Het leem in de droom van Nebukadnezar (1)
Ongeveer 2600 jaar geleden vonden in het tegenwoordige Irak de gebeurtenissen plaats waarover het tweede hoofdstuk van het Bijbelboek Daniel bericht. Nebukadnezar, absoluut heerser van het Babylonische Rijk, droomde. Het was een even belangrijke als intrigerende droom. Daarin zag hij een beeld. Het stond voor hem. Het was groot en hoog en het had een buitengewone glans. De aanblik van het beeld was schrikwekkend. Verder bestond het uit meerdere materialen. Het had een gouden hoofd, zilveren borst en armen, bronzen buik en dijen, ijzeren benen en deels ijzeren deels lemen voeten. Daarna zag hij dat er zonder toedoen van mensen een steen losraakte, het beeld bij de voeten trof en het volledig verbrijzelde. Er bleef niets meer over van het beeld. Maar de steen werd echter tot een grote berg die de gehele aarde vervulde. Daarmee eindigde de droom.
De bedoeling van deze studies is zo mogelijk het leem van de voeten van het beeld te kunnen identificeren. Waar staat het voor? Waar moet bij het leem aan worden gedacht?
Historische context
Zoals altijd, is zicht op de context essentieel voor een zuivere exegese. Daarom beginnen we met een korte blik op de historische situatie. Nebukadnezar droomde deze droom in zijn tweede regeringsjaar – wellicht het jaar 584 v.Chr. Nebukadnezar was, zoals gezegd, absoluut heerser over het Babylonische Rijk. Het ontstaan van dat rijk gaat terug op de onderwerping van het Assyrische Rijk door Nabopolassar, de vader van Nebukadnezar, waarschijnlijk in het jaar 609 v.Chr. Daarmee kwam er een eind aan een lange periode van Assyrische overheersing en ontstond het Babylonische Rijk. Onder Nebukadnezar omvatte het Babylonische Rijk onder meer het gehele gebied van de zogenaamde Vruchtbare Sikkel. Daarin lag ook Israël. Daarmee was er een nieuwe fase in de geschiedenis van het Joodse volk aangebroken. Vanaf nu zou Israël voor lange tijd aan de volkeren onderworpen blijven. De Here Jezus noemde deze periode de ‘tijden van de heidenen’ (Lucas 21:24). Inmiddels duurt deze periode nu al bijna 2600 jaar onophoudelijk voort. Zoals we straks nog zien zullen, eindigt deze periode niet eerder dan met de wederkomst van de Messias.
Hoe kwam het tot deze toestand? Anders gezegd: waardoor werd het veroorzaakt? Zonden, in ernstige vormen en op wijdverbreide schaal. Tot aan afgoderij in de Tempel toe. In essentie kwam het erop neer dat Israël als volk het Oude Verbond had verbroken. Daarvan waren haar zonden de getuigen. Israël heeft zich tot op heden nooit collectief bekeerd. Gelukkig zal het daar niet bij blijven, want in de eindtijd – zo voorzegt de Schrift – zal het op de bekering van velen uit het Joodse volk uitlopen. Talloze Joden zullen dan buigen voor de Messias. Wanneer dat zal gebeuren, zal dat een totale omwenteling van de wereldsituatie teweegbrengen. Dan zal God het - onder andere door Jeremia - geprofeteerde Nieuwe Verbond met het huis van Israël en het huis van Juda sluiten. Christus zal uit de hemel neerdalen om het beloofde messiaanse Koninkrijk te vestigen. Israël zal tot hoofd van de naties en Jeruzalem tot hoofdstad van de wereld worden verheven. Daarmee zijn dan de ‘tijden van de heidenen’ beëindigd.
Terug naar ons betoog. Nebukadnezar droomde deze droom vlak na het begin van de genoemde ‘tijden van de heidenen’. Met hem was deze periode begonnen. Daarom worden de tijdsbepalingen vanaf deze Nebukadnezar niet langer aan de regeringsjaren van Israëlitische koningen maar aan die van heidense heersers gerelateerd. Daarom ook werd de toekomst niet, zoals voorheen via een Joodse profeet, maar rechtstreeks aan deze heidenvorst geopenbaard. Alles wijst erop dat er een nieuw tijdperk was aangebroken. Laten we ons nu op de uitleg van de droom richten.
Uitleg van de droom
Ondanks dat de droom niet via een Joodse profeet gegeven was, was de heidense machthebber voor de uitleg van de droom echter wel van een Joodse profeet afhankelijk. Daarmee verliet Daniel, een balling uit Juda, de coulissen om op het toneel te verschijnen. Nebukadnezar blijkt de droom als Goddelijk antwoord op in hem opgekomen vragen te hebben ontvangen: “Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze: Terwijl u, o koning, op uw bed lag, kwamen er gedachten in u op over wat hierna gebeuren zal. En Hij Die de verborgenheden openbaart, heeft u laten weten wat er gebeuren zal” (Daniel 2:28-29). Door middel van de droom openbaarde God Nebukadnezar de toekomst. Nebukadnezars droom was een profetische droom. Mijns inziens blijkt dat ook uit het feit dat het beeld in de droom niet achter hem, maar - zoals in vers 31 expliciet staat vermeldt - voor hem stond. Met andere woorden, het betreft geen terugblik in het verleden maar een vooruitblik op de toekomst. Nu naar de details. Waarvan spreekt het beeld? Waarbij worden we door het beeld bepaald? Waarop ziet het gouden hoofd, waarop de zilveren borst en armen en waarop de steen die het beeld verbrijzelde? Waarvan spreken deze dingen? Welke details van de toekomst worden door middel van het beeld geopenbaard? Daniels uitleg nu is concreet en ondubbelzinnig: door middel van de droom heeft Nebukadnezar inzicht ontvangen in een aantal koninkrijken die naar Gods raadsbesluiten na hem zullen opkomen.
Daarbij staat het gouden hoofd voor het Babylonische Rijk: “U bent dat gouden hoofd” (Daniel 2:38b). Ondanks dat er ‘u’ staat, wordt er toch ook het Babylonische Rijk mee bedoeld. Vaak, zoals ook hier, wordt de heerser in de Schrift met het rijk namelijk vereenzelvigd. In het vers erna wordt dat ook bevestigd. Daar wordt niet van een volgende koning maar van een volgend koninkrijk gesproken: “Na u zal een ander koninkrijk opkomen…” (Daniel 2:39a). Daarbij gaat het – zoals uit het vijfde hoofdstuk van het boek Daniel blijkt – om het Medo-Perzische Rijk. Daarna zouden dan de bronzen buik en dijen van het Grieks-Macedonische Rijk opkomen. Aangevoerd door Alexander de Grote zouden de Grieken de Meden en Perzen onderwerpen. Bij deze overgang van de macht worden we in het achtste hoofdstuk van het boek Daniel bepaald.
Vervolgens zou een vierde koninkrijk op ijzeren benen op aarde staan: het Romeinse Rijk. Naar een concrete identificatie van het vierde koninkrijk als het Romeinse Rijk zoeken we in de profetie van Daniel tevergeefs. Opvallend genoeg voorziet het enkel in enkele vage zinspelingen. Pas in het Nieuwe Testament wordt er helder licht op de identiteit van het vierde koninkrijk geworpen. Eeuwenlang hield Rome de wereld in een ijzeren greep, totdat haar machtsimperium geleidelijk afbrokkelde – in tegenstelling tot de voorgaande rijken is het Romeinse Rijk namelijk nooit in een volgend rijk opgegaan. Evenwel behoort ook het Imperium Romanum inmiddels tot het definitieve verleden… of toch niet misschien?
Laten we eens nader bij de voeten van het beeld stilstaan. Daarover staan enkele opvallende details opgetekend namelijk. Er (b)lijkt niet in het minst aan een volgend rijk te worden gedacht. Veeleer (b)lijkt het om een vervolg van het vierde rijk te gaan. Daarvoor pleit het volgende:
• Waar bij alle voorgaande overgangen vermeld werd dat het een volgend koninkrijk betrof, daar blijft een soortgelijke vermelding bij deze overgang geheel achterwege. Bij de overgangen van zilver naar brons en van brons naar ijzer werd bijvoorbeeld gesproken van een overgang naar een derde respectievelijk een vierde koninkrijk. Zo niet hier.
• Waar het bij de voorgaande overgangen een verandering van materiaal betrof (bijvoorbeeld van goud naar zilver), daar betreft het bij deze overgang een toevoeging van materiaal (van ijzer naar ijzer en leem).
Concluderend stellen we vast dat het bij de overgang van de benen van ijzer naar de voeten van ijzer vermengd met leem niet gaat om de overgang naar een volgend koninkrijk maar naar een volgende fase van hetzelfde koninkrijk. Het betreft een verandering van de samenstelling van hetzelfde koninkrijk. Er wordt een andersoortig element (leem) aan hetzelfde kernelement (ijzer) toegevoegd. Concreet gesteld gaat het om twee onderscheiden fasen van hetzelfde Romeinse Rijk.
(Vervolg in Het Zoeklicht nr. 4)
Anton van de Haar
De bedoeling van deze studies is zo mogelijk het leem van de voeten van het beeld te kunnen identificeren. Waar staat het voor? Waar moet bij het leem aan worden gedacht?
Historische context
Zoals altijd, is zicht op de context essentieel voor een zuivere exegese. Daarom beginnen we met een korte blik op de historische situatie. Nebukadnezar droomde deze droom in zijn tweede regeringsjaar – wellicht het jaar 584 v.Chr. Nebukadnezar was, zoals gezegd, absoluut heerser over het Babylonische Rijk. Het ontstaan van dat rijk gaat terug op de onderwerping van het Assyrische Rijk door Nabopolassar, de vader van Nebukadnezar, waarschijnlijk in het jaar 609 v.Chr. Daarmee kwam er een eind aan een lange periode van Assyrische overheersing en ontstond het Babylonische Rijk. Onder Nebukadnezar omvatte het Babylonische Rijk onder meer het gehele gebied van de zogenaamde Vruchtbare Sikkel. Daarin lag ook Israël. Daarmee was er een nieuwe fase in de geschiedenis van het Joodse volk aangebroken. Vanaf nu zou Israël voor lange tijd aan de volkeren onderworpen blijven. De Here Jezus noemde deze periode de ‘tijden van de heidenen’ (Lucas 21:24). Inmiddels duurt deze periode nu al bijna 2600 jaar onophoudelijk voort. Zoals we straks nog zien zullen, eindigt deze periode niet eerder dan met de wederkomst van de Messias.
Hoe kwam het tot deze toestand? Anders gezegd: waardoor werd het veroorzaakt? Zonden, in ernstige vormen en op wijdverbreide schaal. Tot aan afgoderij in de Tempel toe. In essentie kwam het erop neer dat Israël als volk het Oude Verbond had verbroken. Daarvan waren haar zonden de getuigen. Israël heeft zich tot op heden nooit collectief bekeerd. Gelukkig zal het daar niet bij blijven, want in de eindtijd – zo voorzegt de Schrift – zal het op de bekering van velen uit het Joodse volk uitlopen. Talloze Joden zullen dan buigen voor de Messias. Wanneer dat zal gebeuren, zal dat een totale omwenteling van de wereldsituatie teweegbrengen. Dan zal God het - onder andere door Jeremia - geprofeteerde Nieuwe Verbond met het huis van Israël en het huis van Juda sluiten. Christus zal uit de hemel neerdalen om het beloofde messiaanse Koninkrijk te vestigen. Israël zal tot hoofd van de naties en Jeruzalem tot hoofdstad van de wereld worden verheven. Daarmee zijn dan de ‘tijden van de heidenen’ beëindigd.
Terug naar ons betoog. Nebukadnezar droomde deze droom vlak na het begin van de genoemde ‘tijden van de heidenen’. Met hem was deze periode begonnen. Daarom worden de tijdsbepalingen vanaf deze Nebukadnezar niet langer aan de regeringsjaren van Israëlitische koningen maar aan die van heidense heersers gerelateerd. Daarom ook werd de toekomst niet, zoals voorheen via een Joodse profeet, maar rechtstreeks aan deze heidenvorst geopenbaard. Alles wijst erop dat er een nieuw tijdperk was aangebroken. Laten we ons nu op de uitleg van de droom richten.
Uitleg van de droom
Ondanks dat de droom niet via een Joodse profeet gegeven was, was de heidense machthebber voor de uitleg van de droom echter wel van een Joodse profeet afhankelijk. Daarmee verliet Daniel, een balling uit Juda, de coulissen om op het toneel te verschijnen. Nebukadnezar blijkt de droom als Goddelijk antwoord op in hem opgekomen vragen te hebben ontvangen: “Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze: Terwijl u, o koning, op uw bed lag, kwamen er gedachten in u op over wat hierna gebeuren zal. En Hij Die de verborgenheden openbaart, heeft u laten weten wat er gebeuren zal” (Daniel 2:28-29). Door middel van de droom openbaarde God Nebukadnezar de toekomst. Nebukadnezars droom was een profetische droom. Mijns inziens blijkt dat ook uit het feit dat het beeld in de droom niet achter hem, maar - zoals in vers 31 expliciet staat vermeldt - voor hem stond. Met andere woorden, het betreft geen terugblik in het verleden maar een vooruitblik op de toekomst. Nu naar de details. Waarvan spreekt het beeld? Waarbij worden we door het beeld bepaald? Waarop ziet het gouden hoofd, waarop de zilveren borst en armen en waarop de steen die het beeld verbrijzelde? Waarvan spreken deze dingen? Welke details van de toekomst worden door middel van het beeld geopenbaard? Daniels uitleg nu is concreet en ondubbelzinnig: door middel van de droom heeft Nebukadnezar inzicht ontvangen in een aantal koninkrijken die naar Gods raadsbesluiten na hem zullen opkomen.
Daarbij staat het gouden hoofd voor het Babylonische Rijk: “U bent dat gouden hoofd” (Daniel 2:38b). Ondanks dat er ‘u’ staat, wordt er toch ook het Babylonische Rijk mee bedoeld. Vaak, zoals ook hier, wordt de heerser in de Schrift met het rijk namelijk vereenzelvigd. In het vers erna wordt dat ook bevestigd. Daar wordt niet van een volgende koning maar van een volgend koninkrijk gesproken: “Na u zal een ander koninkrijk opkomen…” (Daniel 2:39a). Daarbij gaat het – zoals uit het vijfde hoofdstuk van het boek Daniel blijkt – om het Medo-Perzische Rijk. Daarna zouden dan de bronzen buik en dijen van het Grieks-Macedonische Rijk opkomen. Aangevoerd door Alexander de Grote zouden de Grieken de Meden en Perzen onderwerpen. Bij deze overgang van de macht worden we in het achtste hoofdstuk van het boek Daniel bepaald.
Vervolgens zou een vierde koninkrijk op ijzeren benen op aarde staan: het Romeinse Rijk. Naar een concrete identificatie van het vierde koninkrijk als het Romeinse Rijk zoeken we in de profetie van Daniel tevergeefs. Opvallend genoeg voorziet het enkel in enkele vage zinspelingen. Pas in het Nieuwe Testament wordt er helder licht op de identiteit van het vierde koninkrijk geworpen. Eeuwenlang hield Rome de wereld in een ijzeren greep, totdat haar machtsimperium geleidelijk afbrokkelde – in tegenstelling tot de voorgaande rijken is het Romeinse Rijk namelijk nooit in een volgend rijk opgegaan. Evenwel behoort ook het Imperium Romanum inmiddels tot het definitieve verleden… of toch niet misschien?
Laten we eens nader bij de voeten van het beeld stilstaan. Daarover staan enkele opvallende details opgetekend namelijk. Er (b)lijkt niet in het minst aan een volgend rijk te worden gedacht. Veeleer (b)lijkt het om een vervolg van het vierde rijk te gaan. Daarvoor pleit het volgende:
• Waar bij alle voorgaande overgangen vermeld werd dat het een volgend koninkrijk betrof, daar blijft een soortgelijke vermelding bij deze overgang geheel achterwege. Bij de overgangen van zilver naar brons en van brons naar ijzer werd bijvoorbeeld gesproken van een overgang naar een derde respectievelijk een vierde koninkrijk. Zo niet hier.
• Waar het bij de voorgaande overgangen een verandering van materiaal betrof (bijvoorbeeld van goud naar zilver), daar betreft het bij deze overgang een toevoeging van materiaal (van ijzer naar ijzer en leem).
Concluderend stellen we vast dat het bij de overgang van de benen van ijzer naar de voeten van ijzer vermengd met leem niet gaat om de overgang naar een volgend koninkrijk maar naar een volgende fase van hetzelfde koninkrijk. Het betreft een verandering van de samenstelling van hetzelfde koninkrijk. Er wordt een andersoortig element (leem) aan hetzelfde kernelement (ijzer) toegevoegd. Concreet gesteld gaat het om twee onderscheiden fasen van hetzelfde Romeinse Rijk.
(Vervolg in Het Zoeklicht nr. 4)
Anton van de Haar