Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 119:130

Feike ter Velde • 78 - 2002/03 • Uitgave: 23
“Het openen van Uw woorden verspreidt licht”
Psalm 119:130


In de langste psalm van de Bijbel komen misschien alle levenssituaties van een mens aan de orde, vreugdevolle en verdrietige dingen. Niets wordt uit de weg gegaan. David schroomde niet om voor ons een hele etalage uit te stallen van gemoedstoestanden. Maar in dat alles wordt één ding heel duidelijk: alles draait om het Woord van God. Alle dingen worden onder dat Woord geplaatst en daar kunnen we veel van leren, tenminste, als we dat zouden willen.

De meesten van ons lezen in de Bijbel, vaak op vaste tijden in de dag. Dat is een goede gewoonte. Er even samen over doorpraten aan tafel is heel nuttig, vooral voor de kinderen. Zij mogen ook meepraten en zo mogen we samen leren. Daarom is het wenselijk niet al te lange stukken te lezen, maar korte gedeelten, om de rijkdom ervan te leren verstaan. Het licht van Gods Woord mogen we zo verspreiden in ons huis en in ons hart.

Toch moeten we bij onze tekst nog even wat langer stilstaan. Het gaat hier niet om alleen maar Gods Woord, de Bijbel als geheel, maar over "Uw woorden" en het openen daarvan. Het vraagt onze aandacht "woord-voor-woord". We mogen de woorden "openen". Daarin ligt toch wel een groot geheim voor Gods kinderen. Stilstaan bij een woord, dat openen en ontdekken dat dat ene woord, die ene zin die een bron van licht is, die zijn stralen over je leven en je levenssituatie werpt. Dàt in de praktijk van het leven te ontdekken, maakt de Bijbel voor een mens van onschatbare waarde.

Wat je in theorie wel wist, wat je van jongs af aan hebt meegekregen en geleerd: ”de Bijbel is het heilige woord van God”, wordt dan een bevonden werkelijkheid. Dat is uiterst kostbaar. Door dat licht dat dan over je leven valt, krijg je inzicht in de dingen. "Het geeft de onverstandigen — de eenvoudigen — inzicht", zegt onze tekst. Inzicht in wat eigenlijk? In allerlei zaken. Vooral ook in je eigen hart en leven. Het licht van Gods Woord valt over de diepste motieven van je hart, je beweegredenen. Het laatje zien waarom je dingen zegt en doet. In het licht van Gods Woord zie je ook de onzuiverheid in die beweegredenen.

Hoe vaak ze in strijd zijn met Gods gedachte en met Zijn heilige wil, zonder dat je dat beseft en weet. Maar in dat goddelijk licht komen de dingen te liggen, zoals ze waarlijk zijn. In Psalm 19 vinden we ook die kostbare eigenschappen van Gods wet: "zij verkwikt — "bekeert" — de ziel, schenkt wijsheid, verheugt het hart, verlicht de ogen... "

Voor dat licht blijft niets verborgen, zelfs niet in ons diepste binnenste. Maar het moet komen tot dat "openen" - zoals men een deur opent om dan ook het huis binnen te gaan. Zo moet het Woord geopend worden, om het binnen te gaan. Eerst dan kan de Here verder met ons komen. Dan worden we door Zijn Geest bereid gemaakt de dingen onder ogen te zien, ons aan de Here over te geven, te erkennen dat Zijn Woord over ons leven en ons hart wáár zijn. We gaan het wezen van de zonde in ons zien, de diepte ervan verstaan. Dat zien we niet met eigen ogen en verstaan we niet met ons natuurlijk hart. Het licht van Gods Woord moet dat doen. Dat licht breekt door als we Zijn Woord openen om het binnen te gaan. We schrikken dan van wat we gaan zien, maar dan leren we eerst echt pleiten op Gods genade (:132), die er overvloedig is voor wie zo tot Hem komt.

Feike ter Velde