Jashar
dr. Gieneke van Veen-Vrolijk • 82 - 2006/07 • Uitgave: 4
In eerdere besprekingen gingen wij in op Bijbelse wijsheidstermen. Zo zagen wij dat Bijbels chagam/chogem (= wijs) zijn verband houdt met ons hart (lef) en onze derekh/levensweg, die wij moeten wandelen in vreze van de Here.
Ditmaal willen wij stilstaan bij het wijsheidsbegrip jashar(= recht; uitspraak:
jasjar) dat eveneens te maken heeft met hart en levenswandel.
In de Hebreeuwse Bijbeltekst komt de stam jashar met afgeleide woorden
zon 200 maal voor. Het gaat om het werkwoord jashar met basisbetekenis:
recht/rechtuit/oprecht zijn, recht maken, goed doen/maken,
juist handelen, aangenaam zijn; hiernaast bestaat het (bijvoeglijk naam)woord dat eveneens jashar luidt en betekent: recht, oprecht, recht(vaardig), juist, goed, glad, effen.
God is jashar/recht (Deut. 32:4 slot; Ps 92:16a); Zijn Woord is jashar (Ps. 33:4), evenals Zijn bepalingen en geboden (Ps. 111:8; 119: 137).
God schiep de mens jashar/recht (Pred. 7:29), maar de zonde maakte
het mensenhart krom, afdwalend van de Schepper. God ziet alles, haat kromme paden (Ps. 119:128). Hij wil, door het zoenoffer van Zijn Zoon, die kromme, van Hem wegkronkelende levenswegen terugbrengen
tot de Levensbron. Hij begeert elk mensenhart en -leven weer jashar/
recht te maken, zodat men in de rechte/juiste levensrelatie met de Schepper komt.
Jashar/recht zijn betekent: Leven/handelen naar Gods Woord, hieraan onderworpen in alle facetten van het leven. Je levensweg richten naar de Schrift is onmisbaar om jashar/recht/aangenaam voor God te leven.
Godvrezende koningen uit Israëls geschiedenis leerden deze les die ons ook wordt voorgehouden: u zult doen wat jashar is in Mijn ogen (1 Kon. 11:38c). Hun jashar/recht zijn vergde alle obstakels tot rein geestelijk leven weg te doen, alle afgoderij uit te roeien. Asa, Josafat, Jotham, Hizkia deden wat jashar/recht/juist is in de ogen van de Here (1 Kon. 15:11; 22:43; 2 Kon. 15:34; 18:3), door naar Zijn Woord te luisteren en er naar te handelen. Dit leert mij: Wat moet ik wegdoen en veranderen om jashar te zijn? Hij wil mijn pad jashar maken (Spr. 3:6b).
Jashar houdt ook nederigheid in. Habakuk wijst in een kerntekst van zijn profetie er op, dat de goddeloze opgeblazen is en dat zijn ziel niet jashar/recht is (Hab. 2:4).
Ook vinden wij jashar als boektitel en/of auteursnaam in Joz. 10:13; 2 Sam. 1:18, waar het Boek van Jashar (= de rechte/oprechte) vermeld wordt. Een bijzondere en veelzeggende eretitel die voor elk kind van God kan en mag gelden. Hoe? Door in de dagelijkse levenspraktijk ons door Zijn Geest en Woord te laten leiden.
God bemint/behoedt wie jasharvan hart is (Ps. 7:11; 125:4). Wij mogen zingen: Ik zal U loven in rechtheid van hart (Ps. 119:7a).Wie jashar
voor God is ziet: Licht gaat op in de duisternis (Ps. 112:4)
Ditmaal willen wij stilstaan bij het wijsheidsbegrip jashar(= recht; uitspraak:
jasjar) dat eveneens te maken heeft met hart en levenswandel.
In de Hebreeuwse Bijbeltekst komt de stam jashar met afgeleide woorden
zon 200 maal voor. Het gaat om het werkwoord jashar met basisbetekenis:
recht/rechtuit/oprecht zijn, recht maken, goed doen/maken,
juist handelen, aangenaam zijn; hiernaast bestaat het (bijvoeglijk naam)woord dat eveneens jashar luidt en betekent: recht, oprecht, recht(vaardig), juist, goed, glad, effen.
God is jashar/recht (Deut. 32:4 slot; Ps 92:16a); Zijn Woord is jashar (Ps. 33:4), evenals Zijn bepalingen en geboden (Ps. 111:8; 119: 137).
God schiep de mens jashar/recht (Pred. 7:29), maar de zonde maakte
het mensenhart krom, afdwalend van de Schepper. God ziet alles, haat kromme paden (Ps. 119:128). Hij wil, door het zoenoffer van Zijn Zoon, die kromme, van Hem wegkronkelende levenswegen terugbrengen
tot de Levensbron. Hij begeert elk mensenhart en -leven weer jashar/
recht te maken, zodat men in de rechte/juiste levensrelatie met de Schepper komt.
Jashar/recht zijn betekent: Leven/handelen naar Gods Woord, hieraan onderworpen in alle facetten van het leven. Je levensweg richten naar de Schrift is onmisbaar om jashar/recht/aangenaam voor God te leven.
Godvrezende koningen uit Israëls geschiedenis leerden deze les die ons ook wordt voorgehouden: u zult doen wat jashar is in Mijn ogen (1 Kon. 11:38c). Hun jashar/recht zijn vergde alle obstakels tot rein geestelijk leven weg te doen, alle afgoderij uit te roeien. Asa, Josafat, Jotham, Hizkia deden wat jashar/recht/juist is in de ogen van de Here (1 Kon. 15:11; 22:43; 2 Kon. 15:34; 18:3), door naar Zijn Woord te luisteren en er naar te handelen. Dit leert mij: Wat moet ik wegdoen en veranderen om jashar te zijn? Hij wil mijn pad jashar maken (Spr. 3:6b).
Jashar houdt ook nederigheid in. Habakuk wijst in een kerntekst van zijn profetie er op, dat de goddeloze opgeblazen is en dat zijn ziel niet jashar/recht is (Hab. 2:4).
Ook vinden wij jashar als boektitel en/of auteursnaam in Joz. 10:13; 2 Sam. 1:18, waar het Boek van Jashar (= de rechte/oprechte) vermeld wordt. Een bijzondere en veelzeggende eretitel die voor elk kind van God kan en mag gelden. Hoe? Door in de dagelijkse levenspraktijk ons door Zijn Geest en Woord te laten leiden.
God bemint/behoedt wie jasharvan hart is (Ps. 7:11; 125:4). Wij mogen zingen: Ik zal U loven in rechtheid van hart (Ps. 119:7a).Wie jashar
voor God is ziet: Licht gaat op in de duisternis (Ps. 112:4)