Is Allah dezelfde als de God van de christenen? (1)

ds. H.G. Koekkoek • 78 - 2002/03 • Uitgave: 8
Eén van de grote godsdiensten op aarde is de islam. In veel landen van West Europa neemt hij een belangrijke plaats in. Ook in Nederland. In veel landen is de islam al de tweede godsdienst geworden. Samen met het jodendom en het christendom behoort de islam tot de monotheïstische godsdiensten, d.w.z. godsdiensten waarin men slechts één God dient. Over het algemeen menen de islamieten, dat de God van de joden en de christenen dezelfde is als de god van de islamieten. Onder de christenen zijn de meningen hierover verdeeld. Het is goed om eens te kijken, of dit zo is.

Als je hierover nadenkt, hangt het ervan af hoe je de zaak bekijkt. Stel u voor, dat iemand van een andere kerk (of misschien wel uit uw eigen kerk) u zegt, dat de God van de Bijbel een wrede God is, die geniet van alle rampen en oorlogen op aarde en behagen heeft in het feit, dat een groot aantal mensen voor eeuwig verloren gaat. Of stel u voor, dat iemand uit een andere kerk u zegt, dat de God van de Bijbel een moeder (Maria) heeft en dat de God van de Bijbel indertijd aan een kruis gestorven is, omdat de Joden toen God vermoord hebben. Heeft zo iemand dan dezelfde God als u, maar heeft hij een ander beeld van God, of heeft hij een eigen God, die in zijn gedachten leeft zoals hij hem zelf gevormd heeft?

Als iemand uit een andere kerk u zegt, dat hij niets moet hebben van Jezus als Zoon van God, die Zijn bloed gegeven zou hebben tot verzoening, zegt u dan, dat die ander een andere god dient dan u doet, of hebt u nog steeds dezelfde God, maar verschilt u alleen in details? Het antwoord dat u op deze vraag geeft, is mede bepalend voor het antwoord dat u geeft op de vraag, of Allah dezelfde is als de God van joden en christenen. Ik denk niet, dat het eerlijk is, om de god van de islamieten af te wijzen als wij het godsbeeld van sommige christenen erkennen, ook al is in hun godsbeeld hun god meer (bijbels gezien) een afgod.

Het antwoord op de vraag of Allah dezelfde is als de God van de Bijbel, moet niet een ondoordacht antwoord zijn, maar een antwoord dat voortkomt uit onze eigen geloofsbeleving. Eigenlijk is het voor u niet belangrijk wat ik ervan vind. U zult zelf antwoord moeten geven op deze vraag. U moet de vraag dus niet aan mij stellen, opdat ik hem voor u zal beantwoorden. U moet de vraag aan uzelf stellen en u moet zelf het antwoord geven. U moet in deze zaak zelf een beslissing nemen. Om u te helpen bij uw beslissing, zal ik u wat informatie over de islam geven.

Het ontstaan van de islam
De islam is ontstaan in Arabië (het huidige Saoedi-Arabië) in de zesde en zevende eeuw na Christus. In het woestijngebied in het binnenland van Arabië leefden Bedoeïenen-stammen (voornamelijk nomaden, die van veeteelt leefden), die elkaar heftig bestreden.
In dit gebied vinden wij twee belangrijke steden: Mekka en de stad, die wij later zullen kennen onder de naam Medina, maar die oorspronkelijk Jathrib heette, gelegen aan de oude handelswegen, waarlangs rijk beladen karavanen reisden. Mekka en Medina waren daarom vooral handelssteden.

Zij die de godsdiensten van het land aanhingen, waren voornamelijk mensen, die er vele goden op na hielden. Iedere stam had zijn eigen god of goden. In totaal vereerde men ongeveer 360 goden. Behalve goden, geloofde men ook in allerlei geesten. Men geloofde, dat deze geesten in bomen, stenen, zandhopen, bronnen en grotten woonden.

In deze tijd vereerde men ook al Allah, naar wie de Ka'bah genoemd was als "huis van Allah" of "kamer van Allah". Men geloofde, dat Allah de schepper was. Deze Allah had in ieder geval drie dochters, ook godinnen. Hun namen waren Al-Lat, Al'Uzza en Manat. Men meende, dat Allah de hoogste van alle 360 goden was. Vandaar, dat in die tijd ook al "Allahoe akbar" gezegd werd, dat is "Allah is groter". Als men in nood was, riep men Allah aan.


Elk jaar trok Mohammed zich een maand lang terug in een grot in de berg Hira, bij Mekka. Hij dacht na over de godsdiensten van zijn land en over wat hij bij joden en christenen gehoord had. In zijn land werden vele goden vereerd, terwijl joden en christenen allebei maar één God dienden. Hij kwam tot de conclusie, dat het veelgodendom van de mensen om hem heen verkeerd was. Er was maar één God, de God, die Abraham gediend had. Dat stond immers in het godsdienstige boek van de joden, die de kennis van deze ene God bewaard hadden. Zij hadden het niet altijd op de juiste wijze bewaard, zo dacht hij, en waren daarom gecorrigeerd door profeten als Mozes en David en later door Jezus.

Dit betekent, dat aan de ene kant Allah als godheid afkomstig is uit een puur heidense wereld. Aan de andere kant betekent het, dat, zoals Mohammed Allah is gaan zien en vereren, zijn godsbeeld gevormd werd door wat hij geleerd had van joden en christenen, zoals zij God zagen. In de praktijk betekent dit, dat er van het oude beeld van Allah als hoogste van 360 goden niets overgebleven is. Allah is de god van de islamieten, zoals Mohammed begrepen heeft, dat joden en christenen Hem zagen. Vandaar, dat wat islamieten van Allah zeggen, in grote lijnen ook gezegd kan worden van de God van joden en christenen!

ds. H.G. Koekkeok