Irfan: ‘Ik ben als moslim geboren; ik zal als moslim sterven!’
Hij werd geboren in Amsterdam. Vader komt uit Suriname en moeder uit Guyana. Moeder was rooms-katholiek, maar is moslim geworden na haar huwelijk. Als kind is hij opgegroeid op een islamitische basisschool. Op vrijdag ging hij naar het vrijdaggebed, maar verder kwam hij niet in de moskee. Hij werd een trotse moslim, die bereid was zijn leven in te zetten in de strijd voor de islam. Want moslim was hij, als moslim wilde hij leven en als moslim sterven. Niets of niemand die dat zou kunnen veranderen. Maar vandaag vertelt hij… Irfan Hayatmahomed, 24 jaar oud en totaal veranderd.
Aan het begin van de dag was er altijd een kort gebed op school, in het Arabisch. Zo moesten we de koran leren te begrijpen. Eerst leerden we het Arabische alfabet, daarna Arabische woorden en dan ook koranteksten. Ik weet daar niet veel meer van. Alleen de zin: Allah is de enige god en Mohammed zijn boodschapper. Ik ben de rest vergeten.
Mijn ouders gingen scheiden toen ik een jaar of zes was. Ik had mijn oudere broers, gelukkig; ik ben de jongste van zeven. Ja, ik zie mijn vader nog wel eens. Hij is alcoholverslaafde. Voornamelijk door de scheiding en het gemis van zijn kinderen is hij steeds verder aan lager wal geraakt. Hij is nog wel moslim in naam, maar hij staat nu open voor het Evangelie! Ik wacht op de dag dat hij zich over zal geven aan de Here Jezus. Wat zal dat geweldig zijn.
Hij heeft al een keer duidelijk mogen zien wat Jezus kan doen. Mijn zus was namelijk bezeten, ja echt bezet door demonen. Ze heeft zich beziggehouden met occulte dingen, met de medicijnman, voodoo en dergelijke dingen. Zij had geen controle meer over zichzelf, uitte zich heel agressief en ook andere mensen werden erdoor ‘besmet’. We hebben eerst hulp gezocht bij de islam. Mijn vader bracht haar bij imams. Moeder heeft zelfs nog overwogen naar een bekende imam in Engeland te gaan. Maar mijn oudste zus ging eerst naar een evangelische voorganger om hulp te zoeken. Zij had altijd al wat met het christelijk geloof, maar wij begrepen dat niet. Toen ze daar kwam, zei die voorganger direct wat er met haar bezeten zuster was. Maar die was daar zelf niet bij. Hij nodigde de hele familie uit om naar de kerk te komen op zondag. Vader, moeder, alle zeven kinderen en drie kleinkinderen kwamen in de gemeente op een zondagmorgen.
Maar toen brak als ’t ware de hel los. Mijn zuster ging geweldig tekeer en wilde onmiddellijk weg. Voor mij was het ook de eerste keer dat ik in een kerk kwam. Ik kende de katholieke kerk van de tv, meer wist ik niet. Ze begonnen met zingen. Ik vond alles heel apart, nooit eerder meegemaakt! Ik dacht: ‘Waar ben ik nu beland?’ Ik was een overtuigde moslim. Het is daar een hele vrolijke boel, vooral zwarte mensen uit Ghana, Nigeria, de Antillen, Aruba. De voorganger nam het woord en mijn zus wilde onmiddellijk weg. Hij zei dat we haar moesten vasthouden en naar voren moesten brengen.
Ik was redelijk bang voor die boze geesten. Ik was eerder al uit huis weggelopen om deze dingen. De angst voor besmetting was bij mij heel sterk. Eens in de nacht werd een logerende nicht besmet met die geesten. Dat was een angstig gebeuren. Ik kon niet begrijpen dat de imams niet konden helpen. Een van de imams zei dat mijn zus niet bezeten was. Maar dat was uit eigen onmacht. Wij wisten wel beter! Als je bijvoorbeeld met haar zat te praten als ze even ‘normaal’ was, kon het plotseling gebeuren dat ze veranderde, haar gelaatsuitdrukking, ze werd heel agressief en enorm boos, zomaar, uit het niets. Ze viel ons ook wel aan, met slaan of krabben, ze scheurden haar kleren stuk en spuugden anderen in het gezicht. Dan werd ze onhoudbaar.
Nu in de kerk had ik de verwachting dat het er echt hulp zou komen. Dus we sleepten haar naar voren, maar zij begon te slaan en te schoppen. De voorganger ging voor haar bidden. Zij begon te schreeuwen, nee, te krijsen; ze ging enorm tekeer. Ik dacht, wat zullen als die mensen wel denken? Hij ging haar zalven met olie, bad ook voor de andere familieleden. Ik wilde ook wel zien wat er gebeurde, maar ik begreep niet alles. Op een gegeven moment viel mijn zus op de grond en ineens kwam ze helemaal tot rust. Ik wist nog steeds niet wat er gebeurde. Ze heeft daar tot het einde van de dienst op de grond gelegen. Twee andere zussen, die eerder ook waren ‘besmet’, waren ook op de grond gevallen en begonnen eerst ook te schreeuwen. Mijn vader werd op dat moment spontaan genezen van een kwaal aan zijn arm, die kon hij niet boven zijn hoofd opheffen en daar altijd veel pijn aan had. De voorganger had voor iedereen apart gebeden en toen is dat ook gebeurd. Ik ben zo dankbaar dat mijn hele familie hierbij was en dit allemaal heeft meegemaakt.
We hebben met de voorganger nagepraat en hij had gezegd dat we christelijke muziek in huis moesten draaien om de sfeer in huis te veranderen. Mijn zuster werd steeds rustiger. De hele atmosfeer veranderde in huis. Hij had ook gezegd dat we moesten bidden en mijn oudste zus nam daarin de leiding, zij was al verder dan wij. Zij bleef naar de kerk gaan; ook mijn moeder en een broer. Maar ik ging niet mee. Ik dacht: ik ben als moslim geboren en zal sterven als moslim. Ik was er trots op dat ik moslim was.
Zij die Jezus hadden aangenomen, straalden echter zo’n rust uit en de sfeer in huis was zo positief veranderd. Ik wilde niet toegeven dat dat door de Here Jezus kwam. Zij kwamen steeds enthousiast uit de kerk, maar ik wilde daar niet mee lastig worden gevallen. Ik ben wel eens mee geweest, maar de preek hoorde ik nooit. Ik was te trots als moslim. Misschien heb ik wel onbewust geleerd om op mensen met een ander geloof neer te kijken. Maar… ik kon steeds minder om de Bijbel heen. Er werd steeds vaker in de Bijbel gelezen thuis, maar ik sloot mij ervoor af. Op een dag vroeg een meisje op mijn werk wat ik geloofde. Spontaan zei ik: ‘Ik ben een christen’ en wist meteen: ‘Wat heb ik nou gezegd?’ Ik schaamde me voor het eerst om te zeggen dat ik moslim was. Ik ontdekte op dat moment dat mijn trots weg was. Ik was compleet gechoqueerd. Ik kon mijn woorden ook niet terugnemen. Ik kwam met mezelf in de knoop. ‘Wat ben ik nu eigenlijk?’ Ik was altijd bereid geweest om voor de islam te sterven en nu was het anders geworden in mijn hart. Ik wilde aanvankelijk niet belijden dat Jezus de Waarheid was. Ik ging mee naar de kerk; de islam stierf weg uit mijn hart en Jezus kwam in mij wonen. Ik ben naar voren gegaan in een dienst en heb mezelf overgegeven aan Jezus.
Ik ervaar echte vrijheid, niet meer de regels die je moet navolgen. Ik ervaar de intimiteit met de Here God. Als ik in gebed ben of in de Bijbel lees spreekt de Heer tot mij. Ook gebruikt Hij dromen en visioenen om mij dingen te leren, die ik in de Bijbel soms niet begrijp. Ik begreep ook niet hoe God een Zoon kon hebben. Geen moslim die dit begrijpt. Ik heb familie en vrienden verteld dat ik tot geloof in de Here Jezus ben gekomen. Twee nichtjes van me zijn getrouwd met hindoes; daar was niemand tegen. Maar nu ik christen ben geworden zijn ze dáár tegen. Mijn oudste broer is nog moslim, maar dat zal niet lang meer duren voordat hij ook tot de Here Jezus komt. Daar bid ik voor!
Mijn roeping is evangelist te worden. Ik weet niet hoe het precies zal zijn, maar ik investeer zo veel mogelijk in mijzelf. Ik ga naar de Bijbelschool van de kerk, waar ik op dit moment veel leer. Ik doe vaak mee aan straatevangelisatie op de Dam in Amsterdam, maar ook in de Bijlmer. Ik geloof dat God mij op dit moment daar wil hebben.
Verder liggen mijn plannen in Gods hand. Hij weet waar ik in de toekomst voor Hem zal werken. Daar laat ik me door verrassen! Ik ben van Hem! Echt, ik ken mezelf niet terug. De Here Jezus heeft mij zo veranderd! Hij is mij álles geworden!
Feike ter Velde
Aan het begin van de dag was er altijd een kort gebed op school, in het Arabisch. Zo moesten we de koran leren te begrijpen. Eerst leerden we het Arabische alfabet, daarna Arabische woorden en dan ook koranteksten. Ik weet daar niet veel meer van. Alleen de zin: Allah is de enige god en Mohammed zijn boodschapper. Ik ben de rest vergeten.
Mijn ouders gingen scheiden toen ik een jaar of zes was. Ik had mijn oudere broers, gelukkig; ik ben de jongste van zeven. Ja, ik zie mijn vader nog wel eens. Hij is alcoholverslaafde. Voornamelijk door de scheiding en het gemis van zijn kinderen is hij steeds verder aan lager wal geraakt. Hij is nog wel moslim in naam, maar hij staat nu open voor het Evangelie! Ik wacht op de dag dat hij zich over zal geven aan de Here Jezus. Wat zal dat geweldig zijn.
Hij heeft al een keer duidelijk mogen zien wat Jezus kan doen. Mijn zus was namelijk bezeten, ja echt bezet door demonen. Ze heeft zich beziggehouden met occulte dingen, met de medicijnman, voodoo en dergelijke dingen. Zij had geen controle meer over zichzelf, uitte zich heel agressief en ook andere mensen werden erdoor ‘besmet’. We hebben eerst hulp gezocht bij de islam. Mijn vader bracht haar bij imams. Moeder heeft zelfs nog overwogen naar een bekende imam in Engeland te gaan. Maar mijn oudste zus ging eerst naar een evangelische voorganger om hulp te zoeken. Zij had altijd al wat met het christelijk geloof, maar wij begrepen dat niet. Toen ze daar kwam, zei die voorganger direct wat er met haar bezeten zuster was. Maar die was daar zelf niet bij. Hij nodigde de hele familie uit om naar de kerk te komen op zondag. Vader, moeder, alle zeven kinderen en drie kleinkinderen kwamen in de gemeente op een zondagmorgen.
Maar toen brak als ’t ware de hel los. Mijn zuster ging geweldig tekeer en wilde onmiddellijk weg. Voor mij was het ook de eerste keer dat ik in een kerk kwam. Ik kende de katholieke kerk van de tv, meer wist ik niet. Ze begonnen met zingen. Ik vond alles heel apart, nooit eerder meegemaakt! Ik dacht: ‘Waar ben ik nu beland?’ Ik was een overtuigde moslim. Het is daar een hele vrolijke boel, vooral zwarte mensen uit Ghana, Nigeria, de Antillen, Aruba. De voorganger nam het woord en mijn zus wilde onmiddellijk weg. Hij zei dat we haar moesten vasthouden en naar voren moesten brengen.
Ik was redelijk bang voor die boze geesten. Ik was eerder al uit huis weggelopen om deze dingen. De angst voor besmetting was bij mij heel sterk. Eens in de nacht werd een logerende nicht besmet met die geesten. Dat was een angstig gebeuren. Ik kon niet begrijpen dat de imams niet konden helpen. Een van de imams zei dat mijn zus niet bezeten was. Maar dat was uit eigen onmacht. Wij wisten wel beter! Als je bijvoorbeeld met haar zat te praten als ze even ‘normaal’ was, kon het plotseling gebeuren dat ze veranderde, haar gelaatsuitdrukking, ze werd heel agressief en enorm boos, zomaar, uit het niets. Ze viel ons ook wel aan, met slaan of krabben, ze scheurden haar kleren stuk en spuugden anderen in het gezicht. Dan werd ze onhoudbaar.
Nu in de kerk had ik de verwachting dat het er echt hulp zou komen. Dus we sleepten haar naar voren, maar zij begon te slaan en te schoppen. De voorganger ging voor haar bidden. Zij begon te schreeuwen, nee, te krijsen; ze ging enorm tekeer. Ik dacht, wat zullen als die mensen wel denken? Hij ging haar zalven met olie, bad ook voor de andere familieleden. Ik wilde ook wel zien wat er gebeurde, maar ik begreep niet alles. Op een gegeven moment viel mijn zus op de grond en ineens kwam ze helemaal tot rust. Ik wist nog steeds niet wat er gebeurde. Ze heeft daar tot het einde van de dienst op de grond gelegen. Twee andere zussen, die eerder ook waren ‘besmet’, waren ook op de grond gevallen en begonnen eerst ook te schreeuwen. Mijn vader werd op dat moment spontaan genezen van een kwaal aan zijn arm, die kon hij niet boven zijn hoofd opheffen en daar altijd veel pijn aan had. De voorganger had voor iedereen apart gebeden en toen is dat ook gebeurd. Ik ben zo dankbaar dat mijn hele familie hierbij was en dit allemaal heeft meegemaakt.
We hebben met de voorganger nagepraat en hij had gezegd dat we christelijke muziek in huis moesten draaien om de sfeer in huis te veranderen. Mijn zuster werd steeds rustiger. De hele atmosfeer veranderde in huis. Hij had ook gezegd dat we moesten bidden en mijn oudste zus nam daarin de leiding, zij was al verder dan wij. Zij bleef naar de kerk gaan; ook mijn moeder en een broer. Maar ik ging niet mee. Ik dacht: ik ben als moslim geboren en zal sterven als moslim. Ik was er trots op dat ik moslim was.
Zij die Jezus hadden aangenomen, straalden echter zo’n rust uit en de sfeer in huis was zo positief veranderd. Ik wilde niet toegeven dat dat door de Here Jezus kwam. Zij kwamen steeds enthousiast uit de kerk, maar ik wilde daar niet mee lastig worden gevallen. Ik ben wel eens mee geweest, maar de preek hoorde ik nooit. Ik was te trots als moslim. Misschien heb ik wel onbewust geleerd om op mensen met een ander geloof neer te kijken. Maar… ik kon steeds minder om de Bijbel heen. Er werd steeds vaker in de Bijbel gelezen thuis, maar ik sloot mij ervoor af. Op een dag vroeg een meisje op mijn werk wat ik geloofde. Spontaan zei ik: ‘Ik ben een christen’ en wist meteen: ‘Wat heb ik nou gezegd?’ Ik schaamde me voor het eerst om te zeggen dat ik moslim was. Ik ontdekte op dat moment dat mijn trots weg was. Ik was compleet gechoqueerd. Ik kon mijn woorden ook niet terugnemen. Ik kwam met mezelf in de knoop. ‘Wat ben ik nu eigenlijk?’ Ik was altijd bereid geweest om voor de islam te sterven en nu was het anders geworden in mijn hart. Ik wilde aanvankelijk niet belijden dat Jezus de Waarheid was. Ik ging mee naar de kerk; de islam stierf weg uit mijn hart en Jezus kwam in mij wonen. Ik ben naar voren gegaan in een dienst en heb mezelf overgegeven aan Jezus.
Ik ervaar echte vrijheid, niet meer de regels die je moet navolgen. Ik ervaar de intimiteit met de Here God. Als ik in gebed ben of in de Bijbel lees spreekt de Heer tot mij. Ook gebruikt Hij dromen en visioenen om mij dingen te leren, die ik in de Bijbel soms niet begrijp. Ik begreep ook niet hoe God een Zoon kon hebben. Geen moslim die dit begrijpt. Ik heb familie en vrienden verteld dat ik tot geloof in de Here Jezus ben gekomen. Twee nichtjes van me zijn getrouwd met hindoes; daar was niemand tegen. Maar nu ik christen ben geworden zijn ze dáár tegen. Mijn oudste broer is nog moslim, maar dat zal niet lang meer duren voordat hij ook tot de Here Jezus komt. Daar bid ik voor!
Mijn roeping is evangelist te worden. Ik weet niet hoe het precies zal zijn, maar ik investeer zo veel mogelijk in mijzelf. Ik ga naar de Bijbelschool van de kerk, waar ik op dit moment veel leer. Ik doe vaak mee aan straatevangelisatie op de Dam in Amsterdam, maar ook in de Bijlmer. Ik geloof dat God mij op dit moment daar wil hebben.
Verder liggen mijn plannen in Gods hand. Hij weet waar ik in de toekomst voor Hem zal werken. Daar laat ik me door verrassen! Ik ben van Hem! Echt, ik ken mezelf niet terug. De Here Jezus heeft mij zo veranderd! Hij is mij álles geworden!
Feike ter Velde