Het Evangelie is God die zoekt

Jef de Vriese • 84 - 2008 • Uitgave: 23
De Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden (Luc. 19:10). Wie heeft er belang bij dat de zondaar wordt gered? Uiteraard de zondaar zelf. Toch staat het belang van de zondaar niet centraal in het Evangelie. Wat centraal staat, is de openbaring van de heerlijkheid van God. De blijdschap van God gaat de blijdschap van de zondaar vooraf en stijgt daar ver bovenuit.
Jezus illustreert dit aspect van Zijn komst met drie verhalen van drie mensen die iets verloren hebben: een herder zijn schaap (Luc. 15:1-7); een vrouw haar geldstuk (Luc. 15:8-10); een vader zijn zoon (Luc. 15:11-32).
Het belangrijkste aan mensen die verloren zijn, is niet alleen dat zij zelf verloren zijn. Waar het om draait is dat God ze heeft verloren. Het verlies zit op de eerste plaats bij Hem. De herder is zijn schaap kwijt, de vrouw haar geldstuk, de vader zijn zoon en God een mens. Het verdriet en de zorg om wat verloren is, ligt bij God. Dat schaap is te dom om zijn verlorenheid in de gaten te hebben, dat geldstuk ligt er niet van wakker en die zoon heeft veel plezier. Het besef en gevoel van verlies zit eerst bij God. God heeft mensen verloren en laat in Christus Zijn heerlijkheid achter om het verlorene te zoeken en te redden. Het verdriet zit bij Hem, maar de eerste en grootste blijdschap nadat een mens is gevonden eveneens. Het Evangelie beoogt allereerst de blijdschap van God.

Jef De Vriese