Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 50:23

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 17
Het geloofsvertrouwen in de psalmen



"Wie lof offert, eert Mij"

Psalm 50:23




Zangleider Asaf is in deze psalm als een profeet, mond van God. Uit zijn woorden in dit lied verschijnt de levende God in heerlijkheid en schoonheid (:2) en gaat Hij spreken (:3).

De Here roept ons in deze psalm op Hem te dienen, d.w.z. ons leven afhankelijk te maken van Hem. Hij wil onze God zijn (:7). Met eerbied gesproken: Hij zit niet te wachten op onze godsdienstige plechtigheden of onze religieuze activiteiten, als zou Hij daarmee tevreden te stellen zijn (:8-13). Natuurlijk bracht Israël de offeranden op het altaar naar het voorschrift van God zelf. Maar de essentie is hun ontgaan. De ware dienst aan God is een hartsrelatie van waaruit de Here met blijdschap en in volle overgave wordt gehoorzaamd. In die relatie wil de Here door de Zijn Geest ons innerlijk leven veranderen, vernieuwen. De hele offerdienst van Israël was uiteindelijk niet de zaak waarom het ging. Israël moest leren door de schaduwdienst heen te zien op de werkelijkheid: de komende Messias. Als die levende relatie met de Here er niet is en we zoeken het in de plichtplegingen dan missen we het wezenlijke waarom het gaat in de bijbelse boodschap. Dan blijven we zelf buiten schot. Daarom zegt de Here: "Ik haat, Ik veracht uw feesten en kan uw samenkomsten niet luchten" (Amos 5:21).



In onze psalm staat deze boodschap centraal: de Here wil ons hart, d.w.z. dat Hij de God van ons leven is, dat we naar Zijn wil vragen, dat we zoeken naar de weg die Hij ons wijst. Hem kennen, betekent: Hem eren met de lof van onze lippen. Hem danken dat we in alles van Zijn heilige wil afhankelijk mogen zijn. Dat we in de benauwdheden van ons leven Hem zullen aanroepen, zodat Hij ons kan uitredden en wij Hem zullen eren (:15). Dit vers, 50:15 is wel eens het telefoonnummer van de hemel genoemd, 5015. Het is nooit ‘in gesprek’, we moeten het slechts intoetsen, d.w.z. in praktijk brengen en Hem eren als onze God die redt uit alle nood.



Als de Here de gelegenheid zou krijgen onze problemen op te lossen, onze meningsverschillen, ruzies, familieveten, godsdiensttwisten, dan zouden we Hem leren kennen zoals Hij is. Dan zouden we Hem eren en dan wordt de weg gebaand om Zijn heil te zien (:23). Dan kan Hij zichzelf in Zijn heilshandelen met ons leven pas echt bekend maken. Want wij hebben geleerd Hem onze dank te offeren, waarmee we onze afhankelijkheid van Hem tonen in onze levenshouding en hartsgesteldheid. In die houding kan Hij zich ten volle aan ons openbaren. Want Zijn heil reikt verder dan alles wat wij aan godsdienstige of kerkelijke bedrijvigheid ondernemen. Zijn heil verandert ons van binnen. "Och Here, toon ons toch Uw heil en Uw schoonheid".



Feike ter Velde