Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 60:3

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 3
Het geloofsvertrouwen in de psalmen

"Gij zijt verbolgen geweest; herstel ons"


Psalm 60:3



Het gaat hier om een psalm van David, geschreven na strijd en oorlog. Het is niet makkelijk geweest. Heel de natie was aangetast door de gruwelen van oorlog en geweld: "Gij hebt het land doen beven en barsten, heel zijn scheuren, want het wankelt" (:4). Davids land was diep aangetast door de oorlog. Was dat ook niet zo met Europa, met Nederland? Na vijf jaar oorlog kwam de vrede. Met groot geweld werden de nazi’s verslagen. Vanuit het Westen met de hulp van Amerika, Canada en Engeland, vanuit het Oosten door de legers van Rusland. Wat een enorme strijd. Tientallen miljoenen vonden de dood. "Gij hebt uw volk harde dingen doen zien" (:5). Als we in ons land blijven, dan herinneren velen zich de wegvoering van de Joden, Westerbork, de verdrukking, de hongerwinter, gebrek aan alles. Vooral na de oorlog de verschrikking van de vernietigingskampen en alle verschrikkingen die voordien voor onmogelijk werden gehouden en sindsdien voorstelbaar zijn geworden.

Voor elke bijbelgelovige geldt echter, ook toen: ‘Het zal de levende God niet uit de hand lopen’. Ook toen werd gebeden voor de overwinning op de machten van het kwaad. Maar elke bijbelgelovige zal de verschrikkingen die ons overkomen altijd plaatsen in een groter geheel. David doet dat hier ook. En dan plaatst hij zichzelf daar ook midden in. De psalm begint met: "O God, Gij hebt ons verstoten, Gij hebt ons verbroken". Bij alle ellende is er toch dat "O God". Ezechiël hoort Israël zeggen: "Onze beenderen zijn verdord, onze hoop is vervlogen, het is met ons gedaan" (Ez. 37:11). Maar de God van Israël laat het daar niet bij zitten. Hij zegt tot de profeet: "Profeteer, mensenkind, profeteer!" Dat doet David hier ook. Hij bidt – ‘herstel ons’, hij geeft toe – ‘Gij hebt ons verbroken’, hij erkent – ‘Gij zijt verbolgen geweest’. Alle ellende, alle geweld en de oorlog zijn aan God niet voorbij gegaan. Na de Eerste Wereldoorlog had Europa zich niet bekeerd van de geweldige beslissing om afstand te nemen van de hemel, God af te zweren en Hem buiten ons leven te plaatsen: de Franse Revolutie. Boze geesten namen de volken van Europa in bezit: fascisme en communisme. "Bedwelmende dranken" (:5). De Tweede Wereldoorlog kwam. Ook daarna kwam gelukkig weer het herstel. We zijn nu zestig jaar verder. Maar we hebben ons niet bekeerd. Integendeel. De mensheid heeft zich verder verhard. Europa kiest er openlijk voor Gods Woord en Wet af te wijzen. Weg met Hem!



In deze werkelijkheid leven wij vandaag. Maar…"gij hebt hen, die U vrezen een banier gegeven". Onder die banier van de Waarheid (: 6 S.V.!), onder de banier van Gods Woord mogen wij ten strijde worden toegerust. De vijanden zijn reeds overwonnen. Gods kinderen mogen vandaag vanuit die overwinning leven, spreken, schrijven, zingen! Dan kom je niet in een kramp, dan laat je je niet beangstigen door "het bulderen van zee en branding", maar dan sta je in deze wereld met een krachtig getuigenis, dat de vijanden velt: Sichem, Moab, Edom en Filistea zijn al overwonnen. Na alle narigheid (:4-:5) komt het geloofslied. Laten we maar gewoon mee gaan zingen: "Ik zal U loven, o Here, onder de volken" (Ps. 108:4).



Feike ter Velde