Gods andere kalender - Het Pinksterfeest

Arno Lamm & Miel Vanbeckevoort • 86 - 2010 • Uitgave: 10
In het voorgaande artikel over Gods Hebreeuwse kalender konden we zien dat God bijzondere dingen doet op vastgestelde bijzondere dagen. Gods feesten zijn als het ware repetities (‘mikrah’ genoemd in het Hebreeuws) voor de toekomende tijd en/of voor het grote Bruiloftsfeest. Ze moesten niet toevallig op vastgestelde tijden gevierd worden. Het is van groot belang om te verstaan hoe deze feesten in Christus vervuld zijn of nog vervuld zullen worden.

Vanaf de dag van het Feest der Eerstelingen1 werd elke dag geteld. 49 dagen (7x7!) moesten geteld worden, waarna op de 50e dag het Wekenfeest zou beginnen, het laatste voorjaarsfeest.2 Deze tijd wordt ook wel ‘het tellen van de omer’ genoemd. Deze uitdrukking verwijst naar de schoven van de oogst en ze komt uit Leviticus.3 Door dit dagelijks tellen van de omer wordt het Feest der Eerstelingen van de vroege gerstoogst verbonden met het Wekenfeest (“Shavuot” in het Hebreeuws) waarin ‘het brood der eerstelingen’ - dit waren twee beweegbroden, afkomstig van de tarweoogst - als een offer voor het aangezicht des Heren werd bewogen. Deze twee beweegbroden staan symbool voor Zijn gemeente die uit Israël en uit de heidenen zou voortkomen, de ene nieuwe mens, waarover de brief aan de Efeziërs het heeft.4 De grote oogst kon niet beginnen voordat de eerstelingen in de Tempel voor God waren bewogen.

Behalve dat het een belangrijk oogstfeest is, heeft het Wekenfeest ook een zeer belangrijke historische betekenis. Hoewel het volk van de Hebreeërs leefde onder het verbond dat God met Abraham had gesloten, had het gedurende 430 jaar als slaven deel uitgemaakt van het Egyptische systeem.5
Zeven weken na de uittocht uit Egypte ontving Gods volk op de 50e dag de Torah, Gods instructie. God maakte Zich kenbaar voor Zijn volk op die dag. Op de 50e dag na de opstanding van Jezus Christus als Eersteling maakte God zich evenzo kenbaar tijdens het Wekenfeest, door Zijn Heilige Geest uit te storten.6 Het eerste Shavuot vond niet plaats nadat Jezus was opgevaren naar de Vader, maar anderhalf millennium éérder bij de berg Sinaï. Jezus vervulde het Wekenfeest door precies op de juiste dag de Heilige Geest (‘Ruah ha-Kodesh’) als Helper en Trooster te sturen, als de Geest die heiligde.
In de woestijn werd op Sivan 6 een volk in zijn identiteit ‘opnieuw geboren’ en sloot het een vernieuwd verbond met God. Op exact dezelfde kalenderdag werd de Gemeente geboren onder het Vernieuwde Verbond door Jezus Christus. Het Wekenfeest (‘shavuot’) is dus in het Oude én het Nieuwe verbond nauw verbonden met Gods handelen om voor Zichzelf een volk apart te zetten, d.w.z. te heiligen.
Ook in de Talmud wordt het Pinksterfeest nadrukkelijk verbonden met het Pesachfeest, omdat de echte geestelijke bevrijding van Egypte pas kon beginnen nadat God aan Mozes via de Torah een nieuwe identiteit en instructie had gegeven aan Zijn volk. Het volk werd apart gezet door de Torah.

Tarwe, verbonden met het Wekenfeest, kent een andere oogstmethodiek dan gerst. Gerst, verbonden met het Feest der Eerstelingen, wordt als eerste oogst omhoog gegooid zodat de wind het kaf van het koren scheidt. De wind is hier een beeld van de Heilige Geest en velen geloven dat dit ook een voorafschaduwing is van wat er bij de opname van Zijn Bruid, van de wijze maagden zal gebeuren. Tarwe wordt later geoogst (het Wekenfeest) en heeft daarentegen een veel harder omhulsel, dat geplet moet worden om de tarwekorrel ervan te ontdoen.
Er zijn Bijbelgeleerden die bij deze tweede oogst denken aan de dwaze maagden die tijdens de grote verdrukking ‘geplet’ zullen worden en daarbij de aanvang van de Bruiloft van het Lam, de opname van de ‘gerstoogst’, zullen missen, maar vervolgens alsnog via het martelaarschap hun klederen zullen wassen tot eeuwig heil.7 Anderen wijzen ook op het volk Israël, waarvan velen in onze tijd nog niet tot het inzicht zijn gekomen dat Jezus de Messias is, maar waarvan een belangrijk deel door dit ‘geplet’ worden in de laatste dagen, de tijd van Jakobs benauwdheid, Hem zullen (h-)erkennen.
Dit Israel zal als tarwe ‘onder de druk van de dorsvloer’ geoogst worden, maar het zal zeker geoogst zijn bij Jezus’ wederkomst als Koning van de aarde, waarna Israël weer de centrale plaats in de wereld zal innemen onder Jezus’ heerschappij.

Het Wekenfeest wordt ook vergeleken met het sluiten van het huwelijkscontract (‘ketubah’) tussen God en Zijn volk. De bruidegom overhandigde het huwelijkscontract aan de bruid, die dit al of niet accepteerde. Daarna vertrok de bruidegom tot aan het moment van de echte bruiloft. Als bewijs van zijn liefde en als bewijs dat hij zou terugkeren om zijn bruid te halen liet hij geschenken achter. Bij de berg Sinaï presenteerde God Zijn huwelijkscontract8 aan Zijn volk. De Torah bevat de wederzijdse verplichtingen van deze ‘ketubah’ en tevens de belofte dat dit volk door het nakomen van de Torah een koninkrijk van priesters en een heilig volk zou zijn, uit alle volken Hem tot eigendom. Het volk Israël accepteerde toen dit huwelijkscontract.9
Parallel daarmee werd op het Wekenfeest, na de Hemelvaart van Jezus Christus, de Bruid van het Vernieuwde Verbond ervan verzekerd dat de Bruidegom zou terugkeren, toen Hij de Heilige Geest als onderpand, als huwelijksgeschenk achterliet voor Zijn Bruid. Ook in dit feest zijn de overeenstemmende gebeurtenissen dus een afspiegeling van Gods patronen.
Alhoewel sommige christenen denken dat de Torah op het Pinksterfeest, na Jezus’ Hemelvaart, heeft afgedaan door de uitstorting van de Heilige Geest, is het opmerkelijk dat Paulus ook na die tijd de Torah juist bevestigt.10 Paulus begreep dat de Torah en de Heilige Geest aanvullend waren en dus verschillende functies hadden. De Torah was immers het eerste huwelijkscontract tussen God en Zijn Gemeente, terwijl de Heilige Geest het complementaire huwelijksgeschenk was dat Jezus Christus achter liet voor de periode dat Hij niet op aarde zou zijn. De Heilige Geest zou ons er voortdurend aan herinneren dat de Bruidegom eens terug zou komen, zodat wij ons blijvend zouden heiligen naar Zijn Woord, in voorbereiding op Zijn komst.11
Het is precies naar dit gegeven dat de profeet Ezechiël verwijst; De ‘Heiligende Geest’ kwam in ons wonen zodat wij naarstig Zijn Woord zouden onderhouden.12 Het geheim van de heiliging is dan dat het een werk van God is en tegelijkertijd voor ons een opdracht. Hoewel een Jood met die dubbele werking geen probleem heeft, hebben veel christenen moeite met dergelijke combinaties. De Bruidegom verbindt zich aan de Bruid, maar de Bruid moet zich ook aan Hem verbinden. Wij horen éérst en dàn antwoorden wij en geven wij daarmee gehoor door te doén.

De lange droge zomer van de wereldgeschiedenis
Na de periode van de vier voorjaarsfeesten, die werd afgesloten door het Wekenfeest, maakte men zich in Israël op voor de lange droge zomer, voordat in de 7e maand, ‘Tishri’ - bij ons is dit september of oktober - de najaarfeesten beginnen. Ook hier loopt een parallel met de geschiedenis die verloopt tussen de eerste en tweede komst van Jezus Christus. De droge zomer zonder feesten weerspiegelt de lange periode vanaf het ontstaan van de eerste gemeente op het Pinksterfeest tot aan de opname van die Gemeente en enige tijd daarna, de wederkomst van Jezus als Koning. In die periode valt in Israël nauwelijks regen. Ook dat lijkt een voorafschaduwing van de droge en soms duistere eeuwen die volgden, waarbij de kerken onder een gedeeltelijke bedekking kwamen en de betekenis en waarde van hun wortels niet meer konden zien.
Dat deze inzettingen nu weer worden herontdekt, past misschien wel heel erg in de aanwijzing van God aan Daniël. God zei tegen Daniël dat bepaalde profetieën - die voor Daniël op dat moment ook niet duidelijk waren - tot de eindtijd verzegeld zouden blijven.13 In de eindtijd zou de betekenis duidelijk worden voor die gelovigen die dan zouden leven en die onderzoek zouden doen én zich zouden laten reinigen en zuiveren en louteren.14

De droge zomermaanden kennen geen Bijbelse feesten. Nu we weten dat Jezus Christus de voorjaarsfeesten exact vervulde op de gestelde kalenderdagen, zal Jezus ook als Koning op aarde terugkomen tijdens de najaarsfeesten? Is dat misschien één van die dingen die in Daniël bedoeld zijn? Laten we bidden voor meer inzicht en - zoals de bruid - ons intussen reinigen en werken aan ons Bruidskleed.15 Laten we ons door Hem laten heiligen voor Zijn doel met ons leven, niet vergetend dat Hij ook een verterend vuur is voor de goddelozen. Dat verterend vuur was er al op de berg. Precies in die context staat geschreven dat de priesters zich moesten heiligen, ‘opdat de Here niet tegen hen zou losbreken’.16 Zijn wij klaar om Hem te ontmoeten? Hij doopt met Geest én met vuur.

Miel Vanbeckevoort en Arno Lam

Voetnoten
1 Op het Feest der Eerstelingen stond Jezus op. Voor meer uitleg: zie artikel in Paasnummer 2010.
2 Leviticus 23:15-17,21
3 Leviticus 23:15
4 Efeziërs 2:15
5 Exodus 12:40-41 spreekt over 430 jaren ‘juist op de dag af’.
6 Handelingen 2:1-13 Er waren honderdduizenden pelgrims tijdens het Wekenfeest in Jeruzalem (Deuteronomium 16:16).
7 Zie daaromtrent enerzijds Openbaring 3:10,21 en anderzijds Openbaring 7:9-14
8 Exodus 19:5
9 Exodus 19:7-8
10 Handelingen 21:17-22:1
11 Zie o.a. Openbaring 22:17
12 Ezechiël 36:26-28
13 Daniel 12:4
14 De opkomst van de Messiaanse beweging, de vervulling van belangrijke eindtijdprofetieën, de ontdekking van de Dode Zeerollen en de bijzondere werking van de Heilige Geest in onze tijd zijn daar voorbeelden van. Zie Daniël 12:4b en 9-10
15 Openbaring 19:8 identificeert het ‘smetteloos fijn linnen’ als ‘de rechtvaardige daden der heiligen’
16 Exodus 19:22