersteling en Leidsman, maar Hij is daarmee ook de Voleinder. Voleinder is in het Grieks teleioomes, wat tot het doel brengende betekent. Jezus zorgt als Voleinder dat ons geloof zijn doel bereikt in het eeuwige leven, de erekrans die ons wacht als wij de wedstrijd in het aardse hebben volbracht.   

Ook in ziekte 
Dit geldt ook voor hen die we verliezen aan ziekte, of die ziekte nou fysiek, psychisch of mentaal mensen claimt. Het citaat uit Psalm 73 boven dit artikel, geeft daar op een schitterende manier woorden aan. Asaf schrijft in dit lied: ‘Ik zal echter voortdurend bij U zijn, U hebt mijn rechterhand gegrepen. U zult mij leiden door uw raad, daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen. Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde. Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel.’  Dit is de belofte van Gods Woord. Als wij het niet meer kunnen, zal God het voor ons doen. Waar we ook door worden getroffen. De Heer is er en Hij laat nooit los wat Zijn hand is begonnen te doen, zegt Psalm 138 terecht.

Dit geldt voor u in uw ziekte en lijden als ook voor degene waarom u soms zoveel verdriet heeft. Velen hebben een zware weg te gaan van ziekte en tegenslagen in hun leven, maar Jezus geeft niet op. Hij is de Grondlegger en Voleinder van ons geloof. En Hij zal voleinden, Hij zal het tot zijn doel laten komen.  Daar hoeven wij nooit aan te twijfelen. En soms mogen we daar ook iets van zien, zoals ik in de anekdote waarmee ik begon heb omschreven. Maar zelfs als we dat niet zien en het donker lijkt te blijven, is God onveranderlijk. Christus heeft ons gekocht, Hij heeft ons verlost en daarin zal Hij onze Leidsman blijven. Hij zal voltooien, ook als wij dat niet meer kunnen. Wees gezegend, gesterkt en bemoedigd in die Heer.   

Roelof Ham