Gods oogappel

Dirk van Genderen • 87 - 2011 • Uitgave: 9
Je oogappel is zo ongeveer het meest gevoelige deel van je lichaam. Die bescherm je, daar ga je voorzichtig mee om. De Bijbel zegt dat God ook een oogappel heeft, namelijk Israël. In Zacharia 2:8 staat het zo: ‘Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Nadat Hij heerlijkheid heeft beloofd, heeft Hij mij gezonden tot die heidenvolken die u beroven, want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan.’ Moet u nagaan, hoezeer het God raakt, wanneer iemand Zijn volk aanraakt.

Ik denk dat we bij lange na niet beseffen hoe belangrijk Israël is voor God. Hij heeft een buitengewoon bijzondere relatie met Zijn volk. We lezen er uitgebreid over in Zijn Woord.
Vanuit de hemel ziet de Here hoe de volken, maar ook de kerken en gemeenten, zich opstellen tegenover Zijn oogappel. Laten we daar niet te lichtvaardig over denken.

De wereld speelt momenteel met vuur. Steeds meer landen laten officieel weten dat ze bereid zijn een zelfstandige Palestijnse staat te erkennen, die wellicht in september aanstaande wordt uitgeroepen. Een staat, gegrondvest op gebied dat Israëls God aan Zijn volk heeft toegezegd: Judea, Samaria, evenals het deel van Jeruzalem dat zij claimen. Deze landen beseffen niet dat ze hun eigen land, hun eigen volk hierdoor in gevaar brengen.
Joël 3:1-3a zegt immers: ‘Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld. Zij hebben het lot geworpen over Mijn volk.’
De Here ziet het hoe de volken zich opstellen tegenover Israël en het Joodse volk. Wanneer ze hun vingers uitsteken naar Zijn volk, raken ze Zijn oogappel aan.

Dringend zou ik deze landen willen oproepen terug te keren van deze weg die naar de ondergang voert. Laten we bidden dat de Nederlandse regering nooit deze stap zal zetten.
Verscheidene volken en landen hebben reeds gemerkt dat er geen zegen op rust wanneer men zich tegen Israël en het Joodse volk keert. De geschiedenis spreekt daar duidelijk over. Misschien schrijf ik daar nog wel eens een apart artikel over.

Wie het nieuws volgt en de Bijbel kent, is niet verbaasd over de huidige ontwikkelingen in met name Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Op internet verschijnen inmiddels oproepen aan de Arabische moslimwereld om massaal in actie te komen tegen Israël, waarbij de datum van 15 mei wordt genoemd als start van de derde intifada. Op één van die sites las ik het einddoel: ‘alle Joden wegjagen uit Israël, naar de havens, de zee in of op schepen, terug richting Europa, waar ze vandaan zijn gekomen.’ Afschuwelijk, maar ook veelzeggend. De moslimwereld duldt geen Joodse staat. Niet een zelfstandige staat Palestina is het einddoel, maar het totaal verdrijven van alle Joodse mensen uit het land.
Mij komen de woorden uit Zacharia 12:2-4 te binnen: ‘Zie, Ik ga Jeruzalem maken tot een bedwelmende beker voor alle volken rondom, ja, ook tegen Juda zal het gaan bij de belegering van Jeruzalem. Op die dag zal het gebeuren dat Ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor al de volken. Allen die hem optillen, zullen zichzelf zeker diepe sneden toebrengen, en al de volken van de aarde zullen zich tegen haar verzamelen. Op die dag, spreekt de HEERE, zal Ik alle paarden met schichtigheid slaan en hun ruiters met krankzinnigheid. Maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openhouden en alle paarden van de volken zal Ik met blindheid slaan.’

Er is ook een andere kant: De Here zal ieder zegenen die Zijn volk zegent. Dat verzin ik niet, dat zegt het Woord: ‘Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben’ (Psalm 122:6). Vergeet het niet: De Here waakt over Zijn Woord, om dat te doen (Jeremia 1:12).
Laten we ook als kerken en gemeenten, als christenen, nagaan hoe onze houding is ten opzichte van Israël. Ondertussen mogen we uitzien naar het moment dat heel Israël zalig zal worden (Romeinen 11:26). De Here zal voor Zijn volk strijden (Zacharia 14:3).

Dirk van Genderen