Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 118:17

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 26
Het geloofsvertrouwen in de psalmen



"Ik zal niet sterven maar leven"

Psalm 118:17




Een heel goede vriend werd voor een zware hersenoperatie, die zo’n twaalf uur zou gaan duren, naar de operatiekamer gereden. Een lieve verpleegster fluisterde hem in zijn oor, tijdens de rit naar de o.k.: "Ik zal voor u bidden, hoor". Zij wist wel hoe zwaar en riskant het zou gaan worden. Hij vertelde mij later dat de Here hem toen een tekst in zijn hart gaf: "Ik zal niet sterven, maar leven". En hij mocht leven. Toen hij weer zijn bijbel ter hand kon nemen zocht hij die tekst op en las ook direct wat er achteraan komt: "…en ik zal de daden des Heren vertellen. De Here heeft mij zwaar gekastijd, maar aan de dood mij niet overgegeven". Dat mocht daarna allemaal werkelijkheid worden in zijn leven. Zo kan Gods Woord buitengewoon praktisch zijn in het leven van een mens. Zo mogen we ook met het Woord omgaan, elke dag. De levende God zelf spreekt er doorheen, soms ook in heel concrete situaties met heel toepasselijke woorden, precies voor dát moment en in dié situatie, als "de spijze te rechter tijd". Wat een troost en wat een bemoediging mogen we daar iedere keer uit putten.



Deze psalm is door de Here Jezus en zijn discipelen gezongen na het Avondmaal en op de avond vóór zijn gevangenneming en zijn lijden en sterven. Dat te bedenken zet de psalm als geheel in een bijzondere daglicht. Niet de nacht, maar de dag mogen we prijzen. Niet de nacht van de dood – hoewel zijn leerlingen bij de dood van Christus toen bijzonder werden stilgezet – maar de dag van het nieuwe leven (:24) werd toen al voluit bezongen. Dat komt omdat de Here – en hier wel heel bijzonder de Heilige Geest – ziet op de toekomstige dingen. Als alles zal zijn volbracht op het Kruis van Golgotha. De Geest was de Inspirator van deze psalm, net als van heel de Schrift. "Zij is van God ingegeven…" (2Tim. 3:16).



Men zegt dat deze psalm ook het hart van de hele bijbel is en vers 8 het middelste vers van de bijbel: "Het is beter bij de Here te schuilen, dan op mensen te vertrouwen". Hier, in het hart van de bijbel komen God en mens tesamen. De God van het begin van de bijbel ["In den beginne schiep God hemel en aarde" – Gen.1:1] en de mens van het einde ["De genade van de Here Jezus met allen" – Openb. 22:21] ontmoeten elkaar in het hart van Gods boek in deze psalm. De psalm die zó centraal stond bij het Avondmaal, dat spreekt van het lijden en sterven van de Here Jezus, als Verzoener van al onze zonden.



Hiermee komt onze tekst in dit geweldig perspectief te staan. Om het voor ons ook tot een eeuwige werkelijkheid te maken is onze Heiland gestorven. De gelovige mag nu zeggen: "Zijn dood heeft mij bevrijd van de macht van de zonde die mij eeuwig verloren zou doen gaan. Zijn opstanding heeft mij gezet in het nieuwe leven van Christus, dat Zijn deel werd toen de Heilige Geest het dode lichaam van Jezus opwekte op de Paasmorgen". Hij werd "de laatste Adam" (1Kor. 15:45) uit Wie de gelovigen zijn voortgekomen. Zoals we op natuurlijke wijze uit de eerste Adam zijn geboren, zo zijn we op de Pinksterdag uit deze laatste Adam – onze Here Jezus Christus – geboren, om nooit meer te sterven! Halleluja! Hebt u zich dit al eigen gemaakt in het geloof? Hebt u zich al aan deze laatste Adam toevertrouwd? Dan zult u leven en niet sterven! Dan mag je ook meezingen met de laatste verzen van deze psalm: "Gij zijt mijn God, U zal ik loven. Ja, Uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid".



Feike ter Velde