Het geloofsvertrouwen in de psalmen - Ps. 71:23

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 22
Het geloofsvertrouwen in de psalmen



"Mijn lippen zullen jubelen, wanneer ik U zal psalmzingen"

Psalm 71:23




Hier, in deze tekst, vinden we het loflied van de overwinning. Overwinning behaald na de uitredding. De psalmdichter is oud geworden (:9) en hij overziet hier kennelijk zijn leven. Dat is altijd goed om zo nu en dan te doen. In de laatste dagen van Dr. C. van Rijnsdorp schreef hij, op hoge leeftijd gekomen: "De avonden zitten als rechters over mijn dagen". Wat een prachtig zinnetje. In de avonduren overzag hij en beoordeelde hij, de dag die voorbij was. Dat vinden we terug in deze ontroerende psalm die wordt tot een overwinningslied.



Laten we daar een moment bij stilstaan. Iedere gelovige weet van de uitredding door Christus uit de macht van zonde en dood. Hij stierf voor ons, opdat wij vergeving van zonden zouden kunnen ontvangen. Hij stond op uit de dood, opdat wij door Gods genade gerechtvaardigd zouden leven, in de opstandingskracht van Christus. Hij zond de Heilige Geest, opdat wij deel zouden krijgen aan dat nieuwe leven, dat op de paasmorgen reeds kwam om de Here Jezus op te wekken uit de dood. Hem te maken tot een nieuwe schepping, de tweede Adam. Alles van de eerste Adam ligt onder de vloek van zonde en dood, nu reeds veroordeeld door de wet van God. Daar is geen redden aan. Maar de genade van God is even rijk als vindingrijk. Buiten de wet om, bracht de Here uitredding. Gods wet bedreigt ons en daagt de wereld voor de vierschaar van Zijn gericht dat komt. Wie zal dan bestaan? "Geen vlees zal voor Hem gerechtvaardigd worden" (Rom. 3:19,20). We hebben in dat gericht niets meer in te brengen en staan verbijsterd en beschaamd. Maar nu is "buiten de wet om… - Halleluja! schreef ik daarbij in de kantlijn van mijn Bijbel – gerechtigheid Gods openbaar geworden" (Rom 3:21). In de dood en de opstanding van de Here Jezus, in onze plaats, mogen we nu weten van een volkomen nieuw leven. "Wie in Christus is, is een nieuwe schepping" (2 Cor.5:17). Dat is toch moeilijk te verstaan voor sommigen. Gauw vervallen we weer in het doen van "werken" om voor God gerechtvaardigd te worden. Gauw zitten we weer op de denklijn van ‘Ik moet het verdienen. Ik moet eerst zien dat mijn leven beter wordt, dat ik meer acceptabel word voor God, eerder kan ik toch geen deel krijgen aan dat nieuwe leven". Wat een slopende gedachte is dat. En wat onbijbels! Onbegrijpelijk dat zo veel eeuwen na de Reformatie er nog steeds mensen in de kerk zitten die zo denken.



Elke gelovige is een waar wonder (:7), want we hebben onszelf niet gemaakt wat we zijn, we zijn door Hem gemaakt tot kind van God en tot ‘meer dan overwinnaars’ (Rom. 8:37). We mogen helemaal leven uit de Here Jezus. Hij is onze ‘machtige toevlucht’ (:7). Wij konden niets beginnen, maar Hij opende onze ogen voor Zijn heil en uitredding. Nu mogen we leven ‘in Christus’. Laten we dat dan ook doen. Als we ‘in Hem’ dat is ‘in Christus’ leven, zijn we ook verzegeld met het onderpand van de Heilige Geest (Ef. 1:11-14). Daarin verheugt zich de Here (Ef. 1:12) en daarin mogen wij ons verheugen. Onze ziel is verlost en daarom zingen onze lippen. Overwinnende gelovigen zijn zingende gelovigen. Dat zouden we veel moeten doen: zingen… voor Hem die ons verlost!



Feike ter Velde