Het Evangelie redt van God

Jef de Vriese • 85 - 2009 • Uitgave: 9
Waar wij van gered moeten worden is niet op de eerste plaats het eeuwige oordeel, de hel, geween en tandengeknars of diepe duisternis. Wij moeten gered worden van de toorn van God. Als Jezus Heer en Christus is en Rechter van de levenden en de doden wordt genoemd, is dat voor iedere zondaar een bedreiging. Dat is angstwekkend. Veel Evangelieverkondiging is tegenwoordig allesbehalve angstwekkend. Maar de Schrift getuigt: ‘Vreselijk is het te vallen in handen van de levende God’ (Hebr. 10:31), ‘want onze God is een verterend vuur’ (Hebr. 12:29). Wij moeten gered worden van God!
Het Evangelie wordt vaak voorgesteld als een middel waardoor God de gevolgen van zonde probeert in te dijken, te minimaliseren en op te lossen. Op die manier wordt de toorn van God losgekoppeld van God, alsof Zijn liefde meer bij Hem hoort dan Zijn toorn, terwijl zonde juist een belediging is tegenover God die Zijn rechtvaardige toorn opwekt. De toorn van God behoort evenzeer tot Zijn heerlijkheid als Zijn liefde. Dit is de heerlijkheid van God tegenover Farao: ‘Uw rechterhand, Here, heerlijk door kracht, uw rechterhand, Here, verpletterde de vijand. In uw grote majesteit vernietigdet Gij wie tegen U opstonden; Gij liet uw toorngloed los, hij verteerde hen als stoppels’ (Ex. 15:6-7). De blijde boodschap is dat God afrekent met zonde en goddeloosheid van Zijn vijanden en Zijn gerechtigheid doet heersen.
Het Evangelie redt dus van de toorn van God, zodat wij kunnen drinken van de tweede beker: het verbond van vergeving door Jezus’ bloed.

Jef De Vriese