Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 22:32

Feike ter Velde • 78 - 2002/03 • Uitgave: 4
Het geloofsvertrouwen in de psalmen

"…het volk dat geboren zal worden, omdat Hij het gedaan heeft”
Ps. 22:32


De openingswoorden van Psalm 22 brengen ons direct naar Golgotha, waar de Heiland in de laatste ogenblikken van Zijn leven deze jammerklacht uitte tot Zijn God. Niet meer Zijn Vader! De Vader-Zoon-relatie was verbroken. Hij hing daar, stervende, als een vloek en de verpersoonlijking van de zonde. De psalm beschrijft op indrukwekkende wijze de gebeurtenissen rond het kruis. De Here Jezus is er Zelf aan het woord. Het is vol van profetie – vervulde profetie - waar het Golgotha betreft. Letterlijk vervuld!

Toch gaat de psalm verder. Bij vers 23 komt er een ommekeer. Nog steeds is de Here Jezus aan het woord. Hij spreekt nu over 'Mijn broeders' (:23). Is het niet wonderlijk dat we ook in het Nieuwe Testament lezen over 'Mijn broeders' (Joh. 20:17). Woorden van de Heiland ná Zijn opstanding. Nooit eerder heeft Hij zijn leerlingen Zijn 'broeders' genoemd. Hier raken we de diepe snaar van het Evangelie van de Here Jezus `Christus. Hij is immers "de eerstgeborene onder vele broederen" (Rom. 8:29). Daarom wordt van de Heiland gezegd dat Hij zich "niet schaamt om ons broeders te noemen" (Hebr. 2:11).

We raken hier aan het geheimenis van Pinksteren. Dit geheimenis vinden we verborgen in Psalm 22. Voor dit geheimenis moeten onze ogen geopend worden, willen we de boodschap van het Evangelie werkelijk verstaan. In deze psalm, waarin het plaatsvervangende(!) lijden van onze Heiland wordt beschreven, wordt ons ook onthuld wat het doel van dit lijden is: "Het volk dat geboren zou worden... omdat Hij het gedaan heeft". Dit wordt niet door iedereen aanstonds begrepen in de christelijke kerk. Veel van de rijkdom van het Evangelie, zoals dat vooral door Paulus aan ons is bekend gemaakt, blijft bedekt, omdat het niet of nauwelijks verkondigd
wordt. nier wordt het letterlijk verkondigd'. Er wordt een volk geboren.. .uit Hem! Uit zijn lijden, sterven en opstanding wordt een volk geboren uit alle stammen, talen en natiën: de Gemeente van Christus.

"Het is volbracht" van de lippen van onze stervende Heiland en het "omdat Hij het gedaan heeft" aan het slot van deze psalm, komen tezamen in het geheimenis van het Evangelie: 'Er is een nieuw volk geboren' - de Gemeente. Dit was niet eerder bekend geworden. Dat was niet eerder geopenbaard, zoals het ná Pinksteren door de Geest is geopenbaard aan Zijn apostelen (Rom. 16:25,26 - Ef. 3:4,5). Op de Pinksterdag werd de Gemeente geboren. Volkomen nieuw leven uit God wekte eerst Jezus Christus op uit de dood, als de tweede(!) Adam. Heel het menselijk geslacht in de eerste Adam is verloren. Maar uit de nieuwe Adam wordt een nieuw geslacht geformeerd. Daarom zegt de Schrift:
"Wie in Christus is, is een nieuwe(!) schepping (2 Cor. 5:17).

Wat gebeurde op de Paasmorgen, toen Christus als de nieuwe mens opstond - als 'eersteling'(!) - is op de Pinksterdag werkelijkheid geworden in de geboorte van de Gemeente van Christus en in allen die door een waar geloof tot die Gemeente behoren. Die Gemeente bestond niet eerder. De Gemeente is Zijn lichaam, is uit Hem geboren, zoals Eva uit Adam. Die Gemeente leeft in Hem en uit Hem en door Hem. Dát was "de vreugde welke vóór Hem lag" (Hebr. 12:2) - er zou een volk geboren worden. Zo gaat Psalm 22 van jammerklacht (:2) naar jubelkreet (:32). Pasen en Pinksteren komen in deze psalm samen. Mogen we de betekenis van Pasen steeds beter leren begrijpen in het licht van Pinksteren, zodat we Hem tot een ware vreugde mogen zijn.

Feike ter Velde