Hoe staan we in onze kerk?

Feike ter Velde • 79 - 2003/04 • Uitgave: 19
De kerkgeschiedenis kent een lange lijst van mensen die om allerlei redenen de kerk verlieten.
Niet weinigen diep verwond, gekwetst, in verdriet en in schaamte. Het blijkt toch heel moeilijk te zijn om het gebod van de liefde in praktijk te brengen. Werkt de boodschap van de Bijbel dan toch niet? Waar ligt ons gebrek?
Hebben we tekort aan de Geest? Hoe moet het als straks kerken, samen met zo’n twee en een half miljoen leden, fuseren?
Hoe gaan we om met de verschillen? Hoe functioneert de Bijbel in dat proces?


Er is een grote diversiteit ontstaan binnen de kerk. Dat geldt zowel voor reformatorische als voor evangelische kerken. Maar ook binnen de Rooms-katholieke kerk groeien de verschillen. Er zijn daar steeds meer tekenen van het feit dat men terug wil keren naar het oorspronkelijk Rooms-katholieke, met de aloude rituelen. Er zijn daar ook steeds meer mensen die de Bijbel ontdekken en beter willen leren kennen. Alles is in beweging.

Binnen de Protestantse kerken is het meest opvallende verschil toch wel tussen hen die de Bijbel als het onfeilbare Woord van God willen kennen en daaruit willen leven en hen die de zogenaamde moderne theologie aanhangen en de Bijbel aanpassen aan het levensgevoel van vandaag. Hoe kan dat samengaan? Die kloof lijkt immers onoverbrugbaar. Toch heeft de Bijbel ook vandaag nog steeds een enorme zeggingskracht. Wie zegt de Bijbel als het Woord van God te erkennen en te geloven moet dáárvan steeds uitgaan. De Bijbel heeft alle kritiek en alle aanvallen door de eeuwen heen ruimschoots doorstaan. Iemand zei eens: "De Bijbel is als een leeuw. Stop hem niet een kooi, maar laat hem los. Hij kan zichzelf verdedigen en handhaven". Moeten we zó niet in de kerk staan, met die Bijbel in onze hand? Dat kan moeilijk zijn, dat kan bespotting kosten, dat kan predikanten soms hun reputatie en zelfs hun baan kosten, maar het is alleszins die moeite waard. Want de Bijbel kan ook in deze tijd zijn duizenden verslaan!

Ten eerste is de Bijbel nog steeds betrouwbaar. Alle Schriftkritiek van de laatste tientallen jaren is steeds onhoudbaar gebleken. Zo duikt steeds weer datzelfde geluid op als zouden de evangeliën minstens twee eeuwen ná Christus zijn geschreven. Men meent dat de evangeliën de neerslag zijn van het geloof van de vroege kerk, waarin over Jezus tal van mythen en legenden waren ontstaan. Ooit kwam een Duitse theoloog met die stelling en als in een soort papegaaiencircuit van theologen, praat men deze bewering na en bestempelde haar als wetenschappelijk, tot op vandaag. De leugen werd dra omarmd.

Er ontstond recent een soort complottheorie over de Dode-Zee-rollen. Twee journalisten bedachten een fantastisch verhaal, namelijk dat het Vaticaan de publicatie van de teksten zou tegenhouden, omdat het christendom erdoor zou worden ondermijnd. Het boek dat ze schreven werd destijds als groot journalistiek werk breed uitgemeten op de BBC-televisie. Het zou het einde van het christendom betekenen, sprak de presentator juichend. Kranten stonden er vol van, ook in ons land. Het boek werd een bestseller. Iedereen kan echter vandaag de teksten van alle circa achthonderd Dode-Zee-rollen lezen en die hele complottheorie deugt van geen kant. Maar de meeste mensen, die dit toen hebben gelezen, geloven er vast en zeker in. Ook hier werd dra de leugen omarmd. Het is altijd weer verbazingwekkend hoe graag men de leugen verkiest te geloven boven de waarheid.

In onze tijd komt de vroegere theoloog H. Kuitert – hij gelooft niet meer dat God bestaat, dus zal hij ook geen theoloog meer zijn, moet men vermoeden – met soortgelijke beweringen. Hij noemt Jezus op grond daarvan een "nalatenschap van het christendom". De vroege kerk heeft Jezus Christus ‘gemaakt’ tot Zoon van God en tot Verlosser en Heiland, omdat de evangeliën volgens de ‘wetenschappelijke’ redenering een verzameling van mythen en legenden van mensen is, die enkele eeuwen ná Christus leefden.

De betrouwbaarheid van de Bijbel is daarom een actueel onderwerp en belangrijk om juist binnen de kerk aan de orde te stellen. Bij allerlei preken hoort men zo vaak zeggen: "Dit moeten we vooral niet letterlijk nemen" en vervolgens wordt de goegemeente verteld, dat het om een soort beeldspraak gaat, een metafoor, net als bij Kuitert. Veel modernistische dominees hebben dit overgenomen en veel kerkmensen durven niet te reageren, meestal wegens gebrek aan argumenten. Dat is erg jammer. Daarom zouden bijbelgetrouwe predikanten, die kennis hebben van de Schrift, van de tekstoverlevering en de tekstgeschiedenis speciale avonden moeten beleggen voor kerkmensen om hen voor te lichten over de meer dan vijfduizend (!) bekende handschriften van het Nieuwe Testament, die de betrouwbaarheid voor honderd procent garanderen. Van de oude geschriften van b.v. Homerus zijn een kleine zeshonderdvijftig handschriften bekend en niemand twijfelt aan de betrouwbaarheid van de tekst.

Gelovigen dienen vandaag weerbaar te worden en zich te verzetten – op basis van argumenten – tegen al die beweringen die de betrouwbaarheid van de Bijbel ondergraven. Kortweg: we moeten het niet langer nemen! Juist dan zijn we zinnig bezig in de kerk en heeft ons lidmaatschap zin en inhoud. Als we dat biddend doen zal de Here zegenen.
Wat daarbij van groot belang is dat een ieder die zegt de Bijbel als Woord van God te geloven, er ook naar leeft. "Wandelt in de liefde" is het grote gebod voor elke gelovige. Niet onze waarheden zijn de wapens waarmee we strijden als het gaat om Gods Woord. Maar het gebed en bovenal de liefde. Immers, we hebben niets te verliezen, alleen harten te winnen!

Feike ter Velde