Immanuël - God met ons

Feike ter Velde • 75 - 1999/2000 • Uitgave: 20
Mens naar Gods beeld

O HERE, onze Here, hoe heerlijk is uw naam op de ganse aarde, Gij, die uw majesteit toont aan de hemel. Uit de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen. Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:

Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet? Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Uit: Psalm 8


De mens werd naar Gods beeld geschapen. Toen hij door de zonde het beeld Gods verloor besloot God om mens te worden. Immanuël is een profetische naam van de Here Jezus Christus.
Dat betekent: God is met ons

De Bijbel zegt dat God in Jezus 'mens' werd. Als God mens werd, wat zouden wij dan van Hem verwachten? Hoe zou Hij naar onze mening moeten zijn? Laten we enkele persoonskenmerken opschrijven:

1. Hij zou op een bijzondere wijze onze wereld en levenssfeer moeten binnenkomen. Hij zou immers uit de hemel naar de aarde moeten komen en als God mens moeten worden.

2. Hij zou zonder zonden moeten zijn. Al ons menselijk falen zou Hem vreemd moeten zijn.

3. Hij zou het natuurlijke moeten kunnen doorbreken door het doen van wonderen.

4. Hij zou zich duidelijk moeten onderscheiden van de andere mensen.

5. Hij zou woorden moeten spreken, die nooit door mensen gesproken zijn.

6. Hij zou een blijvende en wereldwijde invloed moeten hebben.

7. De geestelijke honger van mensen zou Hij moeten kunnen stillen.

8. Hij zou macht over de dood moeten hebben.


Als God mens zou worden, zou Hij tenminste aan deze beschrijving moeten voldoen. Maar dóet Hij dat ook?

Wie de Bijbel leest en daarin leest over Jezus, Zijn rondwandeling op aarde, Zijn omgang met de mensen, zijn daden, Zijn lijden, dood en opstanding uit de doden, ziet dat aan deze acht punten geheel wordt voldaan.

1. Het bijbels getuigenis van Jezus' geboorte uit de maagd Maria. Jezus had geen natuurlijke vader. Als God mens zou worden van vlees en bloed dan zou Hij op bovennatuurlijke wijze intrede in het menselijke geslacht moeten doen. Door de maagdelijke geboorte gebeurde dit.

2. Heel de Schrift getuigt van Jezus' zondeloos leven. Hij werd op dezelfde wijze verzocht als wij, maar Hij zondigde niet.

3. Hij deed wonderen en tekenen. Hij genas de zieken, dreef de demonen uit bij bezeten mensen, deed verlamden lopen en blinden zien. Hij wekte doden op. Zijn leven op aarde was een lange reeks van wonderen en tekenen.

4. Heel de wereld van Zijn dagen liep Hem na, omdat Hij zo anders was dan een gewoon mens. Zijn spreken was met gezag, Hij oordeelde niet, Hij sprak over God als Zijn Vader, Hij kon mensen vergeven, Hij was zachtmoediger dan wie ook en wist altijd in wijsheid en liefde te antwoorden.

5. Jezus' redevoeringen zijn niet te vergelijken met welk ander gesproken woord van wie dan ook. Zijn woorden zijn openbaring, verkondiging. Zijn woorden zijn als licht in de duisternis. De Bergrede is meer dan wereldliteratuur.

6. Zijn invloed duurt al tweeduizend jaar en is wereldwijd. Nog steeds groeit de christelijke kerk met vele duizenden per dag.

7. Niemand kan de geestelijke honger bij een ander stillen. Alleen Jezus. Miljoenen getuigen van dat wonder. Zijn Persoon en Zijn leer zijn medicijn voor de zieke en lege mens op zoek naar antwoorden. De lege plek in de ziel van ieder mens heeft de vorm van Jezus Christus.

8. Door de opstanding van Jezus uit de dood heeft Hij bewezen de Zoon van God te zijn - ja God Zelf. Hij is de "Weg, de Waarheid en het Leven'. Hij stond de derde dag op uit de dood. Eens zullen allen, die in Hem geloofden en gestorven zijn, uit de dood worden opgewekt en eeuwig leven in Zijn heerlijkheid. Eens zal alles en iedereen voor Hem buigen en belijden: Jezus Christus is Heer.

Waarlijk: God werd mens in Jezus. Hij is de beloofde Verlosser. Wie op Hem zijn vertrouwen stelt zal niet beschaamd uitkomen.


De Bijbel zegt:
"Allen, die Hem hebben aangenomen, hun heeft Hij macht gegeven, kinderen Gods te wonden". Stel je geloof, je vertrouwen op de Here Jezus en zèg dat ook in een eenvoudig gebed:

Here Jezus, hier ben ik.
Ik geef mijn hart, mijn leven, aan U over.
Wilt U nu in mijn leven komen?
Wilt U al mijn zonden vergeven?
Mag ik van nu aan een kind van God zijn?
Dank U, dat ik dat in het geloof mag aannemen.
Amen.


In de Bijbel, dat is het Woord van God, wordt ons uitgelegd hoe we ons leven moeten inrichten om een gelukkig mens te worden. "Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet”. 1 Joh. 5:12