Het geloofsvertrouwen in de psalmen – Ps. 19:9b

Feike ter Velde • 78 - 2002/03 • Uitgave: 10
“Niet voor immer gaat de hoop der ootmoedigen teloor”
Psalm 19:9b


De rode draad door deze psalm is de overwinning over de vijanden. Het is een lied met uitzicht op de toekomst en met verwachting van de Here, omdat Hij altijd heeft bewezen er te zijn voor en op te treden ter wille van hen die Hem vertrouwen. Uit ervaring weet David, dat je verwachting van de levende God mag hebben, juist ook in moeilijke tijden.

In deze psalm wordt het volk van God afgeschilderd als een kleine minderheid tegenover een grote overmacht van vijanden. Israël temidden van vijandige volkeren. Voor de gelovige in Christus is dat niet anders. Gods kinderen, die aan Hem vasthouden en Zijn Woord willen vasthouden vormen altijd een minderheid tegenover de meerderheid. Daarom leert de Schrift: "Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen" (Ex. 23:2). Gods kinderen zijn altijd in de minderheid. De vijanden zijn sterk, overal en dreigen altijd te winnen.

Geestelijk gesproken is dat ook zo, in het hart van de gelovige. Hij ervaart de overmacht van de zonde, ziet ze - door de Geest - in eigen leven levensgroot voor zich. Hij kan er niet tegenop. Paulus had die ervaring: "Waar ik een afkeer van heb, dat doe ik" (Rom. 7:15) - sprekend over de macht van de zonde. Maar dan komt het geheim van de overwinning in Paulus' leven: "God zij gedankt... door Jezus Christus, onze Here" (Rom. 7:25). Iedere zondaar, met welke inwonende zonde dan ook, mag zich hieraan vastklampen en de overwinning behalen.

Een gelovige is een 'ootmoedige', verworpen door een omwonende meerderheid, vertrapt en vernederd, ellendig en verdrukt. Dat is onze situatie in deze wereld. En juist in dit alles hebben we hoop, dat is: verwachting. Er is misschien nog niets te zien, maar er is verwachting. Wij accepteren niet de werkelijkheid zoals hij zich aan ons voordoet, maar zoals God de werkelijkheid bedoelt. Daarin ligt de strijd van elke gelovige. Wie dat opgeeft en het zoekt in het compromis zit op verkeerd spoor. Die verliest de kracht van de Geest, zoals die aan elke gelovige en aan heel de Gemeente van Christus is beloofd.

Nu leeft de gelovige in hoop, dat is uitzien naar betere tijden. Nu nog temidden van de machten van zonde en ziekte, van strijd en verdrukking, van vertwijfeling en angst, van lijden en pijn. Maar die betere tijden komen, want de Verlosser zal komen en alle banden verbreken en de machten der duisternis overwinnen. De spotter' de machtigen, de meerderheid zal beschaamd staal als de Here gaat optreden voor de ootmoedigen, die het nu alleen nog van de 'hoop' moeten hebben. We mogen met de profeet proclameren: "Ik zal uitzien naar de Here, ik zal wachten op de God van mijn heil; mijn God zal mij horen. Verblijd u niet over mij, mijn vijandin: al ben ik gevallen, ik zal weder opstaan; al zit ik in het duister, de Here zal mij tot licht zijn" (Micha 7:7,8). Niet altijd zal de hoop van de ootmoedigen teloor gaan. Nu is het nog 'leven in geloof', straks wordt het 'jubelen in aanschouwen'.

Feike ter Velde