Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 55:23

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 25
"Werp uw bekommernis op de HERE, Hij zal voor u zorgen"
Psalm 55:23


Een lied is altijd een verhaaltje, maar hier is het Davids éigen verhaal. Hij vertelt het verhaal van zijn teleurstelling. Soms ervaart men diezelfde teleurstelling temidden van broeders en zusters, net als David hier. Davids vriend en raadsman, Achitofel (2 Sam. l5:12) had hem verlaten, om zich bij de staatsgreep van Absalom aan te sluiten (:14). Wat een teleurstelling als iemand zich heimelijk tegen je keert, terwijl je samen met hem de Here diende in de kerk en in het werk (:15). "Dat voelt als een dolk in je rug" - vertelde iemand over wie ernstig kwaad werd gesproken door een broeder(l), terwijl ze samen regelmatig baden in de gemeentelijke bidstond. “Daar kom ik nooit meer overheen”, vertelde hij met tranen in zijn ogen. “Nota bene, een broeder, een vriend, dacht ik, die ik vertrouwde, die mijn hart van binnen mocht inzien in openhartige momenten van gebed”. Die pijn is werkelijk onoverkomelijk. Het is als het Judasverraad aan de Here Jezus. Het zou een mens cynisch en verbitterd maken en hem beroven van alle mogelijkheden, om de Here in vrijheid te dienen temidden van anderen. Het is het ergste wat er in de Gemeente van Christus gebeuren kan. Het scheurt het Lichaam aan stukken. Toch komen zulke dingen voor en de Here weet ervan.

Daarom is deze psalm en in het bijzonder deze tekst zo veelzeggend, juist in dit verband. Want onze Here wil juist niet dat we verbitterd raken en cynisch worden over de Gemeente van Christus en over de broeders en zusters. Dat is ‘de gemeenschap der heiligen’ - zoals we dat belijden. Die gemeenschap van gelovigen, de kerk, de gemeente, bestaat uit gelovigen, die 'heiligen' genoemd worden. Zo bedoelt God het! Voor die gemeenschap der heiligen is de Here Jezus gestorven. Uit Zijn dood en opstanding is de Gemeente geboren op de Pinksterdag. Die Gemeente mag leren om zelf ook door de dood en de opstanding heen te gaan en langs die weg het leven, het nieuwe leven, het leven van Christus te leren kennen. Daarom laat God soms van die moeilijke dingen en die moeilijke mensen, verraders soms, kwaadsprekers met een slangentong, in ons leven toe. Het liefst zou je maar ver weg willen vluchten (:7-9). De apostel Petrus gebruikt deze tekst ook als hij spreekt over het functioneren van de Gemeente (l Petr. 5:7). Is dat niet opmerkelijk? Alsof God al deze dingen, ook in de Gemeente van het Nieuwe Testament heeft voorzien. Zijn troostwoorden en zijn praktische aanwijzingen liggen al klaar in de Bijbel: “Werp het allemaal op de Here”!

De tekst leert ons niet zelf met onze teleurstelling, onze pijn en ons verdriet om te zeulen. We kunnen het niet dragen, het zou ons slopen en ons geestelijk leven verwoesten. De blijdschap wordt ondergraven, het vertrouwen maakt plaats voor achterdocht en we worden onbruikbaar in het werk van God. Nee, werp het op de Here, Hij zal voor u zorgen! En dan volgt direct: “Hij zal nimmermeer toelaten dat de rechtvaardige wankelt” (:23). Deze mensen, die zulke dingen doen in de Gemeente van Christus, “zullen hun dagen niet ter helfte volbrengen” (:24). Ze zullen in hun verraad en bedrog omkomen. Zo doet de Here dat. Hij is een rechtvaardige Rechter op de troon Zijner heiligheid. We kunnen alles aan Hem overgeven en dan komt het altijd goed, daar mag je helemaal op vertrouwen.

Feike ter Velde