HAGAH - Jozua en de mens van Psalm 1

Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 18
Het Psalmenboek opent met een bijzondere inleidingspsalm waarin ons het grote contrast wordt geschilderd tussen de mens die de Here vreest en in Zijn weg gaat en de godloze mens, die zonder God van Hem afgezonderd leeft. Het fundamentele verschil tussen beide categorieën mensen ligt in het feit dat de mens die God vreest en volgt al haar/zijn levensvreugde vindt in Gods Tora, Zijn Woord:

“…in de Tora van de HERE is zijn vreugde,

en in Zijn Tora overdenkt hij dag en nacht…” (vers 2).


In het tweede deel van dit vers komt het opvallende werkwoord ‘hagah’ voor, dat moeilijk met één term kan worden weergegeven. ‘Hagah’ (uitspraak: haga met een ‘g’ zoals in Engels ‘good’) betekent: mediteren, overdenken, peinzen, nadenken, beschouwen, overwegen, bezinnen, uit/spreken, bespreken, prijzen, uiten. Samenvattend: ‘hagah’ houdt in: Ergens mee bezig zijn in het overdenken, bestuderen, bespreken.

Dit veelkleurige werkwoord ‘hagah’ in Psalm 1:2b geeft aan wat de basishouding van de Godvrezende mens is ten opzichte van Gods ‘Tora’, veelal vertaald met ‘Wet’. ‘Tora’ betekent letterlijk ‘onderwijzing’ en slaat op heel Gods Woord. De gelovige vindt hierin levensvreugde, kracht, wijsheid. Dat Woord is ‘dag en nacht’ het doel, onderwerp, alsook de Bron van ‘hagah’/nadenken/beschouwen/uitspreken.

Dat de psalmist ‘hagah’/mediteren/overleggen gebruikt met betrekking tot Gods Tora/Wet houdt in: Er mee bezig zijn en uiting aan geven. En dat onophoudelijk! Het hele leven van de gelovige wordt dan door dat Woord bepaald, is er bij betrokken en er van doortrokken. Zo’n leven is vruchtbaar in Gods dienst.

Daarom kreeg Jozua, om als opvolger van Mozes te dienen, de herhaalde, uitdrukkelijke opdracht: “Het boek van deze Tora/Wet zal niet van uw mond wijken, maar ‘hagah’/overdenk/bespreek het dag en nacht…” Dit is Gods gebod voor Jozua - geen optie! - om Hem te dienen en vrucht te dragen tot Zijn eer. In Psalm 1:2 hoorden wij precies dezelfde woorden uit Jozua’s opdracht; dag en nacht ‘hagah’/overdenken van/spreken over Gods Woord. Willen wij zijn als Jozua en de gezegende mens van Psalm 1?

De alles bepalende houding en geestelijke bezigheid van de mens die de Here dient, is het voortdurend bezig-zijn met Zijn dierbare Woord; dat betekent er uit leven en je er door laten leiden en voeden. Dát is het onderscheidende kenmerk van de kinderen Gods: Liefde voor de Schrift, die God als levensrichtsnoer gaf, om vrucht te dragen…als een Jozua.

De gelovige mens ‘hagah’/overdenkt/bespreekt vanuit het Woord alles wat de Heiland aan het Kruis volbracht (Ps. 77:13). Daarom verlangt men naar Hem: “Ik ‘hagah’/denk aan U in de nacht…” (Ps. 63:7b). Dank voor ontvangen genade en verlossing leidt tot lofprijzing met de tong die Gods gerechtigheid ‘hagah’/uitdrukt/looft (Ps. 71:24a).

“Ik ‘hagah’/overdenk/spreek uit al Uw werken/daden…” (Ps. 143:5a).



Dr. Gieneke van Veen-Vrolijk