Het mysterie dat Confucius niet kon oplossen

Miel Vanbeckevoort • 86 - 2010 • Uitgave: 14/15
- De Bijbel en de Chinese taal -

In het boek Genesis, hoofdstukken 5 en 10, vinden we de genealogie van de eerste aardbewoners, waarop een nauwkeurige datering kan worden gebaseerd. Het lijkt voor velen wel een sprookje dat mensen in die tijd honderden jaren oud werden. Adam leefde 930 jaren, Seth 912 jaren en Enos bereikte 905 jaren. De gemiddelde leeftijd van die eerste 10 generaties was trouwens 912 jaar. Maar tijdens de tiende generatie, 1656 jaren na de Schepping, kreeg God uiteindelijk genoeg van de grote zonden waarmee de mensen de aarde hadden overwoekerd. Alleen Noach en de zijnen vonden genade in de zondvloed die toen volgde.

In de vijfde generatie na Noach werd de aarde verdeeld en waaierden de mensen in alle windrichtingen uit, als gevolg van de verstrooiing van Babel. Als we de data van Genesis 11:10-16 er weer bij nemen, dan was dat 101 jaar na de zondvloed, ten tijde van de geboorte van Peleg (zie ook Genesis 10:25 en 1 Kronieken 1:19). Zijn naam verwijst trouwens naar de verdeling van de aarde.
In die periode verwarde de Here de taal der gehele aarde en namen de verstrooiden hun kersverse talen met zich mee naar hun nieuwe woonplaats. James Usscher, een Ierse bisschop uit de zestiende eeuw, berekende nauwkeurig dat de zondvloed plaatsvond 1 in 2348-2349 voor Christus (d.w.z. 1656 jaren na de schepping - zie eerder). De datum van de Babylonische verstrooiing valt dan in de jaren 2247-2248 voor Christus (2348-2349 min die 101 jaren na de zondvloed).

Robert Matthews 2 rapporteert dat de eerste dynastie in China, de Hsia, aanving in 2205 voor Christus. Dit betekent dat de voorouders van het Chinese volk in een goede veertig jaren de tocht van ongeveer 8000 kilometer maakten, van de Babylonische verstrooiing in Mesopotamië naar hun nieuwe thuisland.

De oude Chinese kronieken, de ‘Shu Ching’, bijeengebracht door Confucius, hebben het over een periode die nog voorafging aan 2205 voor Christus. Ze beschrijven het bestaan van 5 opeenvolgende ‘machthebbers’, die allen offers brachten aan de ‘hemelse keizer’, ‘Shang Ti’ of ‘Shang Dai’ (El Shaddai !).3 Zo is er sprake van de heerser waarvan de naam in het Chinees vertaald werd als ‘Shun’ die, onderweg naar het oostelijk gelegen China, een offer brengt aan de ene ware God rond 2230 voor Christus.
Hoe past deze tijdpuzzel in elkaar?

We weten dat er maar vijf generaties werden geboren tussen de zondvloed en de torenbouw van Babel. Het was de taak en het privilege van deze opeenvolgende patriarchen van de familie, met name Noach, Sem, Arpachsad, Selah en Heber om aan God een offer te brengen (zie bijvoorbeeld Genesis 8:20 en 11:10-16), een offer dat toen reeds duidelijk naar Golgotha vooruitwees.
Het is hoogst waarschijnlijk dat deze vijf patriarchen dezelfde zijn als de personen waarover de vroegste Chinese Kronieken het al over hebben. Selah of Selach betekent immers ‘worp’ of ‘zending’ 4 terwijl Shun ook de betekenis van ‘gezondene’ heeft.5 Ook de datering van de oude Chinese Kronieken (2230 v.Chr. in onze jaartelling) klopt als een bus met de Bijbelse gegevens. Vele wetenschappers wijzen verder ook op de gelijkvormigheid van de Babylonisch-Assyrische en de vroege Chinese cultuur op het gebied van kunst, wetenschappen en bestuur.6

Genesis 10:32 wijst er op dat alle geslachten der aarde van Noach afstammen en dat van zijn afstammelingen de volken op aarde zich na de vloed verdeelden. Met andere woorden: De vroege Chinese voorvaderen waren tijdgenoten van Noach, die ná de vloed nog 350 jaar heeft geleefd. Die voorvaderen kunnen de menselijke geschiedenis tot dan toe zelfs uit de mond van Noach hebben vernomen! Noach op zijn beurt kan de overlevering dan weer ontvangen hebben van Lamech, zijn vader, die 56 jaren oud was toen Adam stierf. Dat leren we uit de combinatie van de gegevens die in Genesis 5:5-25 zijn vermeld.

Conclusie: alle details in verband met de Schepping en het leven van voor de zondvloed kunnen China hebben bereikt met slechts twee tussenstappen: Lamech en Noach. Het is dan ook geen wonder dat de Chinese ideografische karakters, die ook vandaag nog de kern vormen voor de Mandarijn-Chinees, door de eerste elf hoofdstukken van het boek Genesis geïnspireerd zijn, zeggen de auteurs T.H. Kang en E.R. Nelson.7

Zij geven daarvan honderden voorbeelden:
Zo vinden we in het samengestelde Chinese symbool voor ‘boot’ ook vandaag nog de onderdelen (‘radicalen’ genoemd) voor ‘vaartuig’, ‘acht’ en ‘personen’. Niet moeilijk om bij dit zogenaamde ‘ideogram’ te denken aan Noach en zijn vrouw en hun drie zoons met hun vrouwen. De ideogrammen, die aan de basis liggen van de geschreven Chinese taal, waren dus elk een soort ‘beeldverhaal’-symbool, dat onmiddellijk werd verstaan door de Chinese lezer die de orale overlevering kende (zoals opgetekend in die eerste elf hoofdstukken van Genesis).
Het zal de lezer al minder verbazen dat de combinatie van de bouwstenen of radicalen voor respectievelijk ‘acht’, ‘tezamen’ en ‘aarde’ het symbool vormt voor ‘totaliteit’, want slechts acht mensen bleven samen over op aarde. ‘Totaliteit’ en ‘water’ betekent dan weer ‘vloed’. Is dit alles toeval?
De radicalen of bouwstenen voor ‘duivel’ zijn respectievelijk ‘geheim’, ‘persoon’ , ‘actief’ (of ‘leven’) en ‘hof’. Het Chinese symbool voor ‘verleider’ is dan weer opgebouwd uit ‘duivel’ samen met ‘bomen’ en ‘bedekking’.

Het Chinese symbool voor ‘spreken’ is opgebouwd uit de radicalen ‘ stof ’ (of klei), ‘adem’ (of mond) en ‘levend’. We denken daarbij aan de Here God die Adam uit het stof der aarde vormt en hem de levensadem inblaast. Adam betekent in het Hebreeuws trouwens ‘grond’.
Het Chinese teken voor ‘licht’ bestaat uit de radicalen ‘mens’ en ‘vuur’ en laat er geen twijfel over bestaan dat de eerste mens voor de zondeval met licht was bekleed. Hij was immers naar Gods beeld gemaakt (zie 1 Korintiërs 11:7) en Psalm 104:2 geeft duidelijk aan dat God zich in het licht hult ‘als een mantel’. Nu wordt veel duidelijker waarom Adam en Eva pas ná de zondeval konden zien dat ze naakt waren. Hun lichamen straalden niet langer dat hemelse licht uit.
Het Chinese symbool voor ‘eerst’ (of ‘begin’) is samengesteld uit de radicalen ‘twee’ en ‘persoon’. Als dit symbool voor ‘begin’ verder wordt gecombineerd met de radicaal voor ‘huis’ dan betekent dit ‘compleet’. Met de stichting van dit eerste huis van twee mensen heeft God een begin gemaakt met de menselijke geschiedenis en was Zijn scheppingswerk compleet, aldus het Chinees!
Het Chinese symbool voor ‘hof’ bestaat uit de radicalen ‘stof’, ‘adem’, ‘twee personen’ en ‘afsluiting’. Markant daarbij is dat ‘twee personen’ wordt voorgesteld als een persoon die op ribhoogte uit de andere voorkomt. We denken daarbij onvermijdelijk aan Genesis 2:22 waar sprake is van het feit dat God de vrouw bouwde uit een rib die Hij uit ‘de mens’ had genomen. De radicaal voor ‘vrouw’, gecombineerd met de radicaal ‘twee bomen’ betekent dan weer ‘begeren’. Voor de zondeval kon Eva inderdaad kiezen tussen de boom des levens en de boom der kennis van goed en kwaad, aldus Genesis 2:9.
Het Chinese symbool voor ‘gerechtigheid’ bestaat uit de radicalen ‘mij’ en ‘schaap’ en wijst als het ware vooruit naar het verzoenend offer van het Lam dat de mens nodig heeft om bekleed te worden met Zijn gerechtigheid. Als men de radicalen ‘lam’ en ‘spreekt’ vervolgens samenvoegt, dan betekent het samengestelde symbool ‘oordelen’ of ‘nauwkeurig onderzoeken’. Openbaring 19:11 heeft het over het Lam dat vonnis velt en oorlog voert in gerechtigheid.

De Chinese taal bevat ook een hele serie verwijzingen naar de torenbouw van Babel. Zo levert de combinatie van ‘mens’, ‘één’ en ‘mond’ het symbool op voor ‘verenigd’. Als dit symbool dan weer wordt gecombineerd met de radicaal voor ‘klei’ en ‘gras’ (of onkruid) dan krijgen we ‘toren’. Niet zonder humor plaatste de uitvinder van het Chinese schrift ‘gras’ bovenop dit toren-symbool om daarbij aan te geven dat de eenparige poging van de mens om de toren van Babel uit klei te bouwen al spoedig door het gras of het onkruid zou worden overwoekerd. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de Chinezen niet eerder torens of pagodes bouwden dan tijdens de Boeddhistische periode die een paar millennia na het ontstaan van het Chinese Schrift zijn intrede deed. Het was ook pas in díe periode dat het geloof in de ene ware God door vele Chinezen werd verlaten.8

Nog één voorbeeld willen we de lezer niet onthouden: het Chinese symbool voor ‘wreed/gewelddadig’ bestaat uit de radicaal voor ‘oudere broeder’ die pictografisch gebogen staat over de ‘jongere broeder’. Het symbool voor wreed wordt vervolledigd door de radicaal ‘merkteken’ die samengevoegd is met ‘oudere broeder’. Bovenaan de radicaal ‘oudere broeder’ is namelijk een duidelijke ‘x’ zichtbaar! 9 Genesis 4:15 heeft het met name over een teken dat de Here aan Kaïn stelde.
Is dit alles toeval? Wie een en ander bekijkt door de bril van de waarschijnlijkheidsberekening, beseft nu dat de mathematische kans dat honderden Chinese symbolen niet door de eerste elf hoofdstukken van Genesis zijn geïnspireerd zijn gelijk staat met nul.

Enkele jaren geleden ontmoette ik door Gods toedoen de achterneef van de laatste Chinese keizer. Wij kenden elkaar helemaal niet en ook toen ik met hem in gesprek geraakte maakte hij zich niet onmiddellijk kenbaar. Toen evenwel zijn vertrouwen was gewekt, dat hij met een broeder te doen had, bevestigde hij mij onder andere dat de laatste Chinese keizer van de Manchu-dynastie, die van 1644 tot 1911 na Christus in China regeerde, nog jaarlijks het offer bracht voor de ene ware God, voor Shang Dai, de hemelse keizer. Wel gaf hij aan dat de latere keizers dit als een ritueel beschouwden. Ze verstonden ze de diepere betekenis of herkomst niet meer, net als Confucius die zich in hoge mate verbaasde over dit ritueel.10

Lang 10 citeert de oude Kronieken van de Chou-dynastie in dit verband. Bij wijze van inleiding wijzen deze Kronieken er op ‘dat door de zonde van de mens in tijden vanouds, de God des hemels de toegang tussen hemel en aarde liet versperren’ en ‘dat de mens vervolgens door offers zijn God bleef dienen’ (mijn vertaling uit het Engels).
De prachtige teksten die de keizer tijdens het Groot Offer Ritueel opzegde zijn bewaard gebleven.11 Meer dan 4000 jaren hield het brengen van dit offer stand, tot aan de oprichting van de Chinese Republiek in 1912.
In aanwezigheid van alle hoogwaardigheidsbekleders beleed de keizer: “O, geheimzinnig werkende Maker, naar U kijk ik op. Met deze plechtige ceremonie aanbid ik U. Uw dienstknecht is maar een riet, bewogen door de wind… en toch hebt Gij mij het rijksbestuur toevertrouwd. Ik besef mijn onwetendheid en blindheid en ik vrees dat ik Uw genade onwaardig zal blijken. Hoe onbetekenend ik ook ben, ik wil al uw inzettingen in acht nemen. Ik kijk op naar U, kom in Uw machtige wagen naar dit altaar. Ik buig mijn hoofd ter aarde voor Uw grootheid, hopende op Uw overvloedige genade. Al mijn dienaren aanbidden U tezamen met vreugde. Och dat U dit offer van ons zoudt willen aannemen terwijl wij U aanbidden, U die onuitputtelijk goed zijt… Want Gij hebt de hemelen voortgebracht en de aarde vastgezet. Uw heerschappij is zonder einde… Alle einden der aarde zien naar U op. Alle mensenkinderen verheugen zich in uw Grote Naam.” (eigen vertaling Engelse tekst, geciteerd in Nelson.12)

Toen ik enkele jaren geleden in Peking het T’ien An Men-plein en het ‘hemelse altaar’ bezocht, besefte ik dat de vele toeristen ginds en ook vele Chinezen niet meer weten of horen wat er destijds in de tempel gebeurde bij het ‘hemelse altaar’ (T’ian T’an). Confucius 10 verklaarde zelfs dat wie dit Groot Offer Ritueel kon verklaren, in staat zou zijn om het keizerrijk even makkelijk te regeren als het kijken naar de palm van zijn eigen hand. Het Taoïsme en Confucianisme uit de vijfde eeuw voor Christus en het Boeddhisme in de eerste eeuw voor Christus hebben naar een verklaring gezocht, vele eeuwen nadat het offer voor Shang Dai werd ingesteld. Ze hebben geen echte antwoorden kunnen geven.
Vandaag hebben we inzicht in dit geheimenis, in grote mate geholpen door de auteurs die voordien onderzoek hebben gedaan. Spoedig zal het opnieuw zijn zoals in de tijden van Noach. Net als toen geloven de mensen niet langer dat de geschiedenis van Genesis écht is gebeurd. De Chinese symbolen, gebruikt door het meest bevolkte land op aarde, getuigen al vier millennia dat de geschiedenis van Genesis waar is en dat dus ook de daar beschreven Schepping en zondeval waar zijn. Laten we de mensen om ons heen derhalve oproepen zich te bekeren van ‘hun ijdel bedrijf, tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat er in is gemaakt heeft’, zegt Handelingen 14:15. Hij komt spoedig.

Miel Vanbeckevoort

Eindnoten:
1 Geciteerd in Thompson F.C., A complete System of Biblical Studies, the New Chain Reference Bible, B. Kirkbride Co, Indianapolis, VS, 1964, p. 186. 2348-2349, resp. 2247-2248 voor Christus zijn zonnejaren.
2 Mathews R.H., Chinese-English dictionary,ed. Harvard University Press, VS, 1975, p. 1165
3 Legge J., The Chinese Classics, the Shu Ching: Canon of Shun, Southern Materials Center Inc., Taipei, Taiwan, 1983, pp. 33,34
4 Gispen W.H. e.a., Bijbelse Encyclopedie, Kok-Kampen, Nederland, p. 646
5 Mathews R.H., Chinese-English dictionary, Harvard University Press, VS, 1975
6 De La Couperie T., The language of China before the Chinese, Taipei, Taiwan, 1966, p.114
7 Kang C.H. e.a., The discovery of Genesis, how the Truths of Genesis were found hidden in the Chinese Language, Concordia, St. Louis, VS, 1979. Alle voorbeelden komen uit dit boek, behalve indien anders wordt aangegeven.
8 Durant W., The Story of Civilization: our Oriental Heritage, Simon & Schuster, N.Y., 1942, p. 741
9 Nelson E.R. e.a., Genesis and the mystery Confucius couldn’t solve, CPH, St. Louis, VS, p.89
10 Lang K.K., P’ing An We P’u, Taipei, Taiwan, 1985, p.15 en: Nelson, o.c., p. 81
11 Legge J., Canon of Shun, p. 24-34, zie ook Confucius, Shu Ching, 551-449 voor Christus.
12 Nelson E.R. e.a., o.c., p. 16-17