Grote blijdschap

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 20
Grote blijdschap



En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van Keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.



Deze eerste beschrijving geschiedde, toen Cyrenius over Syrië stadhouder was.



En zij gingen allen om beschreven te worden, een ieder naar zijn eigen stad.



En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem genaamd wordt, omdat hij uit het huis en geslacht van David was;



Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.



En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou.



En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.



En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld, en de wacht hielden over hun kudde.



En zie, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze.



En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk ten deel zal vallen;



Namelijk dat u heden geboren is de Heiland, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids.



En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kind vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.



En van stonde aan was er met den engel een grote hemelse legermacht, prijzende God en zeggende:



Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.



En het geschiedde, als de engelen van hen weggevaren waren naar den hemel, dat de herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk de Heere ons heeft verkondigd.



En zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de kribbe.



En als zij Het gezien hadden, maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kind gezegd was.



En allen, die het hoorden, verwonderden zich over hetgeen hun gezegd werd door de herders.



Doch Maria bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart.



En de herders keerden terug, verheerlijkende en prijzende God over alles, wat zij gehoord en gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.



ftv