Jezus is Heer!

Feike ter Velde • 81 - 2005/06 • Uitgave: 1
Jezus is Heer!



In de Grieks-Romeinse cultuur van de eerste eeuw verkondigden de eerste christenen het Evangelie van de opgestane Christus. Hij is de Heer – de Kurios – en niet de keizer van Rome. Er ontstond een geweldige botsing van de vroege en levende kerk met de heersende cultuur. Vervolging bleef niet uit. Een les voor ons vandaag!




De verheerlijking van de Romeinse keizer als een god komt uit de Griekse cultuur. De vergoddelijkte mens – zo bekend bij de Grieken – werd zichtbaar in de keizer – die ‘kurios’ werd. De vergoddelijkte mens vinden we overal in terug in die vroege tijd, tot en met de verheerlijking van de homoseksuele cultus (Rom.1:24-32). De boodschap van het Evangelie staat daar haaks op.



Er komt spanning tussen het geloof en de ‘democratische rechtstaat’. De bekende filosoof Paul Cliteur 1 pleit voor een “herorientatie op het Grieks-Romeinse gedachtegoed als bron van ons
waardesysteem”. Hij verwoordt daarmee een breder gevoelen. De bijbelse – absolute – normen van Gods geboden zijn losgelaten. De decadentie van de samenleving: immoraliteit, criminaliteit en allerlei vormen van verloedering schreeuwen om oplossingen. Die oplossingen moeten komen vanuit een vernieuwd moreel besef. Maar voor dat morele besef ontbreekt elke grond. In onze Westerse samenleving is die grond altijd de Bijbel geweest. Nu de Bijbel zodanig is ondergraven en uitgehold dat die als ‘waardeloos’ terzijde is geschoven, is het hele gebouw van de moraliteit ineengestort. Weldenkende mensen voelen dat goed aan. VVD-politicus Frits Bolkenstein verklaarde: “De christelijke waarden en normen moeten in onze maatschappij terug”. Desgevraagd verklaarde Bolkenstein dat hij niet tot het christendom was bekeerd, maar hij wist niets beters.



Putten uit een bron

Paul Cliteur, een man met een grote bekendheid in de wereld van de filosofen en columnisten, wijst naar een andere oplossing, namelijk die van vóór het christendom: de heidense Grieks-Romeinse wereld om onze democratische rechtstaat te redden. Want dat die democratische rechtstaat heeft een ‘geestelijk basis’ nodig heeft. De vernietiging van de menselijke geest in zeventig jaar communisme in Rusland is daar overal
zichtbaar. Grote immoraliteit en massaal drankmisbruik; een ontredderde
maatschappij. Met zo’n wereldbeeld gaat de mens ten onder. In Nederland deden notoire communisten afstand van dat verwerpelijke gedachtegoed. We vinden hen nu terug in GroenLinks, de SP en de Partij van de Arbeid. Maar zij kiezen dezelfde richting als die Paul Cliteur voorstaat.

Overigens, ook bij VVD en D66 wordt teruggegrepen op het Grieks-Romeinse gedachtegoed als fundament voor een vernieuwd waardesysteem. Men wordt geïnspireerd door de ‘rijkdommen’ van de Verlichting (18e eeuw), waarin
de mens ‘zichzelf tot norm’ is geworden. Socialisme en liberalisme
putten uit dezelfde bron.



Nieuwe dictatuur

De Verlichting was een ‘vernieuwingsbeweging’ van de Renaissance (15e eeuw), die op zich weer de ‘wedergeboorte’ was van de oude Griekse cultuur van 250 vóór Christus. De Verlichting schoot vooral diepe wortel in Frankrijk en leidde tot de Franse Revolutie, die zich kenmerkte door “Ni Dieu” – geen God en “Ni Maître” – geen meester. De autonome mens, zichzelf tot norm en wet, zonder enig fundament daarvoor. Dat is het drijfzand waarop men staat. Daarop stoelt het socialisme en het liberalisme, zoals dat via de Franse Revolutie in onze denkwereld gestalte heeft gekregen. Deze liberale (humanistische) opvatting zou, in de visie van Paul Cliteur, dwingend aan de samenleving moeten worden opgelegd.

Daartoe moet onze samenleving eerst worden bevrijd van de religie. Immers, de Kruistochten en Hitler-Duitsland (“Gott mit uns”) spreken volgens hem dezelfde taal.

De ‘bevrijding van de religie leidt tot echte menselijkheid’, in zijn en
veler opvatting. De overheid zou dit als standpunt moeten kiezen en alle subsidie daarop moeten beoordelen. In dit denken moet bijvoorbeeld het christelijk onderwijs snel worden afgeschaft. Er kan dan ook geen plaats meer zijn voor de vrijheid van vergadering en vereniging. En dan zijn we niet ver meer van een nieuwe dictatuur.



De vroege kerk

De Europese Grondwet voorziet deze nieuwe lijn en baseert zich derhalve eveneens op het oude Griekse humanisme met voorbij zien van het christendom. We zijn nu in Europa terug in de tijd van vóór het christendom, dat offi cieel werd in het jaar 312 na Chr. – ten tijde van keizer Constantijn. We zouden alleen al om die reden moeten kijken naar de
vroege kerk. Hoe hebben die eerste christenen zich gemanifesteerd en gehandhaafd in die Grieks-Romeinse wereld? Dat deden ze met een krachtige boodschap van de opgestane en levende Christus. Daarom moet de kerk in de eerste plaats de wacht houden bij het Woord van God en de boodschap van de Waarheid, ook al betekent dit het brengen van offers. De statische kerk, met alleen een dienst op zondag zal de druk van de tijd niet kunnen weerstaan. De kerk moet een ‘beweging’ worden en een ‘gemeenschap’. Zij moet de moed krijgen om te spreken naar het Woord Gods. Kerken en christelijke organisaties – en vooral ook die laatste – lijken echter steeds meer te vallen voor de heidense cultuur om ons heen – die Grieks-
Romeins is en steeds meer wordt. Het homohuwelijk is er een zeer sprekend en vooral ook tragisch voorbeeld van.



De waarheid van Gods Woord is de waarheid over de hele werkelijkheid, met als hart ervan de dood en de opstanding van Christus. Christenen moeten vandaag opnieuw leren wat dat is: waarheid. Die waarheid spreekt over de hele werkelijkheid. God leeft en de levende God heeft alles gemaakt en de mens naar Zijn beeld. Dat is vaste grond en geeft zin en waarde aan het leven. Daaruit put een mens inspiratie en schept hij creativiteit. Met ons verstand en ons hart moeten we leren wat het is God te verheerlijken. Daarbij zoekt een christen geen aansluiting bij deze wereld en neemt haar
standpunten niet over. Een christen die weet van de Waarheid is geen trendvolger, maar een trendsetter! Dat betekent middenin deze wereld initiatieven nemen, zoals vroeger met de oprichting van ziekenhuizen en universiteiten. Dat waren bijna uitsluitend christelijke initiatieven! Maar door eigen innerlijke zwakte is alles verloren gegaan en hebben we
het uit handen moeten geven aan het liberalisme.



De orthodoxie

Ook de orthodoxie als zodanig kan deze grote heidense macht die over ons komt niet weerstaan. Een predikant vertrouwde mij onlangs toe, dat nadenken over bovengenoemde dingen niet aan bod komt in zijn kerk. Men heeft nog niet eens de zekerheid behouden te zijn. De preek op zondag komt
meestal niet verder dan dat thema. De wereld buiten ervaart men als bedreigend. Ook dat draagt bij aan de innerlijke verzwakking van de kerk. Het christelijke geloof wordt dan steeds meer ‘een vlucht uit de boze wereld’. Vandaag moet met vernieuwde kracht verkondigd worden dat Jezus Heer is. Maar dan moet dat in ons eigen leven werkelijkheid zijn. Daartoe is het ná Pasen dan ook Pinksteren geworden!



Feike ter Velde



1 Paul Cliteur “Tegen de decadentie”.


De Arbeiderspers - 2004