Ieder mens is religieus

ds. Oscar Lohuis • 86 - 2010 • Uitgave: 13
Toen Paulus in Athene kwam, zag hij dat de stad vol stond met afgodsbeelden. Een satirische schrijver van die tijd schreef dat je in Athene op straat eerder een god dan een mens tegenkwam. Op alle openbare plaatsen waren wel beelden van goden neergezet. In allerlei tempels werden voortdurend offers aan deze goden gebracht. Toen Paulus de gelegenheid kreeg om tot de leden van de Areopagus te spreken (dat was een raad van mannen die oordeelden over filosofische en godsdienstige kwesties), zei hij dan ook: “Ik zie dat gij in elk opzicht buitengewoon ontzag voor godheden hebt” (Handelingen 17:22). In zijn toespraak tot hen laat hij zien hoe dwaas het is om voor een afgodsbeeld te knielen. “Daar wij dan van Gods geslacht zijn, moeten wij niet menen, dat de godheid gelijk is aan goud of zilver of steen door menselijke kunstvaardigheid gesneden of bedacht” (vers 29).
Paulus redeneert hier als volgt. Wij, mensen van vlees en bloed, met de levensadem in ons, zijn uit God voortgekomen. Paulus citeert één van hun eigen dichters om die gedachte te onderbouwen: “Want wij zijn ook van zijn geslacht” (vers 27). Dit had de Stoïcijnse schrijver Aratus in de derde eeuw voor Christus geschreven. Als wij uit God zijn voortgekomen, als wij voor ons bestaan van Hem afhankelijk zijn, dan is het absurd wanneer wij een god maken van goud of zilver of steen en daarvan zeggen dat het (een) god is. Dit soort materialen zijn levenloos en die beelden zijn ontstaan door het voorstellingsvermogen en de kunstvaardigheid van mensen. Mensen die zelf voor hun bestaan afhankelijk zijn van God, kunnen natuurlijk nooit zelf deze God creëren en voorstellen.
Afgoderij is dan ook onlogisch en pervers. Het is een uitdrukking van rebellie tegen de enige waarachtige God. Het is een symptoom van een hart dat God van de troon heeft gestoten en zelf op die troon heeft plaats genomen. De rollen zijn omgedraaid. In afgoderij is de mens niet meer afhankelijk van God, maar is de god afhankelijk van de mens geworden. Het heeft te maken met het vastpinnen van God op één plaats, Hem in een huisje of tempeltje opsluiten, Hem in je broekzak krijgen. Afgoderij is niets anders dan God onder controle willen krijgen. De mens heeft dan zogenaamd God geschapen en de mens heerst dan zogenaamd over God. Je kunt beter zeggen, de mens heeft deze namaakgod geschapen en heerst over deze namaakgod. Door afgoderij wordt de Schepper onttroont en daarom is Paulus ook zo geprikkeld (verontwaardigd) wanneer hij ziet dat Athene zo onder de afgoderij zit.
Europa is hard bezig om opnieuw heidens te worden. Laatst heb ik begrepen dat in Griekenland zelfs weer letterlijk bij bepaalde gelegenheden, zoals bij de opening van de Olympische Spelen in 2004, wierook en offers gebracht worden aan de oude Griekse goden, zoals Aphroditus en Artemis. In Engeland zijn de druïden van weleer weer helemaal terug. Ook in Nederland wordt moeder Aarde binnen de Wicca (hekserij) letterlijk aanbeden als god. In Europa is de laatste honderd jaar het aantal moderne religieuze bewegingen enorm toegenomen. Ook vandaag de dag kunnen wij om ons heen kijken en net als Paulus zeggen: “Ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent” (vers 22 NBV). Maar ook als mensen niet bij een concrete religieuze beweging horen, dan nog heeft ieder mensenhart de neiging om een eigen god te creëren. Het mensenhart maakt afgoden, omdat die de mens het gevoel geven zelf te kunnen heersen. Iedere afgod is een uiting van rebellie tegen de enige waarachtige God en de onwil zich aan Hem te onderwerpen. Ieder mensenhart maakt 'iets' in het leven tot het ultieme of de ultieme zaak. Ieder mensenhart heeft ergens de zinnen op gezet om daardoor gelukkig te worden. In wezen is ieder mens religieus, omdat ieder mens ergens zijn hoop op vestigt.
Wanneer God wordt losgelaten komt voor veel mensen liefde, romantiek en seks in de plaats van God. Wanneer God wordt losgelaten komt voor andere mensen geld, koopkracht en financiële zekerheid in de plaats van God. Wanneer God wordt losgelaten komt voor weer andere mensen presteren, succesvol zijn en iemand worden door veel te bereiken in de plaats van God. Laatst werd mij duidelijk dat onze moderne samenleving iedereen onder druk zet om zichzelf te bewijzen door grote prestaties te leveren. Alleen wie echt succesvol is in het één of het ander wordt door anderen gezien als iemand.
Onze maatschappij zit vol met afgoden. Zoals in de aanbidding van Aphroditus (de godin van de schoonheid) wordt ook vandaag uiterlijke schoonheid aanbeden, waardoor modellen worden verheven tot schoonheidskoninginnen. Het gevolg daarvan is dat veel meisjes en jonge vrouwen zich niets voelen omdat zij niet zo mooi zijn als de enkelen die zo uitblinken. Hoe velen zijn er niet die na verloop van tijd weer een andere romantische relatie nodig hebben om het gevoel te hebben iemand te zijn. Weer anderen verwachten het heil van een politieke ideologie of het hebben van de macht.
Wat ik probeer duidelijk te maken is dat wanneer de mens God loslaat er altijd een surrogaatgod voor in de plaats komt. Aan die namaakgod raakt de mens dan verslaafd. Afgoderij is God-onterend en mens-vernietigend. Daarom zegt Paulus tegen de mensen in Athene: “God dan verkondigt heden aan de mensen dat zij allen overal tot bekering moeten komen” (vers 30). Keer terug tot de God die jou geschapen heeft, uit wie jij bent voortgekomen. Aanbid alleen de ware God. Eer Hem en word bevrijd van je afgoden. Het zal je goed doen.

Ds. Oscar Lohuis