Groot is Zijn hemelse oorsprong

Feike ter Velde • 78 - 2002/03 • Uitgave: 20
De persoon van de Here Jezus Christus is altijd omstreden geweest. Het geloof in Hem, als Zoon van God, beter nog: als God de Zoon, is essentieel in het licht van de bijbelse openbaring. Tegelijkertijd is het een kruispunt waarop wegen scheiden. Moderne en intelligente mensen die in onze wereld willen meetellen, ontkennen vaak de Godheid van Jezus. In kerk en theologie is Hij voortdurend onderwerp van gesprek èn von conflict. Hij wordt dan ook genoemd ''een vol en een opstanding. voor velen" en "een teken dat weersproken wordt" Cc. 2:34i. Steeds weer moet worden gevraagd "Wie is Jezus'' en steeds weer moet ieder persoonli daarop het antwoord geven. Dat antwoord vraagt een keuze en die keuze bepaalt ten diepste wie je bent.

Om direct maar met de deur in huis te vallen: "Jezus Christus was voluit God en voluit mens in één Persoon en zal dat eeuwig zijn". Zo leert ons het Woord van God en daarmee is de toon gezet voor wat hier verder volgt. Spreken over de hemelse oorsprong van Jezus Christus betekent, dat men zich bezig houdt niet een groot mysterie. Toch vinden we in de bijbelse openbaring meer dan voldoende houvast om het. geloof in dit mysterie ook voor moderne en intelligente mensen mogelijk te maken. DeBijbel vraagt niet het onmogelijke van ons.

Ten eerste wordt ons meegedeeld, dat Jezus in de moederschoot van Maria werd verwekt door de Heilige Geest. Het Woord, dat rechtstreeks van de troon van God kwam, was het `goddelijke zaad' (1 Petr. 1:23). Mensentaal als Woord van God van de lippen van de engel Gabriël, rechtstreeks van de levende God, is hier liet geheimenis. Door ditzelfde Woord werden alle dingen geschapen (Joh. 1:3). Die taal, dat Woord, is scheppend, door de kracht van de Geest. Door Woord en Geest werd Jezus verwekt in de moederschoot en daarom is Hij God en mens tegelijkertijd. "Het Woord is vlees geworden" — wordt van Jezus gezegd.

Geboren uit een vrouw en zo gekomen in het menselijk geslacht is een uniek gebeuren, geopenbaard in profetische Schriften. De Bijbel zegt: "Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij rust op Zijn schouder en men noemt Hem: "Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader. Vredevorst" (Jes. 9:5). De Zoon van God, die geboren werd uit een vrouw, als mens, wordt hier "Sterke God" en "Eeuwige Vader" genoemd.

Dit stijgt uit bóven menselijk bevattingsvermogen. Het christelijk geloof — beter gezegd: het geloof in Jezus Christus — is dan ook gefundeerd op openbaring. Die openbaring wordt gevonden in de Bijbel. Eeuwen tevoren spraken de profeten van dingen die ze soms zelf niet begrepen. Zo sprak David over Jezus Christus als "mijn Here" - Adonai is het Hebreeuwse woord (Ps. 110:1). Die naam `Here' wordt gebruikt voor God Zelf, maar in deze psalm spreekt God (in het Hebreeuws: JHWH) over Christus aan Zijn rechterhand. Het staat er zo: "Aldus luidt het woord des HEREN (JHWH) tot mijn Here (Adonai)". Ook dat tweede woord `Here' (Adonai) is een OT-naam van God — maar meer specifiek: van God de
Zoon, zoals ook in deze psalm.

Het Nieuwe Testament legt dit zo uit en past het toe in die wonderbare prediking van Petrus, op de Pinksterdag (Hand. 2:34, 35). Door deze uitleg en toepassing van de bijbelse openbaring door Petrus ° kwamen op die dag drieduizend Joden tot geloof in Jezus, de Messias! Door de waarheid van het Woord werden ze overtuigd. Die overtuiging kwam echter van de Heilige Geest, die altijd met het Woord van God samenwerkt. Woord en Geest doen samen — met eerbied gesproken — een levenwekkend werk tot op vandaag!
Zoals dat gebeurde bij Maria, de moeder van Jezus. We lezen dat het Woord van God tot haar kwam door de engel Gabriël, ze geloofde dat Woord en nam het aan, en ze profeteerde door de Geest een profetische lofzang. Woord en Geest werkten samen in moeder Maria en Jezus werd verwekt in haar schoot. Een wonderbaar mysterie van de levende God, die ook door Zijn Woord hemel en aarde heeft geschapen, uit het niets! Door Zijn Woord formeerde Hij het licht en vandaar uit schiep Hij alle dingen.

Jezus Christus is voluit God en voluit mens in één Persoon en zal dat eeuwig zijn. Deze stelling is dan ook voluit in overstemming met de Bijbel, zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Het is de geloofsbelijdenis van de Kerk der eeuwen en moet ook vandaag steeds weer worden verdedigd en bevestigd.

Die stelling moet ook voor intelligente mensen mogelijk zijn te onderschrijven. Vaak wordt het als `mythe' bestempeld. Dat komt echter omdat men de Bijbel geen absoluut gezag meer toekent. Alles moet door ons verklaard kunnen worden, hoewel wij, als `generatie van de wetenschap', onszelf niet eens kunnen verklaren.

Met het loslaten van het absolute en goddelijke openbaringsgezag van de Bijbel kan men dan ook alle kanten op. Men verklaart het Nieuwe Testament dan als "de neerslag van het geloof van mensen uit vroegere tijden" — niet als het geïnspireerde Woord van God. Menselijke woorden vanuit menselijk geloven heeft voor ons natuurlijk geen enkele betekenis die gezaghebbend is. De machtige God van de schepping, de eeuwige God, heeft in onze moderne cultuur beperkingen opgelegd gekregen.

Wie het echter voor mogelijk houdt dat de levende God ook de Schepper is van hemel en aarde en er al vóór alle eeuwigheden was, vindt het niet moeilijk dat Zijn Zoon, God de Zoon, één met de Vader en de Geest, tot ons kwam in menselijke gestalte, geboren uit een vrouw en zo "voluit God en voluit mens is in één Persoon en dat zal eeuwig zijn". Toch blijft het een mysterie, dat de kerk der eeuwen als mysterie met zich mee draagt.

Het leven en de natuur is vol mysteriën. Maar de eeuwige God, die alles schiep: het wonder van de levende cel met al zijn enorme potentie en het hele universum met zon, maan en sterren, kent geen mysteriën. Alles kwam voort uit Zijn hand.

Van God de Zoon zegt de Schrift: "Gij Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest en de hemelen zijn het werk Uwer handen, die zullen vergaan, maar Gij blijft" (Hebr. 2:10).

Feike ter Velde