Jezus zien

ds. Oscar Lohuis • 84 - 2008 • Uitgave: 18
‘…om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis…’ (Hand. 26: 18).

Bij het woord ‘bekering’ denken wij in eerste instantie vooral aan wat de mens zelf moet doen. Er zit iets in ons dat de neiging heeft het vooral bij onszelf te zoeken. We zeggen tegen onszelf: “Om een goede christen te zijn moet je dit niet meer doen, moet je dat voortaan nalaten, moet je wel harder werken aan jezelf en moet je meer offers brengen dan je nu brengt.” Bij bekering denken wij aan het afleggen van wat niet goed is en het aandoen van wat wel goed is. Inderdaad is dat ook onderdeel van de bekering, maar het is niet het hart van wat bekering inhoudt. De bekering is namelijk niet in de eerste plaats het je keren tot een andere levensstijl, maar het je keren tot een Persoon. Wanneer je de Heere hebt ontmoet, wanneer je Hem leert kennen, dan ga je vanuit de liefde voor Hem een ander leven leiden. Het wezen van de bekering is dus het je keren tot de Heere en een andere levensstijl is dus de vrucht van de bekering en niet het wezen van de bekering.
Geloof begint dan ook bij het gaan zien van wie de Heere is. De apostel Paulus ontmoet de Heere Jezus terwijl hij op weg is naar Damascus. Jezus zegt dan tegen hem: “Hiertoe ben Ik u verschenen om u aan te wijzen als dienaar en getuige daarvan, dat gij Mij gezien hebt en dat Ik aan u verschijnen zal, u verkiezende uit dit volk en de heidenen, waarheen Ik u zend, om hun ogen te openen ter bekering uit de duisternis tot het licht” (Hand. 26:16-18a, cursivering toegevoegd). Het geloof van Paulus begon met de openbaring van Jezus Christus aan hemzelf. Jezus openbaarde zich aan Paulus. Hij werd vanaf dat moment getuige daarvan, dat hij Jezus had gezien. En Jezus beloofde hem gelijk dat Hij aan hem zou blijven verschijnen. En hoe komen andere mensen tot bekering? Wanneer hun ogen open gaan: “…om hun ogen te openen ter bekering” (vers 18).
Jezus leeft en Hij openbaart zichzelf nog steeds aan mensen door Zijn Woord en door Zijn Geest. Satan heeft het denken van mensen verduisterd waardoor zij blind zijn geworden voor God en het donker is geworden in hun hart. Maar het wonder van de geopende ogen vindt nog steeds plaats, totdat Hij komt. En dan zullen we Hem helemaal zien zoals Hij is (1Joh. 3:2). Jezus Christus is het beeld van de onzichtbare God (Kol. 1:15). De onzichtbare God wordt ons geopenbaard door de Heere Jezus. En wanneer je Hem bent gaan zien, ga je steeds meer van Hem houden en daardoor komt alles in het leven in een ander perspectief te staan.
De Heere God weet precies wat wij nodig hebben en daarin heeft Hij ook voorzien. Meer dan wat ook hebben wij het nodig om Hem te zien en te gaan begrijpen wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan. Daardoor worden wij bevrijd van de gebondenheid aan onszelf. Wanneer je de nadruk legt op jouw bijdrage, wanneer je de hele tijd denkt aan wat jij allemaal moet doen voor God en daar de kwaliteit van je christen-zijn van af laat hangen, zul je voortdurend met jezelf bezig zijn. En omdat hetgeen jij kan presteren voor God nooit genoeg en volmaakt is, zul je ook onzeker worden en zal er angst in je hart blijven zitten. Op allerlei manieren steekt deze, op de mens gerichte, uitleg van het christelijke leven weer te kop op. Zowel in het welvaartsevangelie, met de nadruk op gezondheid en materiële voorspoed, als in het ervaringsevangelie, met de nadruk op ‘ikke, ikke, ikke en mijn religieuze kikken’ blijft de mens de hele tijd met zichzelf bezig. Maar wat de mens werkelijk vrij maakt, is dat je ogen open gaan voor de heerlijkheid van de Heere onze God. Het is veel meer tot zegen voor je ziel om de aandacht op Hem te vestigen, dan op jezelf of de zegeningen die Hij (wel of niet) geeft.
Laat me het illustreren met het volgende voorbeeld. Soms word ik moe van het zingen van liederen die voortdurend gaan over wat er in mij is gebeurd of in mijn gevoel aanwezig zou (moeten) zijn. Want soms voel ik die dingen helemaal niet. Te veel van de liederen die gezongen worden in onze gemeenten gaan over de mens en zijn vermeende ervaringen met God. Maar niet in mijn ervaringen ligt de zegen verborgen. De zegen is in Hem en in Hem alleen. Daarom ervaar ik liederen die gaan over wie Hij is, over hoe wonderbaar Zijn Naam is, over wat Hij voor ons heeft gedaan, als de meest opbouwende en bevrijdende liederen om te zingen.
Slecht één ding heeft u nodig waardoor u zult zeggen ‘het is wel met mijn ziel’: zicht op de Heere Jezus. Door de aandacht niet naar binnen, maar naar buiten te richten zult u gelukkig worden. ‘Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde’ (Ps. 34:6). Dat bid ik u, beste lezer, van harte toe.

Ds. Oscar Lohuis