Het werd kerstfeest voor Mohammed

Feike ter Velde • 80 - 2004/05 • Uitgave: 20
Het werd kerstfeest voor Mohammed



Toen de ayatollah’s de macht kregen in Iran veranderde alles, thuis, op school, in de straten van de stad. Vooral op school werd alles ineens veel strenger. Elke dag de koran lezen, lijfelijke straf als je niet goed meedeed. Het was verstikkend. Veel kinderen in de klas waren net zo bang als ik. Alles wat bekend en vertrouwd was verdween. Mijn ouders besloten het land ter verlaten en zo kwamen we in Nederland terecht. Ik was toen 15 jaar.



Toch was de koran voor mij de waarheid, hoewel ik heel veel vragen had. Hoe kan je geloof zo verstikkend werken en de samenleving, zoals bij ons in Iran, zo onderdrukken. Hier in Nederland zag ik totaal andere dingen. Iedereen was vrij te zeggen wat hij wilde. Zelfs op de regering hoorde ik kritiek in allerlei televisieprogramma’s. Dat was voor mij volstrekt nieuw en heel aantrekkelijk. Op de middelbare school kwam ik ook met christenen in aanraking. Enkele vriendjes spraken me er vrijmoedig over aan. Voor mij was de zekerheid van de koran toch mijn houvast. Als je dat niet meer hebt ben je alles kwijt.



Mijn ouders moesten hier ook erg wennen. Met hen sprak ik er niet over. Op een dag zag ik een groep jongeren op straat evangeliseren. Ja, dat woord kende ik niet maar dat snapte ik later. Een heel leuk meisje spreekt me daar aan en vraagt me of ik de Heer Jezus ken. Ik probeer aan haar uit te leggen dat zijn ideeën niet in overeenstemming zijn met de koran, hoewel ik weinig wist van de Bijbel. ‘Dat klopt’ zegt ze heel spontaan, ‘maar waarom ga je niet een keer mee naar onze samenkomst, dan hoor je er wat meer over en kun je beter vergelijken’. Ik kan haar overtuigingskracht niet weerstaan. Ik ga erop in. Daar raak ik met een jongen in gesprek en vraag hem waarom christenen zeggen dat Jezus de enige weg is. Wij moslims geloven toch ook in God? Bovendien zijn er nog andere godsdiensten in de wereld. Hij vertelt me over Jezus, die voor ons Zijn leven heeft gegeven op het kruis, is gestorven en na drie dagen is opgestaan. Hij leeft! Hij zegt dat met zoveel overtuigingkracht dat het me diep raakt. Ik krijg een Bijbel van ze.



Thuis begon ik erin te lezen: "Ik ben de Goede Herder, ik leg mijn leven af voor mijn schapen" en nog veel meer over de Heer Jezus in de evangeliën. Er kwam zo’n wonderlijke rust en vrede in mij, iedere keer als ik in de Bijbel las. In alle andere lectuur had ik dit nooit ervaren. Ik was aangeraakt, heel diep, maar ook verward. Alles raakte op z’n kop. Ik kan toch geen christen worden? Dat kan toch niet! Ik ben moslim.

Ik besloot niet meer in de Bijbel te lezen. Ik wilde antwoorden vinden. Ik hoorde van vrienden dat je in Israël in een kibboetz kan werken. Dat leek me wel wat. Ik was Iran vertrouwd met de haat tegen de Joden, maar in Nederland kende ik verschillende Joodse mensen en die waren allemaal heel aardig. Dat beeld klopte dus niet. Werken in Israel en even afstand nemen van alles, dat zou me rust geven. Mijn vriendin, het meisje dat me op straat had aangesproken en mij had uitgenodigd naar haar samenkomst te komen, zei bij mijn afscheid: "Ik blijf voor je bidden, want je moet niet denken dat je van de Heer Jezus weg kunt lopen. Hij is ook in Israel, hoor".



In de kibboetz moest ik een kamer delen met een andere jongen. Ik werd bij aankomst aan hem voorgesteld. "Ken je de Heer Jezus Christus als je persoonlijke Verlosser?" was zijn eerste vraag aan mij. Ik dacht: "Nee hè, die christenen zijn werkelijk overal!" Hij vertelde me veel over de Bijbel en over Christus. Hij nam me mee naar een evangelische gemeente daar. Ik moest dat nu wel accepteren, maar ik hield eraan vast dat mijn geloof best naast het christendom kon bestaan.



Opeens kwam er een onvoorstelbare leegte in mijn hart. Ik heb overal gebeden, in moskeeën, in kerken,bij de Klaagmuur met een keppeltje op, maar de leegte bleef. Na weken van intens zoeken nam ik de Bijbel weer eens op en las Jezus’ woorden: “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Mijn schapen horen naar mijn stem en naar vreemden horen zij niet”. Ineens wist ik: dit is de stem van de levende God. Die avond heb ik heel lang gehuild en mijn leven overgegeven aan de Heer Jezus Christus. Want ik wist het zeker: het gaat om Hem! Grote blijdschap vervulde mijn hart en dat is gebleven, elke dag. De Heer Jezus is alles voor me. Terug in Nederland heb ik voor het eerst het kerstfeest gevierd. Komend uit een land en een cultuur waar het nooit kerstfeest is geworden, maakt alles heel bijzonder. Jezus kwam om mijn zonden weg te nemen en Hij helpt mij elke dag om zonde te overwinnen. Ik mag nu voor Hem leven.



Feike ter Velde