Hongersnood

John Hofman • 83 - 2007 • Uitgave: 14
Hongersnood



Het begrip ‘hongersnood’ doet vaak denken aan grote gebieden in Afrika waar kinderen, mannen en vrouwen sterven door gebrek aan (goed) voedsel. Inderdaad, in Afrika maar ook in andere delen van de wereld sterven nog dagelijks mensen door ondervoeding. In ons land staat bij ouderen die de oorlog hebben meegemaakt, de beruchte hongerwinter nog in het geheugen gegrift. Maar er kan ook sprake zijn van een geestelijke hongersnood, van gebrek aan woorden van God!



Wie van ons kent niet de geschiedenis van Jozef. Hij had lange tijd in de gevangenis gezeten en verscheen op een gegeven moment voor Farao en legde diens dromen uit. Zijn uitleg kwam er op neer, dat er zeven vette en zeven magere jaren zouden komen. Farao kreeg het advies om in tijden van overvloed graansilo’s te bouwen, zodat in tijden van schaarste en droogte er toch voldoende voedsel zou zijn voor de bevolking. En zo geschiedde: toen de hongersnood in Egypte aanbrak, kon er gebruik gemaakt worden van de overvloed in de graansilo’s.



Als we het begrip natuurlijke hongersnood omzetten in een geestelijk beeld, waar denken we dan aan? Aan gebrek aan woorden van God! Er zullen spoedig tijden aanbreken dat het Woord van God niet meer vrijelijk zoals nu, zal kunnen worden aangeboden, resp. verspreid en gepredikt. In Amerika, voor velen toch het summum van vrije meningsuiting, is onlangs een prediker gearresteerd, omdat hij in de dienst verkondigde dat homoseksualiteit voor God een zonde is. In India zijn grote delen in het midden en noorden al gesloten voor het Evangelie. Een bevriende voorganger staat officieel op de lijst om gearresteerd te worden. In Hongkong (bron: Nederlands Dagblad) wil de overheid de Bijbel alleen aan volwassenen verkopen met een officiële waarschuwing, omdat de Bijbel veel obsceniteiten zou bevatten. Kort geleden nog zijn in Turkije enkele jongemannen gruwelijk vermoord, omdat ze Bijbels en christelijke lectuur uitgaven.



Slechts weinig mensen weten dat de Rotterdamse haven, speerpunt van onze economie, voor de helft al in handen is van Sjanghai, de grootste haven in China. Ook hebben islamitische oliesjeiks door hun oliedollars grote invloed in veel grote concerns over heel de wereld.



Achter de schermen zijn er dus voortekenen dat er vervolging op komst is. Een vervolging van hen die Gods Woord boven alles stellen, dus ook boven maatschappelijke gangbare normen. Laten we niet vergeten dat zij die te allen tijde hun zondige levensstijl willen handhaven, het ware Evangelie steeds meer zullen gaan haten en derhalve diegenen die het ware Evangelie in hun leven uitdragen, de voet steeds meer dwars gaan zetten. Trouwens, de Bijbel zegt nadrukkelijk in 2 Timoteüs 3:12 ‘dat zij die in Christus godvruchtig willen leven, vervolgd zullen worden!’



Door genade is er nu nog overvloed. Volop Bijbels en een keur aan christelijke lectuur. Maken we daar gebruik van? Voeden we onze innerlijke mens, onze geest bovenal met Gods Woord? Alleen dan worden we namelijk van binnenuit sterk en gezond. In tijden van overvloed bestaat de verleiding dat we ons aan van alles tegoed doen, vooral aan zaken die ons gevoel aanspreken en gericht zijn op een snelle bevrediging. Kortweg, instant voedsel, de snelle hap. In het natuurlijke zal het veelvuldig verorberen van ‘snel’ voedsel leiden tot ontregeling van onze maag (overgeven), onze darmen en ingewanden. Er zijn helaas diverse kerken die entertainment als publiekstrekker gebruiken in hun diensten. Er is niets tegen het organiseren van ontspanningdagen om elkaar te leren kennen, maar het is bedenkelijk als entertainment standaard wordt in erediensten. Op die manier verwordt het Evangelie tot een soort kermisattractie. Paulus waarschuwt in 2 Timoteüs 3:4 dat in de eindtijd velen meer liefde voor genot tonen dan voor God! Dr. Derek Prince drukt het als volgt uit: “Een schip heeft tot doel om te varen óp het water en niet dat het water ín het schip komt, waardoor de kans op schipbreuk groot is.” Hij vergelijkt in dit beeld het schip met de kerk/de gemeente en het water met de wereld. We moeten er dus ook op toezien, dat wat we tot ons nemen gezond geestelijk voedsel is. Voedsel dat wezenlijk bijdraagt tot geloofsgroei en gelijkvormigheid aan het beeld van Jezus.



Er zijn helaas vele gelovigen - vooral diegenen die een klinkende bediening hebben met aansprekelijke resultaten - die verzuimen hun innerlijke mens te voeden. Ze teren op hun faam, hun succes, maar gaan nonchalant om met zaken die de kern, die het hart van het Evangelie betreffen. Zullen dit gelovigen zijn waar Jezus in het eindoordeel tegen moet zeggen: “Ik heb u nooit gekend”?

Jezus kent namelijk alleen diegenen die een werkelijke hartsrelatie met Hem onderhouden. En die hartsrelatie is niet gebaseerd op wonderen en tekenen of op succes in de bediening. Laten we er dus voor waken het nastreven van succes in onze carrière of bediening als hoogste goed te beschouwen, want dan lopen we het risico het allerbelangrijkste - een intieme relatie met de Vader - te missen.



Er zijn diverse zaken die onze diepe relatie met God ernstig kunnen ondermijnen resp. kunnen uitdoven. Ik noem met name:



a) Nonchalant leven, oppervlakkig met Gods genade omgaan, de kantjes eraf lopen;

b) Gods Woord niet of oppervlakkig bestuderen, niet indrinken;

c) Gods Woord selectief tot ons nemen. Alleen onze stokpaardjes. Bijvoorbeeld wel Gods liefde benadrukken, maar niet Gods heiligheid;

d) Persoonlijke ambitie verkiezen boven christelijk karakter en houding;

e) Overweldigd worden door zorgen waardoor je onvruchtbaar wordt;

f) Verstrikt raken in dwaalleringen.


Een ander voorbeeld in de Schrift is de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden. Beide groepen vielen in slaap, maar de wijze maagden hadden wel het besef om hun olie, typebeeld van de Heilige Geest, aan te vullen. De dwaze maagden niet. Toen het erop aan kwam, stonden de dwaze maagden met lege handen en vonden de deur gesloten!



Waar staan we als er vervolging komt, als de druk toeneemt. Hoe staat het dan met ons getuigenis, ons leven? Kunnen we dan de toets doorstaan, of vallen we door de mand? Zijn we dan bestand tegen felle tegenstand? Zijn we dan bomen, geplant aan waterstromen, geworteld en gegrondvest in het Woord? Bomen die vrucht geven op zijn tijd. Of bezwijken we onder de druk en zeggen we het geloof in Christus vaarwel? Het is onze verantwoording om Gods Woord boven alles lief te hebben.



Jozua 1:8 zegt: ‘Dit wetboek mag niet wijken uit uw mond, maar overpeins het bij dag (voorspoed) en bij nacht (tegenspoed), opdat gij nauwgezet handelt alles wat daarin geschreven is, want dan zult gij op uw wegen uw doel bereiken en voorspoedig zijn.’



Een uitdaging voor alle tijden, voor de gelovigen van toen en nu. Een uitdaging voor u en mij. ‘Werk zolang het dag is want er komt een tijd dat niemand werken kan’ (Joh. 9:4).



Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeente zegt! (Op. 3:6)



John Hofman