Het Evangelie bekeert
Bekering en berouw worden tegenwoordig steeds meer gezien als een innerlijk proces. Dat klopt wel, maar zonder uiterlijke verandering is er geen bekering. Echte bekering heeft gevolgen voor emotie, wil, inzicht, daden, denken, etc., voor de hele persoon! Bekering keert een mens helemaal om. Discipelschap is geen optie voor geloof, het is de uitwerking en het bewijs van het geloof. Wie Jezus liefheeft, blijft in Hem en draagt veel vrucht (Joh. 15:5). Werken maken een man noch goed noch slecht, maar ze openbaren wel of de man die de werken doet goed of slecht is. Geloof zonder heiliging is geen geloof. Alleen het zaad dat in goede aarde valt, draagt vrucht (Matt. 13:18-23). De rest is waardeloos.
Toch zondigen christenen nog (1Joh. 1:8). Ware gelovigen blijven echter niet chronisch in zonde leven. Wie Hem liefheeft, zondigt niet meer in de betekenis van ‘blijft niet voordurend in de zonde doorgaan’ (1Joh. 5:18). Het Evangelie is vruchtbaar wanneer het zich uitwerkt in volharding.
David pleegde overspel en moord, maar toch wordt hij een vriend van God genoemd. Gelovigen kunnen in ernstige zonde vallen. Het bewijs van hun redding ligt in het feit dat ze zich uiteindelijk met deze zonde niet verzoenen, hulp van God verwachten, openstaan voor vermaning en geestelijk groeien. Hun levensstijl verandert, in tegenstelling tot hen die God niet kennen en die zich met een goddeloos leven verzoenen. David liet zich vermanen, aanvaardde de tuchtiging van God (2Sam. 12:1-23) en had diep berouw (Ps. 51).
Jef De Vriese
Toch zondigen christenen nog (1Joh. 1:8). Ware gelovigen blijven echter niet chronisch in zonde leven. Wie Hem liefheeft, zondigt niet meer in de betekenis van ‘blijft niet voordurend in de zonde doorgaan’ (1Joh. 5:18). Het Evangelie is vruchtbaar wanneer het zich uitwerkt in volharding.
David pleegde overspel en moord, maar toch wordt hij een vriend van God genoemd. Gelovigen kunnen in ernstige zonde vallen. Het bewijs van hun redding ligt in het feit dat ze zich uiteindelijk met deze zonde niet verzoenen, hulp van God verwachten, openstaan voor vermaning en geestelijk groeien. Hun levensstijl verandert, in tegenstelling tot hen die God niet kennen en die zich met een goddeloos leven verzoenen. David liet zich vermanen, aanvaardde de tuchtiging van God (2Sam. 12:1-23) en had diep berouw (Ps. 51).
Jef De Vriese