Gods tempo

Jan van Barneveld • 86 - 2010 • Uitgave: 14/15
Turkije
Alles gebeurt in een steeds sneller tempo. Vooral als het Israël en de Bijbelse profetieën betreft. Turkije was een paar jaar geleden nog de enige bondgenoot van Israël (en van de VS) in de vijandige regio. Plotseling en onverwachts is het machtige Turkije veranderd in een gevaarlijke vijand. Een ontwikkeling die, volgens de Rabbinale Raad van Judea en Samaria, past in het scenario van de Gog-Magog oorlog die in Ezechiël 38 en 39 wordt voorzegd. Een groot aantal volken die onder leiding van de beruchte Gog Israël overvallen, kunnen in het moderne Turkije worden gelokaliseerd.
Amerika was de wereldmacht die als het erop aankwam Israël steunde. Nu, onder president Obama en zijn regeringsteam, is die steun veranderd in voortdurende druk en kritiek op Israël. Deze houding is voor de islamitische vijanden van Israël een duidelijke aanmoediging om steeds feller en krachtiger tegen Israël tekeer te gaan. Een oorlog is daardoor bijna onvermijdelijk geworden.
Israël staat alleen, zoals Bileam profeteerde: ‘Zie een volk, dat alleen woont en onder de natiën zich niet rekent’ (Numeri 23:9). Een andere vertaling zegt: ‘…en zal onder de naties niet gerekend worden.’ De leugenpropaganda rond en over Israël heeft het land tot paria onder de volken gemaakt. God zegt van dit Israël: ‘Maar gij, Israël, mijn knecht… die IK gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken… IK heb u verkoren en u niet versmaad… zie allen die tegen u in woede ontstoken zijn, staan beschaamd en worden te schande; de mannen die u bestrijden, worden als niets en komen om…’ (Jesaja 41:8-11). Ook dit zal in een snel tempo gebeuren, want God heeft blijkbaar haast om zijn woord te vervullen. ‘IK, de HERE, zal het te zijner tijd met haast volvoeren’ (Jesaja 60:22). Ook op andere terreinen zien we razendsnelle ontwikkelingen.
Hoe houden we zicht en overzicht op al die gebeurtenissen? Dat kan als we naast de krant de Bijbel lezen. De sleutel om deze tijd te verstaan in het licht van de Bijbel kent u: We leven nu in de tijd waarin God bezig is Israël te herstellen. De wereldmachten en dus de wereld, verzetten zich daar fel tegen. De Here Jezus onderwees Zijn discipelen en dus ook ons, dat vlak voor de eindtijdgebeurtenissen en Zijn komst, er een periode komt die HIJ noemt: ‘het begin van de weeën’ (Matteüs 24:8). Rabbijnen noemen deze tijd ‘de weeën van de Messias’. We zien dan ook dat die weeën steeds sneller komen en steeds feller worden. Zo gaat dat met weeën, zo heeft de Here het voorzegd en zo zien we het gebeuren. De tijd van weeën is een moeilijke tijd, maar ook een tijd van verwachting en hoop. De Koning komt!

Gods tempo
Als de Here Zijn grote Naam over Mozes uitroept, is één van de eigenschappen die Hij noemt: lankmoedig. Een moeilijk woord dat vaak wordt vertaald met: Geduldig. Het woordenboek verklaart: ‘veel kunnen verdragen, voordat men boos wordt’. Daarom is een goede vertaling: ‘Langzaam tot toorn’. Petrus zegt: ‘Hij is lankmoedig jegens u, daar HIJ niet wil, dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen’ (2 Petrus 3:9).
Gods lankmoedigheid over ons zondige land is een groot wonder. Hetzelfde geldt voor de kerk. We hebben bijna 2000 jaar de kans gehad om de Grote Opdracht te vervullen. ‘Maakt alle volken tot mijn discipelen…’ Honderd jaar na de grote zendingsconferentie in het Schotse Edinburgh is er niet zoveel vooruitgang geboekt. Vuur voor zending is er bij weinig kerken in het Westen. En toch is ook hier Gods haast. Immers de Here Jezus zegt in Zijn rede over ‘de laatste dingen’: ‘En dit evangelie van het Koninkrijk zal in de hele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde gekomen zijn’ (Matteüs 24:14).
Ook in dit verband komt er een einde aan Gods lankmoedigheid, want we zien dat het Evangelie zeer snel gaat. ‘Hij zendt zijn bevel op aarde, zijn Woord loopt zeer snel’ (Psalm 147:15). Via radio, tv en satellieten gaat het zelfs met de lichtsnelheid over heel de aarde. In onbereikte gebieden komen veel mensen tot geloof. Gods Geest werkt op een wonderlijke manier in de harten van moslims. Visioenen en dromen en de prediking van het Evangelie brengen ook hen tot de Here Jezus als Zoon van God en Verzoener van onze zonden. Hier, in het Westen: afval (zie 2 Tessalonicenzen 2:3). Daar: een machtig werk van Gods Geest, omdat de Here rechtvaardig is en ieder een kans wil geven om tot geloof te komen. We zien Gods haast in verband met het herstel van Israël. ‘IK ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand....in gloeiende ijver ben IK ervoor ontbrand’ (Zacharia 1:14 en 8:2). Als het Gods tijd is gaat het ook snel.

De tijd van de weeën
De hoofdstukken Jeremia 30 en 31 gaan over het herstel van Israël, de komst van de Koning en de weeën die in die periode over Israël en de wereld zullen komen. Deze profetie zegt duidelijk dat het over onze tijd gaat: ‘…in het laatste der dagen zult gij dat inzien’ (30:24). Eerst een paar profetieën die vervuld zijn of bezig zijn vervuld te worden:
‘Want, zie de dagen komen… dat IK hen terugbreng in het land dat IK aan hun vaderen gegeven heb’ (30:3).
‘Gij zult weer wijngaarden planten op de bergen van Samaria en wie ze planten zullen ook de vrucht genieten’ (30:5).
‘IK verlos u uit verre streken…’ (30:10).
‘IK breng hen uit het land van het noorden en verzamel hen van de einden van de aarde’ (31:8).
‘Een nieuw verbond voor het huis van Israël en het huis van Juda’ (31:31).
‘Ja, IK heb u liefgehad met een eeuwige liefde’ (31:3).

Nu enkele ‘weeën’ over Israël. Weeën die nu begonnen zijn:
‘Angstgeschreeuw horen wij, schrik en geen heil…’ (30:5).
‘Wee… een tijd van benauwdheid is het voor Jakob, maar daaruit zal hij gered worden’ (30:7).
‘Dodelijk is uw breuk, ongeneeslijk uw wond’ (Holocaust?!) Maar er is genezing: ‘Want IK zal u genezing schenken’ (30:12 en 17).
‘Want IK heb u geslagen, zoals een vijand slaat…’ (30:14, Holocaust?).
‘Niemand is er die het voor u opneemt’, zoals we het nu zien gebeuren! ‘Omdat men u, Sion, de verstotene noemt’ ; Israël als paria onder de naties! (30:13 en 17)

Tegelijk oordelen over de volken:
‘Want IK zal met alle volken waaronder IK u verstrooid heb, voorgoed afrekenen…’ (30:11).
‘Daarom zullen allen die u verslinden verslonden worden, al uw vijanden samen in gevangenschap gaan’ (30:16).
‘Aan al zijn verdrukkers zal IK bezoeking doen…’ (30:20).
Dan zijn er beloften waarvan er veel in het Vrederijk volledig vervuld worden. Bijvoorbeeld: ‘Zij zullen de HERE, Hun God, dienen en David, hun koning’ (30:9); de tempel wordt herbouwd (30:18); Efraïm, Gods eerstgeborene, Gods lievelingszoon (31:9 en 20); een nieuw verbond (31:31-33); en hoop voor de toekomst (31:17).

De tijd waarin wij leven
We leven in de tijd van de weeën van de Messias, de tegenstand van de wereld. Maar ook in de tijd dat God versneld doorgaat met Zijn verlossingsplan. Een tijd waarin oorlogen om Jeruzalem (Zacharia 12 en 14) of van Gog-Magog (Ezechiël 38,39) kunnen losbarsten. Een tijd van toenemende druk op Bijbelgetrouwe christenen en op Israël; van verdere terugkeer van de stammen van Israël en van geestelijke herstel van Gods volk. Ten slotte… een tijd waarin alles razendsnel gaat en die elk moment kan uitlopen op de ‘nacht waarin niemand werken kan’ (Johannes 9:4). Ook een tijd vol machtige werken van de HEER en vol hoop. Want ‘wanneer deze dingen beginnen te geschieden, heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing komt’ (Lucas 21:28).

Jan van Barneveld