Het zwaard van de Messias

Jan van Barneveld • 87 - 2011 • Uitgave: 17
De pijlkoker van de HERE
Wij mogen de Here Jezus kennen en verkondigen als de liefdevolle, zachtmoedige Verlosser. Het Lam van God, dat de zonde van de wereld op zich heeft genomen (Johannes 1:29). Hij heeft ook een ander gezicht. In de eindtijd zal Hij optreden als de Koning Messias, ‘bekleed met een kleed dat geverfd is in bloed… en uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmee de heidenen te slaan’ (Openbaring 19:13,15). Het ‘Kind dat ons geboren is’ zal ook de dreunende soldatenlaarzen van de wereldmachten verbranden (zie Jesaja 9:4,5). Hij ‘voert oorlog in gerechtigheid’ (Openbaring 19:11; Jesaja 11:4,5).
Ook Israël is ‘knecht van de HERE’. Een van de taken van deze ‘knecht Israël’ is het zwaard van de Messias te voeren. Leest u even mee? ‘Israël verheuge zich in zijn Maker, laten de kinderen van Sion juichen over hun Koning… een tweesnijdend zwaard is in hun hand, om wraak te oefenen aan de volken, bestraffingen aan de naties… om het beschreven vonnis aan hen te voltrekken’ (Psalm 149:2,6-9). En: ‘Hij maakte mij tot een puntige pijl, in zijn pijlkoker stak Hij mij. En Hij zei tegen mij: Gij zijt mijn knecht, Israël, in wie Ik Mij zal verheerlijken’ (Jesaja 49:2,3). Uit Zacharia: ‘Uit hen komt de hoeksteen (de Messias), uit hen de tentpin, uit hen de strijdboog’ (10:3,4); ‘want Ik span Mij Juda, op de boog leg Ik Efraïm…’ (9:13,14). Tijdens de eindtijdoorlog om Jeruzalem zal de HERE ‘de stamhoofden van Juda maken als een vuurbekken… dan zullen zij rechts en links de naties in het rond verteren’ (12:6). Deze taak als ‘zwaard van de Messias’ valt Israël zwaar. Immers, geen volk in de wereld smacht zo naar vrede en heeft er zoveel voor over, als Israël.

Jozua en Saul
Voordat we naar onze tijd gaan, twee voorbeelden uit een ver verleden. God beloofde Abraham en zijn geslacht het land Kanaän en een heel stuk van de omgeving (Genesis 15:18-21). Maar Israël moest nog minstens 400 jaar wachten want ‘eerder is de maat van de ongerechtigheid van de Amorieten niet vol’ (Genesis 15:16 en Deuteronomium 9:5). Kanaän kreeg dus nog 400 jaar ‘genadetijd’. Pas Jozua kreeg, als ‘zwaard van de HERE’, de opdracht om die volken te vernietigen. Koning Saul kreeg de opdracht de Amalekieten te verslaan (1 Samuël 15). Dit om hun misdaad, vlak na de Uittocht (Exodus 17:8-16).

Onze tijd
We leven nu midden in de strijd om de doorbraak van het Koninkrijk van God. Israël en Bijbelgetrouwe christenen spelen hierin op aarde een hoofdrol. De islam is de grote tegenspeler en strijdt fel en keihard voor het koninkrijk van hun godheid, een wereldwijd kalifaat onder de wrede sharia. Christenen en Joden (Israël) worden dan ook meedogenloos vervolgd, voornamelijk door de islam. Weer is Israël, dat zich de omringende landen en (zelfmoord)terroristen van het lijf moet houden, het zwaard van de Messias. Immers al minstens driemaal heeft Israël, met behulp van de HERE, zijn God, omringende islamitische landen en dus ook hun godheid, een beschamende slag toegebracht. In de Onafhankelijkheidsoorlog (1948), de Zesdaagse Oorlog (mei 1967) en de Yom Kippoer Oorlog (1973) werden de legers van Allah verslagen. Driemaal verhoorde de HERE Israëls gebed: ‘Laten beschaamd en te schande worden wie mij naar het leven staan, laten terugdeinzen en schaamrood worden wie onheil tegen mij beramen’ (Psalm 35:4).
De HERE, die ook onze God is, waarschuwde herhaaldelijk moslims en landen onder de macht van Allah voor het komende oordeel. Waarschijnlijk zal het nog één keer gebeuren. Dat lezen we in Psalm 83, een Psalm die door de oud-premier van Israël, Menachem Begin, tijdens een crisissituatie in de Knesset werd voorgelezen. Stel je voor, premier Rutte leest een Psalm in de Tweede Kamer… Moge de HEER dit wonder bewerken. Terug naar Psalm 83. Daar worden de huidige islamitische vijanden van Israël met name genoemd. De samenzweringen, die tegen Israël gesmeed werden en worden staan letterlijk geprofeteerd in deze Psalm. Hun woedende haat tegen Israël wordt in die Psalm letterlijk beschreven: ‘Laten wij hen als volk verdelgen… zij hebben eensgezind beraadslaagd en tegen U een verbond gesloten… wij willen in bezit nemen de woonsteden van God’ (83:4-6,13). Israël bidt dan: ‘Laten zij voor altijd beschaamd en verschrikt worden… opdat zij weten dat alleen uw Naam is: HERE, de Allerhoogste over de hele aarde’ (83:17-19). Israël wordt binnenkort weer gebruikt als zwaard van de HERE, dat bewerkt dat zij ‘schaamrood worden en te gronde gaan’ (:18).

Toekomst en vrede
Dr. Arnold Fruchtenbaum is een messiaans Joodse leraar van het profetische Woord. Hij schrijft: “Uiteindelijk zal er vrede zijn tussen Israël en de Arabische landen, maar (die vrede) zal op drie manieren gerealiseerd worden: 1. Door bezetting; 2. Door vernietiging; 3. Door bekering. We zullen dit voor een paar landen nagaan in de Schrift. Israël zal hierbij regelmatig optreden als ‘Zwaard van de Messias’.

1. Libanon
Libanon zal gedeeltelijk bezet worden door Israël. Dus vrede door bezetting. Ezechiël 47:13-48:29 geeft de grenzen van Israël in het Duizendjarig Rijk. Hier blijkt dat een deel van Libanon bij Israël gaat horen. Na de eerste Libanonoorlog zei een Libanese vriend (evangelisch christen) tegen me dat Israël had moeten blijven want “het komt hen Bijbels toe”!

2. Jordanië
Jordanië moeten we opsplitsen in drie delen. In het zuiden het gebergte Seïr, de plek voor Edom, nakomelingen van Esau. In centraal Jordanië Moab, nakomelingen van Lot, de neef van Abraham. In het noorden, tegen de Golan aan, Ammon, nakomelingen die ook van Lot afstammen. Mozes mocht deze gebieden niet veroveren omdat de HERE deze gebieden respectievelijk aan Esau (Deuteronomium 2:5-8), aan Moab en aan Ammon (Deuteronomium 2:19) had gegeven. Maar latere profeten geven veel details over de oordelen die over die volken zullen komen. Edom: Vrede komt door vernietiging. ‘IK zal het gebergte Seïr tot een oord van verwoesting maken en daar uitroeien al wie er komt of gaat’ (Ezechiël 35:6-9). ‘IK strek mijn hand uit tegen Edom en zal daar mens en dier uitroeien’ (Ezechiël 25:12-14). Zie ook Obadja :1-10. Over Ammon en Moab, centraal en Noord-Jordanië dus, komen ook zware oordelen, maar geen absoluut totaal. Ammon zal verstrooid worden, maar de HERE zal een keer brengen in zijn lot. Doch Israël zal hem in bezit nemen (Jeremia 49:1-6). Opvallend is dat profeten eensluidend zijn dat die oordelen komen om wat zij Israël hebben aangedaan. Waarschijnlijk vrede door bezetting.

3. Assyrië (Noord-Irak en Oost-Syrië)
Damascus zal totaal vernietigd worden. De bevolking zal op tijd kunnen vluchten (Jeremia 49:1-27; Jesaja 17:1). Er zal vrede komen met Israël door bekering: ‘Egypte zal met Assur de HERE dienen.’ Ook zal er een (economische?) unie komen tussen Egypte, Assyrië en Israël (Jesaja 19:23-25).

4. Iran (Perzië of Elam)
Er komt een zwaar oordeel en een verstrooiing van veel mensen in dat land. Zij zullen terugkeren in de eindtijd (Jeremia 49:34-39). Vrede komt via een oordeel.

5. Saoedi-Arabië (Kedar en Hasor)
Over de Arabieren lezen we in Jeremia 49:28-33 ‘Hasor zal tot een woonplaats van jakhalzen worden voor altijd, niemand zal daar wonen en geen mensenkind zal daar verblijf houden.’ Dus vrede door vernietiging.

6. Egypte
Egypte is heel belangrijk (zie Jesaja 19). Eerst komt er een periode van burgeroorlogen (:2), verwoesting en hongersnood (:5-10). Er zullen hardvochtige en dwaze heersers komen, die Egypte op een doolweg brengen. Denk aan koning Faroek, de presidenten Nasser, Sadat en Moebarak. Denk aan de overheersing van de radicale islam (sharia!) die eraan dreigt te komen (:11-15). Een periode van oorlogen en veel angst voor Juda dat al in vier oorlogen heeft gefungeerd als het zwaard van de Messias over Egypte. Maar alles zal goed komen. Na bekering komt er een periode van vrede met Israël: ‘Egypte zal te dien dage de HERE kennen… zij zullen zich tot de HERE bekeren en HIJ zal Zich door hen laten verbidden en hen genezen’ (:21,22). Eind goed al goed: ‘Gezegend zij mijn volk Egypte’ (:25).

Jan van Barneveld