Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 24:7

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 4
Het geloofsvertrouwen in de psalmen

"Heft, poorten, uw hoofden omhoog, opdat de Koning der ere inga!"


Psalm 24:7



Met grote dichterlijke vrijheid spreekt David hier in metaforen – beeldend, uitbeeldend, met diepgang. Hij roept de poorten aan, de aloude ingangen, namelijk, om zich hoog te verheffen en ruimte te maken voor de Koning der ere. De bezieling van David, de ontroering en de geestdrift zijn kennelijk groot. Hij zingt het uit! Zelfs dode materie, dingen van hout en steen komen dan tot leven. Ik herinner me het moment toen ik voor de eerste keer de Piëta van Michèl Angelo in het Vaticaan in Rome zag. Het is Maria met de dode Jezus op haar schoot. Een golf van ontroering ging tot in mijn diepste binnenste. Hoe is het mogelijk dat een kunstwerk, een brok marmer, zo’n enorme zeggingskracht en bezieling kan uitstralen. Zo zijn ook de poorten en de aloude ingangen hier tot leven geroepen om de Koning der ere uit te nodigen binnen te treden.



Wat een prachtige psalm, als we denken aan de hemelvaart van de Here Jezus. De hemelpoorten moeten wijder open en hoger zich verheffen. Immers, de Koning der ere, de overwinnaar van zonde en dood, gestorven en opgewekt uit het graf, komt nu de hemel binnen. Hij is de Koning de ere. Hij was de man van smarten, naar psalm 22. Tussen die twee werkelijkheden ligt ook nog het feit besloten dat Hij de goede Herder is, naar psalm 23. In de Koning der ere komt Gods hele vervulde reddingsplan van een verloren zondaar de hemel binnen. De nieuwe Mens, de Christus der Schriften, tastbaar en herkenbaar aan Zijn doorboringen, maar in nieuwheid des levens opgestaan, begeeft zich hier door de zingende engelenhaag naar de Troon van God. Wat een beeld wordt ons hier gegeven. Men kan niet anders dan mee gaan zingen met deze hemelse klanken.



Na de hemelvaart is het Pinksteren geworden. Dan moeten opnieuw de poorten en de ingangen zich verheffen. Namelijk van ons leven. De oude afmetingen zijn ontoereikend om "de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt" (Rom 8:11) binnen te laten in ons leven. We moeten in de ruimte komen. De dorre tradities voorbij. De aloude ingangen van ons levenshuis, waardoor zonden naar buiten kwamen en naar binnengingen, moeten gereinigd en verwijd worden. Er komt iets geheel nieuws. De God en Vader van onze Here Jezus Christus komt wonen in een nieuwe tempel – ons lichaam (1 Cor. 6:19). Pasen, Hemelvaart en Pinksteren horen bij elkaar. De diepe smart van de Heiland in Zijn lijden en sterven werpt de vreugde van opstanding, hemelvaart en Pinksteren reeds vooruit. Hier breekt de vreugde door als de Here, de Heilige Geest, ingaat in ons levenshuis, ons hart. Nog nooit meegemaakt? Roep het je eigen ziel toe: "Maak ruimte, maak ruimte, maak ruimte voor de Koning der ere!" Hij wil binnenkomen om nooit meer weg te gaan. Ga Hem prijzen voor het wonder van Zijn genade, Zijn liefde, zodat die onuitsprekelijke vreugde je deel wordt. Wij hoeven niets te verdienen, we mogen het eenvoudig ontvangen. Een alles te bovengaande stroom van hemelse liefde en vreugde vervult dan je ziel, zodat je een nieuw lied gaat zingen: "U verzadigt mij met Uw liefde, Heer. U vervult mij met Uw Geest. Wat een rijkdom om van U te zijn. O Heer, mijn God, wat bent U groot!" (Opwekking nr. 372)



Feike ter Velde