Hoe kijken christenen naar de samenleving?

Feike ter Velde • 86 - 2010 • Uitgave: 19
De media in ons land staan bol van speculaties, suggesties, verdachtmakingen, alsmede van goed- en afkeuringen als het gaat om de kabinetsformatie. De VVD won de verkiezingen en is derhalve als grootste partij de initiatiefnemer tot het formeren van een kabinet. Vele varianten zijn de revue al gepasseerd en op dit moment spreken VVD, PVV en CDA met elkaar over een coalitie. Immers, ons land moet geregeerd worden. Er moet beleid worden gemaakt, vooral gelet op de grote economische problemen die er zijn. Er moet verantwoordelijkheid worden genomen, of je er nu populair mee wordt of niet.
Hoe verder?


Bij de berichtgeving over de kabinetsformatie lijkt het vooral te moeten gaan over de vraag hoe we denken over de PVV van Geert Wilders; moet het CDA met die partij in zee gaan? Waarom moet het CDA regeren? Kunnen christenen wel op Geert Wilders stemmen? Moeten dominees zich meer uitspreken tegen Wilders? Hoe moeten we tegen de islam aankijken? Ga zo maar door.
Samenvattend kunnen we zeggen dat de hoofdvraag zich toch concentreert op de islam in Nederland en in Europa. Voor die vraag doof zijn, de andere kant op kijken, of zoals de politiek bijna unaniem doet, zeggen dat ook de islamieten in ons land moeten meedoen, is een ontkenning van een buikgevoel bij het Nederlandse volk en bij bijna alle Europeanen. Dat heeft met name het CDA gedaan en is daarom dramatisch afgestraft, vooral in de provincies Brabant en Limburg. Men heeft zich vanuit het kabinet en vanuit de partij doof gehouden voor de geluiden uit de samenleving. Men heeft ontkend dat er een soort van angstgevoel en een onvrede is over de islam. Men doet het nog steeds voorkomen alsof er géén onbehagelijke gevoelens zijn over de groeiende islam in Europa. Dat is dom en politiek ook erg fout. Het getuigt niet van leiderschap en daar moest met name het CDA na de verkiezingen pijnlijk achter komen. Het ontwortelde Nederland, losgeslagen van God en Zijn geboden, ziet nu allerlei geesten uit de afgrond naar boven komen en men weet er geen raad mee. Christelijke leiders zouden daarmee aan de slag moeten en niet alles wegwuiven als nonsens.

Het is bekend dat de nazi’s - verantwoordelijk voor de dood van zes miljoen Joden - inspiratie putten uit oosterse godsdiensten. De swastika - het hakenkruis - komt uit de symbolen van het hindoeïsme. De architect van de Holocaust, Hitlers rechterhand Heinrich Himmler, had grote bewondering voor de islam en zag deze religie vooral ook als zeer geschikt voor de Duitse soldaten aan het front. Immers, helden worden in de hemel beloond met schone maagden. De onderzoeksjournalist Emerson Vermaat publiceerde hierover in enkele Amerikaanse media en op de website Militant Islam Monitor. In juli van dit jaar verscheen zijn boek hierover: Heinrich Himmler en de cultus van de dood.
Maar het zullen toch vooral het grote aantal koranteksten tegen de Joden zijn die hem op het spoor van de islam hebben gebracht. Immers, Himmler had ook een zeer goede band met de grootmoefti van Jeruzalem, Haj Amin Al-Hoesseini, die ooit een bezoek aan Adolf Hitler bracht en hem vroeg snel door te stoten naar Palestina, zodat zij gezamenlijk ook daar alle Joden zouden kunnen uitroeien. De neef van deze Arabische Führer, deze grootmoefti, is Rahman Abdul Rauf al-Qudwa al-Husseini. Hij was een groot bewonderaar van zijn oom. Wij kennen deze Rahman beter onder de naam Yasser Arafat, berucht om zijn islamitische Nazi-ideologie, die tot doel heeft de Joden uit te roeien. Hoe hebben politieke leiders wereldwijd, ook in ons land met toenmalig premier Wim Kok voorop, zich niet verdrongen om vooral Arafat in het publiek en voor de tv-camera’s te omhelzen en te zoenen. Deze held van de vrede, dat geloofde toch iedereen en hij kreeg de Nobelprijs(!), moet je goed ontvangen en iedereen tonen dat je loyaliteit met zo’n man groot is. Wat een betovering! Die betovering is er nog steeds alom onder ons.

De voormalige communiste en latere minister voor de PvdA in het kabinet Balkenende-Bos-Rouvoet, mevrouw Ella Vogelaar, sprak in ons parlement over de aanstaande christelijke-humanistische-islamitische traditie van Nederland.
Zo kunnen we allemaal alvast wennen aan wat er aan gaat komen, moet ze gedacht hebben. Niet alleen bij ons, maar in heel Europa en in de Verenigde Staten is de discussie volop aan de gang over de vraag: hoe moet het verder gaan? De ongekende brutaliteit om bij Ground Zero in New York, waar drieduizend mensen hun leven lieten in een moordaanslag op de Twin Towers in naam van Allah, een moskee te bouwen, doet veel mensen versteld staan.

Een Amerikaanse moslimactivist, zo noemt hij zichzelf, dr. M. Zuhdi Jasser is voorzitter van een Amerikaans Islamitisch Forum voor Democratie. Hij zet zich in voor hervorming van de islam, juist met oog op de gevaarlijke politieke islam, waarvoor ook veel moslims bang zijn. Ook moslims worden in een groeiend aantal landen in eigen kring onderdrukt door een ongekend wreed stel islamitische fundamentalisten. Daar verschijnen steeds meer boeken en andere publicaties over. Hij noemt de politieke islam de wortel van het islamitische fundamentalisme. Maar in het publieke debat weten de meeste moslims ineens niet waar je het over hebt. Zo ook Bilal Kaleem, directeur van het Muslim American Society in Boston. Hij begreep niets van vervreemding van de mensenrechten door fundamentalisten, waarover Zuhdi Jasser sprak. Alsof hij er nooit van had gehoord! Ook in ons land doen moslimleiders precies hetzelfde. Maar deze moslimleiders moeten in feite publiekelijk medeverantwoordelijk worden gehouden voor het geweld dat in naam van Allah wordt gepleegd. Dat doen zou onze politieke en kerkelijke leiders sieren!

Onze politieke leiders en digitale smaakmakers hebben het dus niet van een vreemde als ze de andere kant op kijken. Alle kritiek op deze fundamentalisten wordt afgedaan met kritiek op de islam zelf. Moslims kruipen onmiddellijk in een slachtofferrol. Dat werkt meestal goed in onze westerse cultuur. Onze politici noemen de kritiek op de politieke islam onnodige bangmakerij. Maar de meeste moslims bij ons in het Westen verfoeien de politieke islam. Juist omdat ze die verstikkende atmosfeer in eigen land en cultuur zijn ontvlucht. Maar ze ervaren door een verkeerde houding van politieke en kerkelijke leiders hier, dat datgene wat ze zijn ontvlucht hen hier heeft ingehaald, nu ondersteund door de politiek. Zo erg zelfs, dat onze voormalige minister van Justitie, Piet-Hein Donner, al sprak van de toekomstige mogelijkheid van de Sjaria (islamitische wetgeving, gebaseerd op de koran) in ons land.
Mensen die de islam willen hervormen, die af willen van alle geweld en die moe zijn van wat ze allemaal moeten door de druk van fundamentalisten, vinden juist dit soort dingen op hun weg om hen alle moed te ontnemen. Onze zogenaamde politiekcorrecte houding is een ernstige belemmering voor moslims die het graag anders willen in hun eigen gemeenschap. Zo onthouden we de moslims in onze samenleving de vrijheid waarnaar ze hunkeren en laten we ze zitten in hun verstikkende religieuze en quasireligieuze cultuur.
En op de achtergrond, als kleine minderheid, de fundamentalisten die de touwtjes in handen hebben, die dreigen en soms doen. Voor die minderheid haalt de politieke correctheid de schouders op. Wie wat doorvraagt hoort van hen: “Misschien is maar twee procent extreem of fundamentalistisch. Het is echt niets om je druk om te maken, hoor!” Goed, er zijn ongeveer een miljoen moslims in ons land. Twee procent van een miljoen is twintigduizend. Twintigduizend (!) extremistische moslims…! Dat is heel veel en een groot gevaar, voor de moslims zelf en voor de samenleving als geheel.
Ook hier lijkt er sprake van een verblindende betovering, alle goede bedoelingen ten spijt.

De Erasmus-universiteit in Rotterdam had in 2006 een islamitische gastdocent het vrije woord gegeven, om zo bij te dragen aan de integratie van moslims in Nederland, de in Zwitserland geboren Dr. Tariq Ramadan. Als de man echter concrete vragen kreeg over geweld in de moslimwereld sprak hij langdurig en vooral zeer wollig, maar gaf geen antwoord. Wie wat verder naar zijn afkomst kijkt, ziet dat zijn grootvader van moeders kant - een Egyptenaar - de oprichter is van de verboden Moslimbroederschap, een van de grootste islamitische moordorganisaties in het Midden-Oosten. Zijn vader, Saïd Ramadan, een aanhanger van de Moslimbroederschap, vluchtte uit Egypte toen de broederschap daar werd verboden, naar Zwitserland.
Vanuit de Rotterdamse gemeenteraad kwamen vragen en was er bezwaar tegen deze Ramadan, maar dat werd voortdurend krachtig tegengehouden en de argumenten als onzin afgedaan. Totdat drie jaar later bekend werd dat deze man in het geheim - hij had het hier namelijk nooit kenbaar gemaakt - bleek mee te werken aan de Iraanse organisatie Press-TV, gefinancierd door de regering van Ahmadinejad in Teheran. Een tot op het bot fundamentalistische club met Engelstalige tv-programma’s vol leugens en bedrog. Toen heeft men hem wel moeten ontslaan. Men had kunnen weten dat deze zogenaamde moderne, Westerse moslim in wezen een strikte fundamentalist is die de ideeën aanhangt van zijn grootvader, Hassan al-Banna - oprichter van de Egyptische Moslimbroederschap. Een wolf in schaapsklederen en ze zitten midden onder ons!

De betovering had ook hier aan onze gewaardeerde Erasmus-universtiteit toegeslagen en mensen verblind. Echter, geen woord van excuus vanwege deze verkeerde beslissingen door de leidinggevenden, die hier verantwoordelijk voor zijn. Geen woord van excuus, dat een SP-kamerlid over Ramadan geen vragen mocht stellen van onze PvdA-kamervoorzitter Gerrie Verbeet. Nog steeds zingt men in ons land op dezelfde toonhoogte, ondanks het bedrog dat hier steeds weer in het spel is. Het is net als wat Yasser Arafat deed, naar het Westen en in het Engels de vrede belijden, maar in het Arabisch de terreur promoten. Spreken met een gespleten tong. Dat is duivels gevaarlijk en daarom de vraag: hoe moet het nu verder?

Feike ter Velde