Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 108:2

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 21
Het geloofsvertrouwen in de psalmen



"Mijn hart is gerust, o God!"

Psalm 108:2




Dat is een mooie uitspraak aan het begin van het jaar. Maar wie naar buiten kijkt en ziet hoe de omstandigheden in deze wereld zijn moet toch wel, eerlijkheidshalve, zeggen dat er diep van binnen toch veel onrust en onzekerheid is over de werkelijkheid waarin wij leven. Nou, dat is waar en daar is alle reden toe. Maar die wonderlijke gerustheid vindt de gelovige alleen in de levende God, ondànks de omstandigheden. Laatst zaten we in een vliegtuig, zeker tien kilometer boven de aarde, op weg naar een ver land. We hadden een heerlijke maaltijd gekregen en mijn vrouw en ik zaten samen lekker te smullen. Daarna zouden we weer heerlijk in ons boek duiken om dat uit te hebben voordat we zouden landen. Wat een heerlijke gerustheid, zo realiseerden we ons. Als je je hand naar buiten zou steken zou die eraf waaien. Maar binnen hadden we nergens last van. Volkomen rust. Daarbij gebiedt de eerlijkheid mij er wel bij te zeggen dat ik daarna meer geslapen heb dan gelezen. Maar die gerustheid was er, daar ver boven de wolken.



Zo is het ook hier. We mogen het nieuwe jaar ingaan in die volkomen gerustheid, die we vinden in de Here, onze God. Vanuit die gerustheid kijken we wel naar buiten, de wereld in, om te weten hoe het daar is en wat er zich daar afspeelt. Een bijbelgelovige leeft voluit mee met de wereld en haar pijn, maar vanuit de gerustheid in God. Want die gerustheid komt voort, zo leert ons de Schrift, uit de overwinning die ons deel is. We mogen in het leven staan vanuit de overwinning van de Here Jezus Christus. Zoals we elke week mogen beginnen in de kerk, bij een open Bijbel, met liederen en gebeden, om de opstanding van Christus te vieren op de eerste dag der week, zo mogen we het nieuwe jaar ingaan. Mijn hart is gerust, o God!



Het geheim ervan is de diepe wetenschap dat de levende God alles in handen heeft. Het wereldgebeuren zal Hem niet uit de hand lopen. Sterker nog: het gaat zoals Hij heeft voorzegd. In dit alles wil Hij ons ten strijde toerusten (:7). We moeten de volle wapenrusting Gods aandoen (Ef. 6:13), want de machten der duisternis zijn enorm in deze wereld. Ze bedreigen ons, onze kinderen en onze kleinkinderen. Maar we mogen de banier opheffen tegen de vloedgolven van het kwaad in deze wereld. De banier van geloof en de banier van gebed. We gaan een nieuw jaar in met deze volle wapenrusting, dat is Christus zelf, bekleed (Gal. 3:27). Alle onderdelen van de wapenrusting wijzen naar de Here Jezus. We wandelen met Hem en in Hem, het nieuwe jaar in en daarom is ons hart zo gerust. David spreekt hier van de overwinning in eigen huis en daarbuiten – Moab, Edom en Filistea. Eerst het eigen huis op orde in Israël en dan ook overwinning op de vijand. De Here wil het allemaal geven, als we het van Hem verwachten. Wij komen uit de zonde, maar daaruit heeft Hij ons verlost door Christus. De God die ons niet kon aanzien vanwege de bittere werkelijkheid van de zonde, maakte ons tot Zijn kinderen en leidt ons naar de versterkte veste (:11). Er zijn vele tegenstanders, maar de overwinning is van Hem, met wie wij, ook in het nieuwe jaar, kloeke daden mogen doen (:14). Dan mag het weer een echt ‘Anno Domini’ dat is ‘Jaar van de Here’ worden.



Feike ter Velde