Herstel van Israël

Gert van de Weerd • 84 - 2008 • Uitgave: 6
In de Bijbel vinden we veel profetieën over de terugkeer van Israël naar Kanaän. Die werden eeuwenlang niet serieus genomen, maar op de kerk betrokken. Echter, rond 1900 begonnen de Joden terug te keren zoals voorzegd en in 1948 werd de staat Israël opgericht.
De Joden stammen af van Juda en Benjamin. Daar is al veel over geschreven. We richten ons nu op de verloren tien stammen. Daarbij citeren we teksten uit Ezechiël en Hosea; direct vertaald uit de grondtekst. Legt u daar uw eigen Bijbel naast.


Hosea 1 en 2:1-12 spreekt over de breuk in de relatie tussen God en Israël. Daarop werden de tien stammen door de Assyriërs weggevoerd en verdwenen zij in de nevelen van de geschiedenis. Toch staat er daarna, in Hosea 2:13 ‘Daarom, ziet! Ik zal haar lokken en haar leiden in de woestijn. Dan zal Ik spreken tot haar hart.’ Deze profetie lijkt zomaar uit de lucht te komen vallen. De tien stammen waren toch ten onder gegaan? Inderdaad; vers 13 ziet dan ook in de toekomst, ook voor ons. Er komt een moment (en dat is niet ver weg) dat God hen zal roepen. Wat gebeurt er dan? Wel dat zegt vers 14: ‘Ik zal haar aldaar haar wijngaarden teruggeven en het dal van Achor (=beroering) maken tot een deur van hoop. Dan zal zij aldaar (mijn liefde) beantwoorden als in de dagen van haar jeugd; als op de dag waarop zij uittrok uit het land Egypte.’
En ziet, als God besluit om Israël te lokken (vers 13), dan wordt die liefde ook beantwoord. Het zal weer worden als vroeger, als in de dagen van haar jeugd, toen Israël uittrok uit het land Egypte. Dan zullen de tien stammen zich bij de Joden voegen en hun wijngaarden (Kanaän) terugkrijgen. Daarover spreekt Ezechiël 37 (grondtekst): 19 Zo spreekt de Soeverein Jahweh: Ziet! Ik zal het houten paneel van Jozef nemen - dat in de hand van Efraïm is - en de stammen van Israël, zijn metgezellen. Dan zal Ik die bij de ander voegen - het houten paneel van Juda - en Ik zal hen tot één houten paneel maken. Zo zullen zij één worden in mijn hand. 21b Ik zal hen overal vandaan verzamelen en hen terugbrengen naar hun eigen land. 22 En zal Ik hen tot één volk maken op de bergen van Israël. Dan zal het geschieden dat een enkelvoudig koning over ieder van hen koning zal zijn. Nooit zal het geschieden dat zij nogmaals tot twee volken zullen zijn en nooit meer zullen zij verdeeld worden in twee koninkrijken. Nooit weer!
Daar zit geen woord Frans bij. Alle twaalf stammen worden verenigd in het Messiaanse Rijk en zullen voor altijd in Kanaän wonen, met Jezus Christus als hun Koning.

Hosea 2:15-16 ‘En het zal geschieden, op de gestelde tijd, zo proclameert Jahweh, dat u Mij mijn man zult noemen. Niet langer zult u Mij mijn Meester noemen. Dan zal Ik de namen van de Baäls van haar mond verwijderen en gij zult niet langer aan hun naam herinnerd worden.’
We vinden hier een prachtige woordspeling. Onder het oude verbond was er een verhouding tussen het volk Israël en God die, naast respect, ook een element van heilige vrees bevatte; vandaar het woord Meester. In de toekomst wordt dat anders. Dan zal sprake zijn van een veel warmere relatie. De tekst spreekt van een huwelijk uit liefde, want Israël mag dan God mijn man noemen.

Hosea 2:17 ‘Daarna - op de gestelde dag - zal Ik een verbond voor hen sluiten met de wilde dieren van het veld, de vogels des hemels en de wezens die over de aarde kruipen. Ook zal Ik boog, zwaard en oorlog in het land afschaffen, aldus zal Ik hen doen rusten in veiligheid.
Op de gestelde dag… Dit soort termen leidt vrijwel altijd in tot profetie over de Eindtijd, zo ook hier. Heel de geprofeteerde omwenteling zal zijn climax vinden het Messiaanse Rijk en de verheffing van de Jezus Christus tot Koning in Jeruzalem. Daar zal een nieuwe maatschappij gevestigd worden, die onvergelijkbaar veel beter is dan de huidige. Dat geldt niet alleen voor de relatie tussen God en de mens. Ook de natuur zal worden ‘bekeerd’. Eten of gegeten worden, natuurrampen, epidemieën en oorlogen; het zal allemaal verleden tijd zijn. Want God Zelf zal een verbond sluiten tussen de mensheid en de dieren, de vogels, de vissen, ja alles wat leeft. In die verbondssluiting zal het volk Israël de gehele aardbevolking vertegenwoordigen, als het meest gezegende volk op deze wereld. De ganse aarde zal in Gods rijke zegen delen (Jes. 65:25).

Hosea 2:18-19 ‘Dan zal Ik u voor Mij tot bruid nemen, voor altijd. Ja, Ik zal u voor Mij tot bruid nemen in rechtvaardigheid en gerechtigheid, in barmhartigheid en geborgenheid. Zo zal Ik u voor Mij tot bruid nemen in getrouwheid en dan zult u Jahweh kennen.’
Hier staat een ontroerende liefdesverklaring van God aan het volk Israël. Want het huwelijk tussen God en Zijn volk zal zijn bekroning vinden in de stichting van het Messiaanse Rijk. Dat is geen tijdelijke zegen, zoals in het verleden. Die toestand geldt voor altijd; dus gaat dat nog gebeuren.

20 ‘Zo zal het geschieden, op de gestelde tijd, dat Ik gehoor zal geven, zo proclameert Jahweh. Ik zal gehoor geven aan de hemelen en zij zullen gehoor geven aan de aarde.’
Waaraan zal God dan wel gehoor geven? Wel, aan de roep van alle leven dat de schepping Gods heeft voortgebracht, om tot zijn bestemming te komen. Daarom zegt de apostel Paulus in Romeinen 8:22 ‘Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt.’ Welnu, in vers 20 komt er een eind aan dat lijden, want het profeteert over de geboorte van een nieuwe schepping!

21 ‘En de aarde zal gehoor geven aan het graan, aan de nieuwe wijn en aan de olie. En zij…, ja zij zullen gehoor geven aan Gods zaaien (Jizreël).’
Kan dan het graan, de wijn en de olie ook ‘antwoord geven’? Zeker wel, want dat alles is niet geschapen om te vergaan, te verrotten, of om maar weinig opbrengst te geven. Ook Ezechiël 36:29b (grondtekst) spreekt daarover: ‘Ik zal roepen om het koren en het overvloedig maken. Dan zal Ik geen hongersnood meer over u brengen.’

22 ‘Zo zal Ik haar voor Mijzelf in het land zaaien. Ik zal ontferming (Ruchama) tonen aan Lo-Ruchama (niet geliefd) en Ik zal zeggen tot Lo-Ammi (niet mijn volk): Mijn Volk (Ammi) en dat zal zeggen: Mijn God.’
De tien verloren stammen van Israël gaan na vele eeuwen weer terug naar het Beloofde Land, Kanaän. Dat is geen tijdelijke terugkeer. Het is voorgoed, want zij worden in het land gezaaid! Zij zullen daar wortel schieten en opgroeien tot hun bestemming. En de eens niet-geliefde wordt de geliefde des HEREN. Een afgewezen volk wordt weer Gods volk. Dat is geen eenzijdige verbintenis van God uit, want zij zullen eenparig belijden: Mijn God!

Gert A. van de Weerd

Bron: Van de Weerd, Hosea en Ezechiël, deel 1. Heeft u vragen, dan kunt u de antwoorden daar vinden. De boeken zijn te bestellen bij Het Zoeklicht.