Ik moest predikant worden

Feike ter Velde • 82 - 2006/07 • Uitgave: 11
Frits Jongboom (42) is predikant van de Kerk van de Nazarener in Zaanstad en ook van de 9 maanden oude dochtergemeente in Purmerend. Na afronding van de MTS zou hij eigenlijk de HTS gaan doen, maar hij kreeg een niet mis te verstane roeping om naar een Bijbelschool te gaan en om daarna het Evangelie te verkondigen. Maar waar je een Bijbelsschool kon vinden wist hij aanvankelijk niet. Het werd Doorn en het onderwijs van Jacob Klein Haneveld. Wat gaf die man je veel mee!



Ik ben geboren in Zwolle. Mijn ouders waren lid van de Baptistengemeente. Ik heb daar een heel goede tijd gehad, waar ik met vreugde op terugzie. Omdat ik technisch ingesteld ben lag het voor de hand dat ik naar de MTS ging. Verder studeren in die richting zou dan de HTS worden, maar de roeping om naar een Bijbelschool te gaan was zo duidelijk, daar kon ik gewoon niet onderuit. Ik wist alleen van de Reformatorische
Bijbelschool in Zeist, daar had ik wel eens van gehoord. Totdat iemand me wees op de Evangelische
Bijbelschool in Het Brandpunt te Doorn. Daar heb ik me aangemeld en het is meer dan een goede tijd geworden. Ik heb er mijn vrouw leren kennen, die daar ook studeerde. De hoofddocent was Jacob Klein Haneveld. Ik was direct onder de indruk van zijn
systematische onderwijs. Ik hing aan zijn lippen. Hij liet je de grote verbanden in de Schrift zien. Werkelijk, de Bijbel ging voor me open, zoals ik dat nooit eerder had meegemaakt. Het werd allemaal overzichtelijk en helder. Het viel me wel op dat de Bijbelschool onvoldoende
aansluiting had met kerken en gemeenten. Dat was toen een van de oorzaken dat de meeste studenten
geen predikant werden, maar gewoon aan een baan begonnen. Direct na de studietijd zijn we, in 1987, getrouwd en ook ik ging gewoon werken en wel bij de telecom-afdeling van de Spoorwegen. Nou dat was een behoorlijke cultuurschok. Zo van de Bijbelschool
midden in de wereld. Dat was wel wennen.



We gingen in Zaandam wonen, waar we na wat zoeken
terecht kwamen bij de Kerk van de Nazarener. – eigenlijk Koog aan de Zaan. In eerste instantie reden
wij in onze zoektocht met een grote boog om de kerk heen. We vonden de naam wat vreemd en we dachten dat het een soort sekte was. Totdat we de folder van de Gemeente kregen met daarop een soort geloofsbelijdenis. Toen stond niets een bezoek meer in de weg. We genoten er van de prediking van dominee
Jan van Otterlo. Ik werd gaandeweg steeds meer ingeschakeld en mocht allerlei taken op me nemen, onder andere voor de jongvolwassenen, waar we zelf ook toe behoorden.


Na twee jaar verhuisden we naar een nieuwbouwwoning
in Purmerend, terwijl wij de kerk in Zaandam
bleven bezoeken. Zeven jaar baden we voor de komst van een Bijbelgetrouwe, midden-evangelische gemeente in die plek in Noord-Holland waar veel mensen wonen en weinig evangelieverkondiging was. In die tijd kreeg ik een tweede ‘roeping’, onmiskenbaar
duidelijk: ik moest predikant worden. Dat betekende
dat ik aanvullende studies moest gaan doen, waar ik ook direct aan ben begonnen. Voor mijn werk moest ik verhuizen en we kwamen in Ermelo terecht. Bijna zeven jaar heb ik – vooral in de avonduren en de weekends – gestudeerd, naast mijn baan. Vanuit Ermelo kerkten we toen in Amersfoort, waar ook een KvdN is. Ik werd ingeschakeld om les te geven aan de ETS en ook om trainingen te geven aan kinderwerkers
van Timothëus. Ik kon op een gegeven moment 32 uur per week gaan werken, waardoor ik meer ruimte kreeg om te gaan preken in het land. Ik houd ook van muziek en zong en speelde toen ook piano in een bandje.


Ná het vertrek van dominee Jan van Otterlo naar Haarlem ben ik als predikant in de KvdN in Zaandam
gekomen, samen met mijn collega Ed van Hoof, aanvankelijk via een stageplaats, als deel van mijn opleiding
binnen de KvdN. Twee jaar geleden werd de kerkzaal te klein voor het aantal bezoekers dat iedere zondag de diensten bijwoont. Gebeden en gezocht werd er naar een oplossing. Uiteindelijk viel de keus op een dependance in Purmerend, de plek waar al zo veel jaren voor gebeden werd. Nu zijn we negen maanden actief in Purmerend en houden we iedere zondag om 10:30 uur diensten in scholengemeenschap
‘Bladergroen’. De oorspronkelijke groep heeft zich ondertussen verdubbeld en met gemiddeld 100 bezoekers is de aula goed gevuld. We besteden veel aandacht aan evangelisatie en zijn een naar buiten gerichte gemeente. Iedere zondag zien wij ook weer nieuwe mensen de dienst bezoeken en keuzes maken die van invloed zijn op de rest van hun leven. Fantastisch
om te zien hoe God met mensen aan het werk is en dat na zoveel jaren ons gebed voor Purmerend verhoord is.


De Wesleyaanse opwekking die Engeland in de achttiende
eeuw redde van de revolutie, bewees opnieuw
dat God bij machte is om de zonden van de mensen te vergeven en om hun harten te reinigen van zelfzucht, de wortel van alle kwaad. De nadruk viel bij John Wesley (1703-1791) op de oorzaak van de zonden. Hij leerde dat God in zijn omzien naar een verloren mensheid de grondoorzaak wil wegnemen door het geloof in Jezus Christus en, in plaats van de ingewortelde zelfzucht, zuivere liefde in het hart wil uitstorten door de Heilige Geest.
De Wesleyaanse geloofstraditie, als een evangelische variant binnen het protestantisme, is een blijde, optimistische
in de ervaring van de christelijke navolging verkregen leer.


Wat er ook in onze moderne tijd verandert, de behoefte
van de mens naar bevrijding en vernieuwing enerzijds en de genade anderzijds, zijn tot op vandaag onveranderlijke grootheden. De Kerk van de Nazarener
staat met haar boodschap, haar helende verlossingsleer,
midden in deze tijd. Het theologisch denken
heeft voor velen een nieuwe dimensie gekregen, die als een bevrijdende ontdekking wordt ervaren.


De Kerk van de Nazarener is een gemeenschap van christenen die geloven dat het evangelie aan allen verkondigd moet worden en dat de gelovigen vervuld
mogen worden met de Heilige Geest, opdat de vrucht van de Geest van liefde, kracht en vrede de mens brengt tot een heilig en volkomen bestaan. De kerk heeft haar specifieke roeping, doch zij voelt zich één met allen die de naam van dezelfde Heer aanroepen.


De Kerk van de Nazarener heeft dezelfde wortels als de Pinksterbeweging, maar onderscheidt zich van hen als het gaat om het werk van de Heilige Geest.
In de Pinksterbeweging werd vooral de nadruk gelegd
op de uiterlijke tekenen van de vervulling met de Heilige Geest, terwijl in de ontstane KvdN de nadruk kwam te liggen op de innerlijke dingen, zoals
de vrucht van de Geest. Maar de gaven van de Geest, de charismata, hebben steeds ook een plaats in onze kerk. Je zou dus kunnen zeggen dat we een charismatische stroming zijn binnen het geheel van de christelijke kerk. Het werk van de Geest moet steeds opnieuw worden geactiveerd in het leven van christenen. Het is het als met een skippybal. Door onvoorzichtig gebruik kan die bal leeglopen en moet dan opnieuw worden gevuld. Door zonden kan de Geest in ons worden gedoofd en moeten dingen
veranderd worden, zonden beleden worden
zodat er nieuwe ruimte komt voor vervulling
met de Geest. Het is wel interessant te weten dat wij een dubbele dooppraktijk hebben.

Er zijn mensen die het belangrijk vinden dat hun kind wordt gedoopt, als baby, maar we kennen ook de doop op belijdenis van de dopeling zelf, dus de volwassendoop. We dragen
ook kinderen op. Mensen moeten zelf keuzes maken. E.e.a. heeft zijn wortels in het ontstaan van de Kerk van de Nazarener als samenvoeging
van een aantal heiligingskerken. Zij kenden allemaal een verschillende dooppraktijk,
waar flink over gediscussieerd werd, totdat uiteindelijk iemand opstond en zei: ‘Buiten
wacht een wereld die Jezus nodig heeft!’

Onze belijdenis is helder als het gaat om de boodschap van de verlossing van de zondaar. “De rechtvaardiging van de goddeloze”, zoals dat ook wel wordt genoemd. Daarin zijn we duidelijk en rechtlijnig. Maar daarnaast is er veel ruimte voor de diversiteit van de geloofsbeleving
binnen onze kerk. Dat is heel aangenaam
en voorkomt dat we elkaar de maat gaan nemen op uiterlijkheden en vormen. Het christelijk
geloof is vooral een blij geloof. In de Bijbelse
opsomming van de vrucht van de Geest wordt, na de liefde, de blijdschap genoemd als belangrijkste kenmerk.


Daarom vind ik ook de ruimte om boeken te schrijven als Dagelijkse humor en boodschappen en het vervolg erop dat in september verschijnt: Nog meer humor en boodschappen, uitgegeven bij Merweboek. Twee dagboeken over onze belevenissen
als predikantengezin vol geestige en geestelijke boodschappen. Binnenkort komt ook een spannend tienerboek uit bij Callenbach,
Het Keldergeheim. Jongeren in de kerk hebben mijn hele hart. Als zij de blijdschap van het geloof verstaan en eruit leren leven is er veel gewonnen.