Israël zal groter worden!
‘Komt er een zelfstandige Palestijnse staat?’ Een goede kennis stelde mij deze vraag. De Palestijnse Autoriteit zet zich in ieder geval tot het uiterste in om in de loop van de maand september zo’n staat te kunnen uitroepen. Op grondgebied van Israël, namelijk Judea, Samaria, het oostelijk deel van Jeruzalem en Gaza. Vrijwel zeker komt deze zaak aan de orde tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die wordt gehouden van 19 tot 22 september aanstaande in New York.
Al zo’n 130 staten hebben aangegeven het verzoek van de Palestijnse Autoriteit te zullen steunen. Toch is het nog geen uitgemaakte zaak dat het verzoek werkelijkheid wordt. Veel Europese landen en ook Amerika en zeker Israël keren zich (vooralsnog?) tegen het eenzijdig uitroepen van de zelfstandige staat Palestina. Zij stellen - terecht - de voorwaarde dat zo’n stap pas gezet kan worden na onderhandelingen en een akkoord met Israël.
Iemand vraagt: Zullen wij bidden dat God de vestiging van zo’n staat zal verhinderen? Jazeker. Judea, Samaria en heel Jeruzalem zijn Gods land. Het land is van Hem. Hij heeft het aan Israël gegeven, maar het is en blijft Zijn land. Op diverse plaatsen in de Bijbel bevestigt de Here dat.
Ezechiël 38:16 zegt over Gog: ‘U zult als een wolk optrekken tegen Mijn volk Israël om het land te bedekken. Het zal gebeuren in later tijd. Dan zal Ik u over Mijn land doen komen, zodat de heidenvolken Mij kennen, wanneer Ik door u, Gog, voor hun ogen geheiligd word.’
En Leviticus 25:23 zegt: ‘Verder mag het land niet voor altijd verkocht worden, want het land behoort Mij toe. U bent immers vreemdelingen en bijwoners bij Mij.’
Over welk gebied wordt hier gesproken? Daarover zegt Genesis 15:18: ‘Op die dag sloot de HERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat.’
Dit gebied is aanmerkelijk groter dan het huidige Israël. Israël zal niet kleiner worden, maar groter! En zeker behoren de nu betwiste gebieden, Judea, Samaria en het oosten van Jeruzalem, tot het gebied dat de Here Zijn volk Israël heeft toegezegd.
Over Jeruzalem moet worden gezegd dat het Gods stad is. In 1967 heeft de Here ook het oosten van de stad teruggegeven aan Zijn volk.
We lezen in Psalm 132:13 en 14: ‘Want de HERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.’
Het is de Here, Die dit land en deze stad aan Zijn volk heeft gegeven. Daar hebben wij af te blijven. Zeker, Hij verstrooide Zijn volk over de hele aarde, maar nu brengt Hij het thuis, in dat land, in die stad.
Ik kreeg een schrijven van iemand, die mij wees op Joël 3. Daar lezen we: ‘Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat; Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld’ (vers 1,2).
Deze woorden - ‘Mijn land hebben zij verdeeld’ - duiden volgens hem op een toekomstige verdeling.
Toch is het de vraag of dit zo is. De woorden eraan voorafgaand - ‘Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben’ - zijn immers al vervuld in de afgelopen eeuwen. Zo is ook het land al eerder verdeeld, onder meer in 1948 en ook daarvoor al, door de Engelsen.
Bij de beantwoording van de vraag die aan het begin werd gesteld, namelijk of er een Palestijnse staat komt op Israëls grondgebied, denk ik zelf aan de laatste woorden uit het laatste hoofdstuk van Amos, Amos 9:15: ‘Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HERE, uw God.’
De Here waakt over dit woord, over Zijn volk, over Zijn stad en over Zijn land.
Dirk van Genderen
Al zo’n 130 staten hebben aangegeven het verzoek van de Palestijnse Autoriteit te zullen steunen. Toch is het nog geen uitgemaakte zaak dat het verzoek werkelijkheid wordt. Veel Europese landen en ook Amerika en zeker Israël keren zich (vooralsnog?) tegen het eenzijdig uitroepen van de zelfstandige staat Palestina. Zij stellen - terecht - de voorwaarde dat zo’n stap pas gezet kan worden na onderhandelingen en een akkoord met Israël.
Iemand vraagt: Zullen wij bidden dat God de vestiging van zo’n staat zal verhinderen? Jazeker. Judea, Samaria en heel Jeruzalem zijn Gods land. Het land is van Hem. Hij heeft het aan Israël gegeven, maar het is en blijft Zijn land. Op diverse plaatsen in de Bijbel bevestigt de Here dat.
Ezechiël 38:16 zegt over Gog: ‘U zult als een wolk optrekken tegen Mijn volk Israël om het land te bedekken. Het zal gebeuren in later tijd. Dan zal Ik u over Mijn land doen komen, zodat de heidenvolken Mij kennen, wanneer Ik door u, Gog, voor hun ogen geheiligd word.’
En Leviticus 25:23 zegt: ‘Verder mag het land niet voor altijd verkocht worden, want het land behoort Mij toe. U bent immers vreemdelingen en bijwoners bij Mij.’
Over welk gebied wordt hier gesproken? Daarover zegt Genesis 15:18: ‘Op die dag sloot de HERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat.’
Dit gebied is aanmerkelijk groter dan het huidige Israël. Israël zal niet kleiner worden, maar groter! En zeker behoren de nu betwiste gebieden, Judea, Samaria en het oosten van Jeruzalem, tot het gebied dat de Here Zijn volk Israël heeft toegezegd.
Over Jeruzalem moet worden gezegd dat het Gods stad is. In 1967 heeft de Here ook het oosten van de stad teruggegeven aan Zijn volk.
We lezen in Psalm 132:13 en 14: ‘Want de HERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.’
Het is de Here, Die dit land en deze stad aan Zijn volk heeft gegeven. Daar hebben wij af te blijven. Zeker, Hij verstrooide Zijn volk over de hele aarde, maar nu brengt Hij het thuis, in dat land, in die stad.
Ik kreeg een schrijven van iemand, die mij wees op Joël 3. Daar lezen we: ‘Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat; Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld’ (vers 1,2).
Deze woorden - ‘Mijn land hebben zij verdeeld’ - duiden volgens hem op een toekomstige verdeling.
Toch is het de vraag of dit zo is. De woorden eraan voorafgaand - ‘Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben’ - zijn immers al vervuld in de afgelopen eeuwen. Zo is ook het land al eerder verdeeld, onder meer in 1948 en ook daarvoor al, door de Engelsen.
Bij de beantwoording van de vraag die aan het begin werd gesteld, namelijk of er een Palestijnse staat komt op Israëls grondgebied, denk ik zelf aan de laatste woorden uit het laatste hoofdstuk van Amos, Amos 9:15: ‘Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HERE, uw God.’
De Here waakt over dit woord, over Zijn volk, over Zijn stad en over Zijn land.
Dirk van Genderen