Heidens of Bijbels: een keuze

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 16
Heidens of Bijbels: een keuze



De Duitse theoloog, Ernst Zahrnt, schreef dat "de mens zó lang in het middelpunt heeft gestaan, dat hij er doodmoe van is geworden. Het wordt tijd om weer over God te spreken, maar dan zó dat we God en mens in één adem noemen". In deze typering van de ontwikkelingen in kerk en theologie ligt als ’t ware de kiem van de nieuwe religie besloten: God vermenselijkt en de mens vergoddelijkt. Die kant moet het niet op.



Het christendom heeft eeuwenlang opgesloten gezeten in de Griekse denktrant, dat resulteerde in de hang naar veilige dogma’s. Zij heeft zich niet ontwikkeld langs de lijnen van het Joodse denken, maar langs die van het Griekse denken. Dat is tot diep in de Protestantse orthodoxie van Reformatie en Nadere Reformatie zichtbaar. Niet het léven, maar de leer, vervat in (eigengemaakte) dogma’s, dáár draait het om. Dr. C. Graafland schrijft: "Men ging de leer in kaart brengen, in de diepe zin van het woord ‘vast’-leggen, zodat er geen beweging meer mogelijk was. Zo werd ze tegelijk verabsoluteerd en gerationaliseerd". Bij deze constatering wijst hij erop, dat men zich daarbij van een instrumentarium bedient, dat ontleend is aan de middeleeuwse scholastiek, die dat weer heeft van de Grieks-heidense wijsgeren. De levende prediking van de Reformatie is daardoor verworden tot ‘een orthodox leersysteem’ tot op vandaag. Dit geldt met name de ultra-orthodoxie, met haar eigen uiterlijkheden. Geloven is bijna uitsluitend beperkt tot de leer. Het verstand heerst over alles. Alles wat niet conform de leer is, is bij voorbaat verdacht. De leer is zo verabsoluteerd, dat er geen ruimte is voor de Geest, die altijd weer nieuwe dingen doet. De Reformatie met haar eigen ‘heiligen’ werd verabsoluteerd om haar zo te vereeuwigen. De eigen dogma’s gingen steeds meer heersen over de Schrift. Zo wordt aan de Schrift haar oorspronkelijke kracht ontnomen en komt men weer uit bij de tijd van vóór de Reformatie. De macht van de kerk wordt totalitair. Zij bepaalt wie zalig wordt en wie niet (zie ds. Hegger, pag. 22).



Deze aloude heerszuchtige neiging, waarbij het dogma als wapen wordt gehanteerd, vinden we vandaag nog volop, niet alleen in het ultracalvinisme, ook daarbuiten. De bevrijdende en bevindelijke boodschap van de Nadere Reformatie is daarin ten onder gegaan. Ook die oorspronkelijk bijbelse ‘bevindelijkheid’ werd tot een systeem volgens hetzelfde heidense denkprincipe. De vrijheid van de Geest, die zich doet gelden in werkingen, gaven en vrucht werd ingeperkt in het eigen dogma en zo tenietgedaan.



Vandaag breken jonge mensen in die ultra-orthodoxie uit en strekken zich hongerend en dorstig uit naar heel de Bijbel, naar de Here Jezus Christus als Verlosser en Heiland en naar een begaanbare weg om te mogen leven als kind van God en in de volheid van de Heilige Geest.



Op allerlei wijzen zien en horen we van de dorst onder jonge mensen naar het levende water van de Geest. Soms zelfs horen we van gebedsbijeenkomsten in de lunchpauzes van middelbare scholen. Maar ook van eigen samenkomsten, los van de eigen kerk. De Heilige Geest leidt altijd weer naar het Woord, om dat Woord levend en krachtig te maken tot brood voor het hart. En dat Woord leidt naar de Geest, om dat nieuwe leven van Christus te leren kennen, dat leven met Zijn geestelijke gaven en schatten (Ef. 3:19) en daarin vrucht voort te brengen. Heel de christenheid moet vandaag opnieuw keuzes maken.



Namens de Redactie

ftv